De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Gwenny De Vroe (Open Vld)
De klimaatverandering wordt, zoals we allemaal weten, steeds tastbaarder, ook bij ons, met langere periodes van droogte en hevige onweders, met wateroverlast tot gevolg. De laatste maanden en de afgelopen jaren hebben we in het Vlaams Parlement over de droogteproblematiek en de eventuele watertekorten veel van gedachten gewisseld. Voor de zomer vonden er ook nog twee lange en zeer intense hoorzittingen met heel veel experten plaats. Zij reikten tal van acties en maatregelen aan.
Minister, op 1 juli 2020 verklaarde u naar aanleiding van mijn actuele vraag dat uw droogteplan zo goed als klaar was en dat u nog voor de zomer alles wenste af te ronden. Eind juli kregen we witte rook. U communiceerde via een persbericht over de verhoogde strijd van de Vlaamse Regering tegen de droogte en de waterschaarste dat er een akkoord was in de vorm van een Blue Deal. Met deze deal wil de Vlaamse Regering de droogteproblematiek op een heel structurele manier aanpakken, met een verhoogde inzet van middelen en de juiste instrumenten, met betrokkenheid – en dat vind ik een heel goede zaak – van de industrie en de landbouwers als deel van de oplossing, en met een duidelijke voorbeeldrol voor de Vlaamse en andere overheden.
Minister, op welke manier wilt u de Blue Deal concreet uitrollen in de praktijk? Wanneer kunnen we hierrond uw beleidsvoorstellen verwachten?
Hoe zal de Taskforce Droogte concreet te werk gaan? Welke concrete output mogen we verwachten? Hoe zal de besluitvorming tussen de verschillende deelnemers en beleidsniveaus lopen?
Voor de financiering van de Blue Deal wordt een eerste schijf van 75 miljoen euro voor het investeringsgedeelte toegezegd door de Vlaamse Regering. In het najaar wordt beslist hoeveel bijkomend budget er voorzien wordt voor de verdere uitvoering van deze Blue Deal. Welk effect zal deze partiële financiering hebben op de uitrol van de Blue Deal? Wat is de volledige kostprijs van de Blue Deal, met alle maatregelen en acties?
Wat is de stand van zaken van het project ‘Reactief afwegingskader prioritair watergebruik’? Daar werd in de hoorzitting vaak naar verwezen. Dat is natuurlijk in het kader van droogte heel belangrijk: wie zou men als eerste afschakelen? Ik hoop dat u daarover meer duidelijkheid kunt geven.
Tijdens dezelfde hoorzittingen werd ook verwezen naar het vergunningenbeleid. De Vlaamse Regering engageert zich in de Blue Deal om regelgevende hinderpalen in de strijd tegen waterschaarste ten laatste volgend jaar weg te werken. Is het onderzoek naar het wegwerken van regelgevende hinderpalen reeds gestart? Zo ja, hoe verloopt dat precies? Welke timing wordt hierbij gehanteerd?
De voorzitter
De heer Danen heeft het woord.
Johan Danen (Groen)
Mijn vragen gaan, iets specifieker, over de handhaving van de metingen van het grondwater. De grondwaterstanden zijn ook vandaag nog heel laag. Er wordt veel water gebruikt. De waterlagen worden beperkt aangevuld als gevolg van de toenemende verharding en de versnelde afvoer via drainages of door een grotere gevoeligheid voor periodes met weinig neerslag.
We hebben hierover in deze commissie al een paar keren van gedachten gewisseld. Minister, u zei dat u momenteel aan een kwetsbaarheidskaart werkt, om een beter zicht te krijgen op de gevoeligheid voor verdroging van de freatische watervoerende lagen. Ook de modaliteiten van bemalingen zouden, met het oog op het versterken van de retourbemaling, worden herbekeken. Ik zag dat u vorige week maandag in Diepenbeek een proefproject hebt bezocht. … (onverstaanbaar) … Daarrond bestaat een heel regelgevend kader.
U hebt gezegd dat u voor de optimalisatie van de handhaving op de illegale grondwaterwinningen in bijkomende middelen en ondersteuning wilt voorzien – dit zowel via het geven van de nodige achtergrondinformatie op de website van het departement, alsook via de mogelijkheid om gezamenlijke controles uit te voeren. Wat ons betreft, moeten dit geen controles om de controles zijn, maar wel controles om echte misbruiken aan te pakken, zeker als het gaat om een zo belangrijke grondstof als grondwater.
