Jeremie Vaneeckhout: ‘Ruim 1/3 van het totaal, 580 ha om precies te zijn, ligt in West-Vlaanderen. We zijn daarmee koploper in het teloorgaan van landbouwgronden die een andere bestemming krijgen. Bij de dichtste achtervolgers, provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen, gaat het respectievelijk om 330 en 320 ha, dus bijna de helft.
Die nieuwe bestemming is in ongeveer 50% van de gevallen industrie, en naast ‘overige’ gaat ook 110 ha verloren naar bestemming wonen. In hoofdzaak harde bestemmingen dus, waarbij open ruimte opgeofferd wordt voor meer beton. Terwijl het beleid toch ondertussen beseft dat het anders moet: beschermen in plaats van aansnijden van de open ruimte en ontharden in plaats van nog meer verharding. De huidige droogte- en hitteproblematiek drukt ons nog eens met de neus op het feit dat het probleem urgent is.’
Maar de daad bij het woord voegen, blijkt heel moeilijk. Want het zal daar zal niet bij blijven. Provincieraadslid Maarten Tavernier: ‘Het provinciebestuur is bezig met een oefening om – met goedkeuring van de Vlaamse regering – 430 ha nieuw industrieterrein te zoeken. Wij vrezen dat heel wat van die zoekzones opnieuw zullen leiden tot het aansnijden van herbevestigd agrarisch gebied. Uit tal van dossiers uit de voorbije jaren blijkt dat het provinciebestuur er geen graten in ziet om zo’n landbouwgrond op te offeren, zelfs voor zonevreemde bedrijven die geen enkele link met de landbouwsector hebben.’
Veel beleidsmakers gaan er prat op dat West-Vlaanderen dé landbouwprovincie is. Maar tot veel respect voor de basisbehoefte van de landbouwer, de landbouwgrond, leidt dat blijkbaar niet. Groen roept op om de landbouwsector meer rechtszekerheid te geven en een halt toe te roepen aan het aansnijden van herbevestigd agrarisch gebied.
Jeremie Vaneeckhout, Vlaams parlementslid, 0474/620837
Maarten Tavernier, provincieraadslid, 0491/039928