In Vlaanderen zijn er een kleine 60.000 particuliere grondwaterputten en een kleine 30.000 bij bedrijven gekend. In een antwoord op een van mijn vragen zei u dat de controles hierop relatief beperkt zijn. Waar er wordt gecontroleerd, worden heel wat tekortkomingen vastgesteld. Dat is de samenvatting van wat ik heb geleerd uit de antwoorden die u mij hebt gegeven.
Uit de cijfers die u gaf, blijkt dat de controles aangewezen zijn en blijven. Maar door de saneringen neemt het aantal controleurs jaar na jaar af. Een aantal criteria bepalen wie waar en wanneer mag controleren, en ook daar zit soms wat ruis op, waardoor die controles allesbehalve optimaal verlopen.
Ik ga de precieze debieten niet opsommen. U kunt ze in mijn schriftelijk ingediende vraag nalezen. Ik hoop dat u in uw antwoord op dat vlak duidelijkheid brengt.
We hebben gezien dat er momenteel maar een beperkt aantal controleurs per provincie is, namelijk minder dan een kwart voltijdequivalent (vte) per provincie. Dat resulteert in een beperkt aantal controles op de vergunde grondwaterwinningen of boorwerkzaamheden. Toch worden er bij 33 procent van de uitgevoerde controles een of meerdere tekortkomingen vastgesteld, en als er enkel naar de controles van de boorwerkzaamheden wordt gekeken, is dat zelfs bijna 50 procent. Dat zijn toch echt wel heel hoge aantallen. Worden de controles ad random uitgevoerd of wordt er zeer gericht gecontroleerd wanneer er een vermoeden van niet-naleven van de vergunningsvoorwaarden is? Wat verklaart het relatief hoge aantal vastgestelde overtredingen?
Het aantal personeelsleden dat op handhaving ingezet kan worden, is zeer laag. Is deze situatie in 2020 al verbeterd? Worden er meer vte’s ingezet of zijn er plannen om dat te doen?
Of een grondwaterwinning als een klasse 2-grondwaterwinning dan wel als een klasse 1-grondwaterwinning wordt beschouwd, wordt bepaald door het opgepompte jaardebiet. Dit debiet kan afgelezen worden van de debietmeters waarmee de grondwaterwinningen uitgerust dienen te zijn. De vergunning bepaalt wie verantwoordelijk is voor de handhaving. Dat maakt het wat complex: is het de gemeente of de afdeling Handhaving, of nog iemand anders? Wordt er door de afdeling Handhaving ook controle uitgevoerd op de goede werking van de debietmeters? Moet een debietmeter verbonden zijn aan het vaste gedeelte van een grondwaterwinningsinstallatie of mag deze ook bevestigd worden op de grote haspels, die onder andere voor landbouwtoepassingen worden ingezet? Wat is de procedure indien wordt vastgesteld dat een klasse 2-winning een jaardebiet oppompt dat de 30.000 kubieke meter overschrijdt? Kan dan de afdeling Handhaving controle uitvoeren? Of wie moet dat dan doen?
De Databank Ondergrond Vlaanderen zou alle diepe grondwaterwinningen moeten vermelden. Hoe accuraat is deze databank? Zit er vertraging op het aanmelden van een diepteboring en de vermelding ervan in de databank? Hoeveel bedraagt die vertraging?
In de Blue Deal wordt erkend dat als gevolg van de recente droogte het aantal eigen grondwaterwinningen voor huishoudens opnieuw toeneemt. In de periode 2017-2019 alleen al gaven de watermaatschappijen meer dan 5000 adressen van nog niet eerder bekende grondwaterwinningen door aan de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Minister, u voorziet in de Blue Deal wel in een verhoging van het aantal waterscans om na te kijken in hoeverre de grondwaterwinning, zowel technisch als economisch, kan worden afgebouwd en vervangen door andere waterbronnen. Jaarlijks gaat het om een 300-tal waterscans, terwijl de watermaatschappijen gemiddeld meer dan 1800 niet gemelde waterwinningen jaarlijks doorgeven.
Het plaatsen van niet-wenselijke particuliere waterwinningen zet de ondiepere grondwaterlagen onder druk. Welke maatregelen zult u nemen om de wildgroei aan particuliere grondwaterwinningen een halt toe te roepen? Welke maatregelen zult u nemen om het opgepompte water van particuliere grondwaterwinningen te beperken? Welke maatregelen hebt u voorzien om de uitdroging van de ondiepere grondwaterlagen te voorkomen?
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Ik dank de twee sprekers voor de vragen over de Blue Deal. Ik dank ook alle commissieleden. Zij hebben daar het afgelopen jaar heel wat vragen over gesteld. Er waren ook de hoorzittingen. Vanuit het kabinet hebben wij ons werk gedaan op basis van wat tijdens die hoorzittingen werd verteld, door onder meer de experten Marijke Huysmans en professor Patrick Willems. Wij hebben daar een zeer omvattend plan rond gemaakt. Dat werd nog voor het reces goedgekeurd. Wij hadden onder andere bij de VMM allerlei projecten klaarliggen, om dan snel te werk te gaan in de zomervakantie, om te bekijken wat we al dan niet kunnen doen. Toen werd ook een eerste schijf van 75 miljoen euro vrijgemaakt. Uiteraard hebben we nog centen nodig. Het totale plan zal toch wel ongeveer 300 miljoen euro kosten. Dat werd afgesproken in het kader van de begrotingsbesprekingen – of van de relance, want veel zal relance zijn, verstandige relance, infrastructuurwerken enzovoort. Ik kom op de overige middelen nog terug.
De concrete uitrol van de Blue Deal wordt besproken op de eerste bijeenkomst van de Taskforce Droogte, die gepland is op 21 september 2020. Op mijn vraag is de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) al gestart met de opmaak van een uitvoeringstabel. De opzet is om in samenspraak met alle betrokken entiteiten de verschillende acties te concretiseren, onderling maximaal af te stemmen en duidelijke verantwoordelijkheden af te spreken.
Zoals u weet, bestaat de Blue Deal uit een breed scala aan maatregelen om de water- en de droogteproblematiek in Vlaanderen ten gronde aan te pakken. De implementatie ervan is dan ook de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van iedereen: Vlaamse en lokale overheden, bedrijven, burgers, middenveldorganisaties, landbouwers enzovoort. Een actieve inzet van alle actoren is nodig en ik roep u, als lokaal mandataris, dan ook op om binnen uw eigen stad of gemeente actief werk te maken van een gefundeerd en ambitieus beleid rond water en droogte.
Hoe zal de Taskforce Droogte concreet te werk gaan? Ook dit ligt ter bespreking voor op de eerste bijeenkomst van de taskforce. Omdat voor het aanpakken van de droogte-uitdaging een breed maatschappelijk engagement nodig is, zal gewerkt moeten worden aan de afstemming tussen de deelnemers en de beleidsniveaus. Ik zal daarom aan de Taskforce Droogte voorstellen om de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) hierin de coördinerende rol te laten opnemen. Om de Blue Deal zo optimaal mogelijk in te bedden en te laten aansluiten bij andere doelstellingen van het omgevingsbeleid zoals adaptatie, ruimtelijk beleid, vergunningenbeleid, bodembeleid en biodiversiteitsbeleid, zie ik een rol weggelegd voor het departement.
Voor dit jaar heb ik al bijkomende middelen voor droogte vrijgemaakt. Zo is er een tweede oproep voor de proeftuinen droogte gelanceerd, zijn er bijkomende projecten mogelijk in het kader van Water-Land-Schap, een landinrichtingsprogramma dat in de schoot van het Open Ruimte Platform werkt aan wateroplossingen in het buitengebied, en voorzie ik een forse financiële injectie voor de VMM en het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) van 16 miljoen euro voor het versterken van groen-blauwe netwerken door gebiedsgerichte samenwerking.
De budgettaire verdeling van de voorziene 75 miljoen euro en het vastleggen van bijkomende budgetten voor de uitvoering van de volledige Blue Deal kaderen in de besprekingen over het begrotingsjaar 2021. Die zijn nog lopende, dus daar kan ik niet op vooruitlopen. Wel kan ik aangeven dat de Vlaamse Regering extra investeringen vooropstelt om de relance van de economie te versterken.
Na de begrotingsbesprekingen zullen we voor de uitrol van de volledige Blue Deal dus verder moeten bekijken hoe we bepaalde acties naar ondersteuning van de lokale besturen en private actoren tot uitvoering kunnen brengen.
Het project Reactief Afwegingskader voor Prioritair Watergebruik tijdens Waterschaarste is begin 2020 gestart en heeft een doorlooptijd van een jaar.
In een eerste stap zijn voor zowat alle waterbehoeftige sectoren indicatoren opgesteld die aangeven wanneer die sector te kampen krijgt met dreigende of effectieve waterschaarste. Daarnaast zijn ook het wateraanbod en de watervraag per sector in kaart gebracht en is een overzicht opgemaakt van mogelijke reactieve maatregelen die we in aanloop naar of tijdens een waterschaarste kunnen nemen.
Tijdens de zomermaanden is de socio-economische impact van de verschillende reactieve maatregelen grotendeels in kaart gebracht. Deze analyse zal tijdens de volgende vergadering aan de belanghebbenden worden voorgesteld. Ook zal er voor het eerst in debat gegaan worden over de principes en randvoorwaarden die een rol moeten spelen bij de uitwerking van het afwegingskader. In het najaar wordt het afwegingskader in overleg met alle belanghebbenden dan verder uitgewerkt en toegepast op een aantal cases.
Door de coronacrisis en het grote belang van voldoende participatie met alle betrokken overheden, sectoren en verenigingen zal het project een iets langere doorlooptijd kennen en pas in februari-maart afgerond worden. De doelstelling is uiteraard wel dat het kader volgende zomer moet kunnen worden toegepast.
Diverse regelgevende hinderpalen worden momenteel al aangepakt. Het hergebruik van effluent wordt geregeld via een grondstofverklaring van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM). Voor de implementatie van de verordening Hergebruik Effluent worden door de administratie ontwerpteksten voorbereid. Zoals al meegedeeld in mijn antwoord op eerdere vragen, werkte ik een aangepaste regeling voor bemalingswater uit, die opgenomen wordt in de lopende VLAREM-trein (Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning).
Voor het vergemakkelijken van retourbemaling bij vervuild bemalingswater wordt momenteel binnen de VMM bekeken hoe dit moet worden aangepakt. Een regeling rond captatie uit onbevaarbare waterlopen werd een eerste keer principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 17 juli 2020.
We hebben diverse actoren al laten weten dat ze hinderpalen die ze momenteel ondervinden, kunnen doorgeven aan de VMM, en we zullen die boodschap blijven herhalen. Daarbij is het natuurlijk ook handig als partijen al voorstellen voor oplossingsrichtingen kunnen aangeven.
Voor die hinderpalen waar er een regelgevend proces nodig is, zal ik aan de betrokken instanties vragen om dit verder te onderzoeken. Dan gaat het over de VMM, de CIW en het Departement Omgeving.
Belangrijk is dat als er bij demo- of subsidieprojecten problemen opduiken, de betrokken overheidsinstanties een oplossing zoeken. Door de complexiteit van de regelgeving en van de realiteit op het terrein lijkt mij dat een realistische benadering.
Voor het gebruik van het bemalingswater ben ik in Diepenbeek naar een project gaan kijken. Ook daar is er nood aan een wettelijk kader, waaraan we volop werken.
Zo kom ik bij de vragen van de heer Danen. De controles op grondwaterwinningen door de afdeling Handhaving van het Departement Omgeving worden zowel proactief als reactief uitgevoerd. Bij de opmaak van de jaarplanning wordt steeds een insteek gevraagd aan andere instanties, waaronder de VMM. Wanneer uit het behandelen van vergunningsaanvragen of integrale milieujaarverslagen blijkt dat er mogelijke onregelmatigheden zijn, worden deze dossiers jaarlijks doorgegeven. Indien dat relevant is, worden deze opgenomen in het omgevingshandhavingsplan van de afdeling Handhaving. Hierdoor kan de handhaving gerichter worden uitgevoerd en is de pakkans ook groter. Dit verklaart deels het grotere aantal vastgestelde tekortkomingen bij grondwaterwinningen. De in de loop der jaren stijgende expertise in deze zeer technische en soms arbeidsintensieve controles bij de afdeling Handhaving is een factor die hierin meespeelt en tot hogere percentages kan leiden. Belangrijk om te vermelden is wel dat niet elke vastgestelde tekortkoming even ernstig is. Soms gaat het alleen over een administratieve tekortkoming in plaats van een volledig illegale exploitatie. Uit de historiek van de vaststellingen blijkt wel dat die vaak te maken hebben met de aanleg, het onderhoud en de monitoring van de grondwaterwinningen.
Daarom werd ook de afzonderlijke erkenning van boorbedrijven in het leven geroepen. Die geldt sinds januari 2017. De handhaving van deze nog redelijk recente erkenning werd bewust opgestart en stelselmatig verstrengd om kort op de bal te kunnen spelen. Voor de sector van de boorbedrijven, die op dat vlak voordien geen rechtstreekse verantwoordelijkheid hadden, was dit een nieuw gegeven. Dat verklaart deels de hogere percentages. Ook vandaag wordt vastgesteld dat deze bedrijven niet steeds correct melden wanneer ze zullen boren of dat ze niet nagaan of hun klanten wel beschikken over de verplichte voorafgaande aktename of vergunning. De verstrengde handhaving heeft er ook toe geleid dat deze sector meer klachten is beginnen te rapporteren over concurrerende bedrijven. Het illegaal boren is uiteraard een ernstige concurrentievervalsing voor de bedrijven die zich wel aan de regels houden. Door dergelijke meldingen kan ook gerichter worden gehandhaafd. Dat verklaart tevens het hogere percentage aan tekortkomingen bij de boorbedrijven. We blijven zeker inzetten op responsabilisering van deze sector.
De handhaving op grondwaterwinningen is maar één aspect van de vele handhavingsbevoegdheden van de afdeling Handhaving. Het inzetten van de beschikbare personeelsleden op de planning wordt jaarlijks herbekeken. De accenten worden verlegd om een goede spreiding over de verschillende milieucompartimenten te krijgen. In de planning van 2020 van de afdeling Handhaving is er dan ook specifiek extra aandacht voor grondwater via ondersteuning van het lokale niveau. Aangezien inderdaad de meeste grondwaterwinningen onder de bevoegdheid van de lokale toezichthouders vallen, is het doel dat dit lokaal ook meer via controles wordt opgenomen. Het verspreiden van nuttige informatie op de website van de afdeling Handhaving en het uitvoeren van gezamenlijke controles in 2020 dragen hiertoe bij.
Zoals ook in de Blue Deal staat vermeld, moet om geloofwaardig te zijn sterk worden gehandhaafd. In de toekomst zal meer worden gekeken naar methodes om controles op grondwaterwinningen gerichter te kunnen uitvoeren. Door samenwerking binnen het internationale IMPEL-netwerk (Implementation and Enforcement of Environmental Law) zullen kennis en ervaring worden uitgewisseld over het aanpakken van illegale boringen en grondwaterwinning. Het onderzoeken en uitvoeren van gps-tracking op boortoestellen moeten toelaten om in de toekomst deze werkzaamheden in real time op te volgen. Het werken met slimme meters die automatisch gegevens doorsturen naar de overheid kan ook op termijn mogelijk een meerwaarde betekenen. Dit moet het inplannen van deze controles sterk vereenvoudigen zodat deze meer en gerichter kunnen worden uitgevoerd met het bestaande personeelsbestand.
Inzake klasse 1- en 2-grondwaterwinning wordt de controle op de correcte plaatsing, werking en ijking van debietmeters ook uitgevoerd door de afdeling Handhaving. Om dit te ondersteunen werd in opdracht van het Departement Omgeving in 2019 een code van goede praktijk voor debietmetingen van grondwater door VITO uitgewerkt.
Volgens de wetgeving moet de debietmeter worden geplaatst voor het eerste aftappunt van het gewonnen grondwater. Dit kan vast zijn aan de winningsput en bij voorkeur in de putkelder zelf. In het kader van de grondwaterheffing wordt ook toegelaten dat de debietmeter op mobiele haspels wordt geïnstalleerd. Als deze worden gebruikt in putten uit verschillende watervoerende lagen of bij verschillende vergunningen is er wel een extra logboek met registratie van de verschillende bezochte putten en meterstanden noodzakelijk.
Wanneer tijdens het toezicht door de afdeling Handhaving een overschrijding wordt vastgesteld op het onttrokken volume, wordt in eerste instantie onderzocht wat hiervan de oorzaak is. De exploitant wordt dan aangemaand om zich aan de vergunde volumes te houden, ofwel een vergunning voor het bijkomend volume aan te vragen. Afhankelijk van de ernst van de overschrijding, de frequentie of duurtijd en eventueel andere vastgestelde misdrijven kan er ook een proces-verbaal worden opgemaakt. Deze worden dan opgevolgd door de parketten of kunnen voor bestuurlijke handhaving worden teruggestuurd naar de afdeling Handhaving. Bij de bestuurlijke handhaving kan er dan naast een boete voor het vastgestelde misdrijf een voordeelontneming worden opgelegd voor het overmatig onttrokken volume.
De afdeling Handhaving focust haar toezicht voornamelijk op de in de eerste klasse ingedeelde inrichtingen. Een bedrijf kan echter voor een andere rubriek dan grondwaterwinning ook in deze klasse zijn ingedeeld. Hierdoor valt een aandeel van kleinere grondwaterwinningen onder haar bevoegdheid. De afdeling kan weliswaar ook bij zuivere klasse 2-grondwaterwinningen handhaven, bijvoorbeeld daar waar de lokale toezichthouder onvoldoende optreedt of bij een vermoeden dat de klasse 1-grens in realiteit wordt overschreden. Het toezicht op de erkende boorbedrijven, die ook deze kleinere grondwaterwinningen aanleggen, is enkel een bevoegdheid van de afdeling Handhaving en de VMM. Dus bij die werkzaamheden op kleinere winningen kan de afdeling Handhaving controles uitvoeren en heeft zij dat al gedaan.
De Databank Ondergrond Vlaanderen zou alle diepteboringen moeten vermelden. Is dat accuraat? Zit er vertraging tussen een diepteboring en de vermelding? Sinds de invoering van de erkenning op boorbedrijven is het rapporteren van de gegevens van nieuwe boringen overgedragen van de exploitant van de winning naar het boorbedrijf. Volgens de bijzondere gebruikseisen van deze erkenning moet het boorbedrijf minimaal tweemaandelijks via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen een inventaris bezorgen van de werken die de voorbije periode zijn uitgevoerd. Zodra deze worden ontvangen, zijn deze boorgegevens ook publiek toegankelijk via de databank.
In totaal zijn al meer dan 20.000 boringen gerapporteerd sinds 1 januari 2017, waarvan iets meer dan 2600 boringen voor de aanleg van grondwaterwinningen en bijna 8000 met als doel drainage en bemaling. We constateren echter wel dat nog niet alle boorbedrijven hun activiteiten rapporteren. We zetten sterk in op sensibilisering. Zo is er onder andere eind september een digitale infosessie rond de evaluatie van drie jaar eDOV gepland. Er is hierbij ook een actieve samenwerking met de Vlaamse Confederatie Bouw en de sectorvereniging van de bemalingsbedrijven. De gegevens uit de vergunningen voor grondwaterwinningen worden door de VMM gedigitaliseerd en zijn eveneens via de databank consulteerbaar.
In de Blue Deal identificeren we een aantal pijnpunten en geven we sturing aan mogelijke oplossingen. De Blue Deal werd nog maar zeer recent uitgewerkt. Mijn administratie is nog maar pas gestart met de analyse van de mogelijkheden voor een concretisering ervan. Ook de dialoog met stakeholders en betrokken partijen dient nog te worden opgestart.
Ik gaf in antwoord op eerdere vragen reeds aan dat het vraagstuk rond de particuliere grondwaterwinningen complex is. Rationeel omgaan met water, welk water dan ook, vormt een belangrijke pijler. De Blue Deal voorziet daar een aantal concrete initiatieven die een andere scope en opzet hebben dan de huidige waterscan waarnaar u verwijst. Een waterscan heeft vooral tot doel te onderzoeken hoe water bespaard kan worden.
Of het grondwatergebruik an sich een probleem vormt, hangt af van de hoeveelheid die wordt gebruikt, de laag waaruit gewonnen wordt en de locatie. Uitgangspunt is dat impact op de omgeving en op het grondwatersysteem maximaal moet worden vermeden. Zowel vanuit de Blue Deal als vanuit het actieplan waterschaarste en droogte initieert de VMM een evaluatie van het huidige beleid rond private grondwaterwinningen waarbij zowel het vergunningenkader als de heffingsregeling zullen worden geëvalueerd. Een belangrijke eerste stap hierin is om meer zicht te krijgen op de problemen en de impact. Belangrijke aspecten die moeten worden bekeken zijn onder andere de relatie tussen dit ondiepe grondwater en de waterlopen, de cumulatieve impact van dergelijke kleine winningen op zowel het grondwater als op bijvoorbeeld de natuur. Pas als we die beter in beeld hebben, kunnen we passende maatregelen uitwerken.
Een uitspraak over maatregelen kan ik dus nog niet doen, maar ik kan alvast wel benadrukken dat ik erop zal toezien dat het traject voor deze evaluatie effectief wordt ingezet en dat er vooruitgang wordt geboekt.
De voorzitter
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Gwenny De Vroe (Open Vld)
Minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Ik zal me beperken, want u moet de vergadering dringend verlaten.
De lokale en andere overheden spelen inderdaad een heel belangrijke rol. Ik was dan ook heel blij dat u het initiatief dat in mijn gemeente Kampenhout genomen werd met betrekking tot de bronbemaling en het hergebruik van dat water, hebt opgepikt. Ik kan zeggen dat het gemeentelijk reglement hieromtrent door heel veel gemeenten is opgevraagd. Het zal in veel lokale besturen op de gemeenteraad komen. Dat is goed, het mag nog verder gepromoot worden. Daar kunnen nog veel stappen worden gezet.
Wat het hergebruik van water betreft, hebben we het nog vaak over het regenwater, maar het is belangrijk goed te bekijken wat nog meer kan worden gedaan om het grijs water, zoals het water van vaatwasmachines en zo, meer te hergebruiken. Nu wordt dat gewoon afgevoerd. Ik zou u willen vragen hier bij uw diensten de nodige aandacht op te vestigen en na te gaan wat kan worden gedaan en welke decreetswijzigingen daarvoor in de maak zijn.
Er is voor de zomer wat commotie geweest over de lekken en de lekverliezen. Het is heel goed dat aan de hand van een innovatie- en realisatietraject heel wat inspanningen zullen worden geleverd. We zijn echt heel ambitieus en dat is een heel goede zaak. Ik ga ervan uit dat deze doelstelling zonder een directe financiële impact op de waterfactuur zal worden gegarandeerd.
De voorzitter
De heer Danen heeft het woord.
Johan Danen (Groen)
Minister, ik stel vast dat u inzake een aantal beleidsdomeinen de strijdbijl hebt opgenomen. Ik vind dat niet verstandig, maar het is uw goed recht. Ik hoop dat we met betrekking tot dit dossier misschien niet de vredespijp kunnen roken, maar misschien wel kunnen samenwerken om in Vlaanderen tot een beter water- en droogtebeleid te komen. Een aantal stappen die u hebt gezet, zijn het resultaat van het werk dat in de commissie is verzet.
We moeten proberen onze Vlaamse bedrijven in te zetten om aan technologische oplossingen te werken, bijvoorbeeld om het grijs water waarnaar is verwezen beter of anders in te zetten, maar ook andere oplossingen om beter met ons water om te gaan. Ik denk dat dit ook een exportproduct kan zijn – niet het water, want daar hebben we een tekort aan, maar de technologie om het water beter te gebruiken.
Het is belangrijk dat we met betrekking tot de waterputten communicatiecampagnes opzetten. Ik heb een burgemeester hier in de buurt horen verklaren dat hij in de zomer veel water oppompt om zijn gazon groen te houden, maar dat dit hetzelfde blijft, want het water dat hij oppompt, kan weer insijpelen. Zo simpel is het natuurlijk niet. Mensen hebben soms het verkeerd beeld dat opgepompt water er altijd is geweest en dat ze daarmee kunnen doen wat ze willen. Het is belangrijk op dat vlak informatie te geven. Dat water is niet gratis, in de zin dat het niets kost en dus mag worden gebruikt.
We kunnen een hele commissievergadering gebruiken om alle elementen aan te raken. Dat zullen we vandaag niet doen. Ik denk dat het goed zou zijn de Blue Deal eens om het jaar of het half jaar te evalueren en dan na te gaan wat is gebeurd en wat nog moet gebeuren.
Minister, in het belang van een beter watergebruik en voor de beperking van droogte, ben ik vragende partij om met betrekking tot dit dossier goed samen te werken. Het is een belangrijke grondstof en er is de voorbije jaren heel weinig aan gedaan.
De voorzitter
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Freya Perdaens (N-VA)
Minister, ik wil het kort over de rapportage van de activiteiten van de boorbedrijven hebben. U zet heel sterk in op sensibilisering. Ik maak me nog steeds een beetje zorgen om het feit dat die boorbedrijven er maar niet in slagen al hun activiteiten te rapporteren. Dat is al verplicht sinds 1 januari 2017 en dat er al meer dan 20.000 registraties zijn, toont aan dat het wel kan. Ik heb het aanvoelen dat hard mag worden opgetreden. U zet heel hard in op sensibilisering en er wordt werk gemaakt van veel controles. Wordt een hardere aanpak van de mensen die weigeren die activiteiten te registreren ook overwogen? Zit dat in de pijplijn?
De voorzitter
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (CD&V)
Voorzitter, ik zou heel wat vragen, aandachtspunten en bezorgdheden willen aanstippen, maar ik denk we hier niet een commissievergadering, maar meerdere dagen aan zouden kunnen besteden. Bij waterschaarste en droogte komt heel wat kijken. Ik zal dat niet doen, maar ik heb een enkele vraag over de Blue Deal.
Minister, u hebt daarnet vermeld dat de VMM een uitvoeringskader opstelt. Het lijkt me interessant dat we over dat uitvoeringskader zouden kunnen beschikken. U hebt momenteel 75 miljoen euro. We zouden dat daar ineens aan kunnen koppelen en nagaan waar dat bedrag specifiek naartoe zal gaan en aan welke acties het prioritair zal worden besteed, zodat we een overzicht hebben. Ik ga ervan uit dat we dan later ongetwijfeld op deze discussie zullen terugkomen.
De voorzitter
De heer Pieters heeft het woord.
Leo Pieters (Vlaams Belang)
Minister, dank u voor het zeer uitgebreide antwoord. Nu ja, de vragen waren dan ook vrij omvangrijk. Een commissievergadering zal niet volstaan. Om het halfjaar een commissievergadering ook niet. Water is nu eenmaal een zeer belangrijke grondstof met, als we het allemaal bij elkaar beschouwen, goudwaarde.
Een eerste punt dat ik nog wil aanraken, heb ik ook op een hoorzitting aangehaald. Onze grote rivieren voeren water aan. We gebruiken er water van voor drinkwater en voor ander gebruik. Vlaanderen heeft waterverdragen met Nederland. We hebben geen waterverdragen met Wallonië noch met Frankrijk. Ik wil daar de nadruk op leggen, om daar in de toekomst wat meer werk van te maken.
Sensibilisering is een zaak. Dat is heel mooi. Maar als men met sensibilisering start, moet men ook starten met handhaving. In dezen is handhaving zeer belangrijk als we dat in de toekomst op de rails willen blijven houden omdat er tal van manieren zijn om aan water te geraken.
Ik houd het hierbij want anders zou het mij te ver leiden.
Bruno Tobback (sp·a)
Aan alle collega’s die oproepen tot een beter debat wil ik zeggen dat we daarnet hebben beslist om volgende week woensdag de resolutie van mezelf en collega Ludwig Vandenhove te behandelen. Iedereen is daar zeer welkom.
Ik sluit mij aan bij de oproep tot een duidelijke handhaving, minister. Ik vind het idee van de Blue Deal zeer goed, maar om geloofwaardig te zijn, moet je wel duidelijk maken dat het echt menens is, dat we dit ernstig nemen. Als je vaststelt dat heel wat van die boorbedrijven er – en nu zeg ik het vriendelijk – niet in slagen om de boringen te registreren, dan denk ik niet dat dit door een gebrek aan intelligentie of capaciteit is. Wij weten allemaal dat daar andere dingen aan de hand zijn en dat je het inderdaad op een ernstige manier moet doen.
Ik roep het bedrijfsleven op om een aantal duidelijke sectorale doelstellingen vast te leggen. Die zijn er vandaag niet. De capaciteiten van de verschillende sectoren verschillen ongetwijfeld. Maar het is belangrijk dat we duidelijke benchmarks en doelstellingen voor iedereen hebben, zeker wanneer het gaat over infiltratie. Uit de hoorzittingen hebben we begrepen dat dit de grootste piste naar een oplossing is. Ik roep op om in het overleg daar heel veel aandacht aan te besteden.
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Het zijn allemaal zeer terechte bemerkingen. Ik haal een aantal zaken aan.
We hebben duidelijke doelstellingen voor elk van de sectoren. Het is niet allemaal vrijheid-blijheid, voor alle duidelijkheid. Er zitten ook verplichtingen in.
Ook de waterverdragen met Frankrijk en Wallonië zitten in de Blue Deal, collega Pieters. Wij zullen daarmee moeten starten, om dat in orde te brengen.
Voor wat betreft de boorbedrijven, ben ik akkoord. Het gaat niet alleen om sensibilisering. Er zal ook gehandhaafd worden. Ik zal nog eens extra bekijken of er nog meer moet worden gehandhaafd. We moeten bekijken of we meer innovatieve technieken kunnen gebruiken, zoals gps-tracking en andere. Ik ben het ermee eens dat handhaving het sluitstuk is.
Vlaamse bedrijven ertoe aanzetten om aan technologische oplossingen te werken, een opmerking van collega Danen, zit ook in de Blue Deal. Het gaat dan bijvoorbeeld om hergebruik van grijs water. Ook over innovatieve technieken voor lekdetectie heb ik het uitgebreid gehad met de drinkwaterbedrijven, dus daar zal ook wel de nodige aandacht naartoe gaan.
Ik ben er uiteraard ook toe bereid, collega’s, om het daar tijdens volgende commissievergaderingen uitgebreid met jullie over te hebben. Er is ook een taskforce die nu voor de eerste keer bijeenkomt. Binnen die taskforce zullen afspraken gemaakt worden met professoren en de bevoegde ministers. Ik denk dat het inderdaad interessant is – ook voor mij, moet ik toegeven – om de voortgang daarvan met jullie te bekijken binnen de commissie. Soms gebeurt het nu eenmaal dat we ergens niet aan denken, niet kwaadwillig, en dan vind ik dat verrijkend. Met de Blue Deal hebben we geprobeerd om zeer omvattend te zijn en ik sta ervoor open om het daar jaarlijks of halfjaarlijks met jullie over te hebben, zodat de parlementsleden aanvullingen kunnen aanbrengen.
De voorzitter
De heer Danen heeft het woord.
Johan Danen (Groen)
Ik kijk uit naar de toekomstige debatten ter zake.
De voorzitter
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.