Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 08 jul 2020 17:36 

Geplande mosselboerderij voor de Westkust


Vraag om uitleg over een geplande mosselboerderij voor de Westkust
van Jeremie Vaneeckhout aan minister Hilde Crevits

De voorzitter

– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.

De heer Vaneeckhout heeft het woord.

Een mooie vraag, op de dag dat de Zeeuwse mosselen uit de zee worden gehaald.

Jeremie Vaneeckhout (Groen)

Die zullen we misschien wat later op de dag proeven, dat zal nog niet voor nu zijn.

Minister, na een vraag waarover we het allemaal helemaal eens waren, komt nu een heel ander thema aan bod: de mosselboerderij voor de Westkust.

De voorbije maanden liep er een openbare bevraging rond de plannen van Colruyt Group voor de inplanting van een zogenaamde mosselboerderij voor de kust van Nieuwpoort. De reacties op die plannen kunnen we verdeeld noemen. Enerzijds vormt de aquacultuur een economische sector met zeer veel groeikansen – ik denk dat iedereen in deze commissie daarvan overtuigd is – maar anderzijds heeft de visserijsector de vrees dat dit voor een inkrimping van haar visgronden zou kunnen zorgen. Vanuit toeristische kant, met name de pleziervaart, wordt er argwanend gekeken naar deze plannen. En ook vanuit de milieubeweging is er de nodige scepsis over hoe de economische activiteiten te verzoenen zijn met de habitat- en vogelrichtlijngebieden voor de Westkust.

De Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV) heeft alvast een omstandig advies geformuleerd aan de minister van de Noordzee, Philippe De Backer. Want ook hier, collega’s, zitten we met verdeelde bevoegdheden.

Veel van de sectorale bezorgdheden komen in het advies terug. De SALV stelt dat het milieueffectenrapport duidelijk maakt dat de projectzone zal worden afgesloten voor onder andere actieve visserij – professioneel en recreatief – en dat er ruimtelijk verlies van visgronden zal optreden voor het kustvisserssegment. De SALV vraagt dan ook de opmaak van een visserijeffectenrapport (VER).

De SALV wijst ook duidelijk op de mogelijke impact voor het zeeleven. Het aquacultuurproject zou een negatieve impact hebben op de integriteit van de Natura 2000-gebieden Vlaamse Banken en Vogelrichtlijngebied 1 en zou de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen voor deze twee gebieden en Natura 2000-soorten in gevaar brengen. Een van de aanbevelingen van de SALV is dan ook heel duidelijk: “De adviesraad plaatst kanttekeningen bij de invulling van de verschillende dimensies van duurzaamheid in het voorliggende project en vraagt om de ruimtelijke inplanting te heroverwegen.”

Minister, hoe kijkt de Vlaamse Regering naar de plannen voor een mosselboerderij voor de Westkust? Volgt u zelf, als minister, de opmerkingen van de SALV? Kwam de Vlaamse Regering reeds tussen in de openbare bevraging over het project? Of had u hierover contact met collega De Backer, de indieners van de plannen of andere belanghebbenden?

De voorzitter

Minister Crevits heeft het woord.

Minister Hilde Crevits

Collega Vaneeckhout, ik heb, net zoals u, kennisgenomen van de plannen voor een mosselboerderij in zone C Westdiep. Gezien de impact op de kustvisserij stel ik in dit dossier twee zaken vast. Eerst en vooral ontbreekt er een visserijeffectenrapport, dat volgens mijn administratie nochtans juridisch noodzakelijk is voor elke activiteit in of met een impact in de zesmijlszone op basis van het koninklijk besluit van 9 september 2003. Op basis van de huidige informatie is het niet duidelijk wat de economische impact is op de bestaande visserij. Ten tweede ontbreekt de concrete uitwerking om samenwerking of partnerschappen aan te gaan met andere mariene en kustgebonden actoren. Om gedragenheid bij de lokale gemeenschap te creëren en negatieve zijeffecten te vermijden, is het essentieel om aan te tonen op welke concrete manieren dit project een meerwaarde betekent voor zowel de lokale gemeenschap als de rest van de Vlaamse voedingsketen.

Collega, toch – naast die twee opmerkingen – wil ik het belang onderstrepen van de ontwikkeling van een innovatieve en commercieel sterke Vlaamse maricultuur, waarvoor we uitgebreid onderzoek doen. Met de opgedane kennis willen we de lokale visproductie via aquacultuur verhogen. Volgens de projectpartners is er, ondanks de aanwezige risico’s op technisch gebied, toch een goed plan van aanpak met financiële draagkracht en engagement.

Voor mij zijn er dus twee voorwaarden waar absoluut aan voldaan moet worden, waarvan het effectenrapport er één is, maar dat betekent niet dat ik het project vandaag zomaar in de vuilbak gooi, want het kan heel interessant zijn.

Zoals gezegd heeft ook de SALV opmerkingen over de afwezigheid van een visserijeffectenrapport. Nabij de projectlocatie gebeurt hoofdzakelijk garnaalvisserij en vangt men tong, schol en bot. In het VER dient het belang van het lokale ecosysteem en de commercieel interessante vissoorten voldoende in kaart te worden gebracht. De SALV erkent dat innovatieve oplossingen voor de productie van duurzame visproducten een belangrijk onderdeel vormen naar de toekomst toe, maar men moet wel rekening houden met alle dimensies van duurzaamheid, zowel ecologisch, sociaal als economisch. De SALV vraagt daarom ook om partnerschappen te concretiseren, zowel binnen de mariene voedselproductieketen als wat betreft ruimtegebruik binnen het Belgisch deel van de Noordzee. En ik ondersteun die vraag.

Uw laatste vraag was of het Departement Landbouw en Visserij tijdens de openbare bevraging meer toelichting over het project heeft verkregen van de projectaanvragers. Het departement heeft een stem in de raadgevende commissie van het Marien Ruimtelijk plan (MRP), dat door het federale niveau wordt georganiseerd. In dit kader bracht het departement advies uit waarin de in de eerste vraag aangehaalde punten, zoals het ontbreken van een visserijeffectenrapport en concrete voorstellen tot partnerschap met andere actoren, werden opgenomen, maar waarin ook de economische mogelijkheden van dit project werden geduid.

Tot hier mijn eerste beschouwing rond dit project.

De voorzitter

Mijnheer Vaneeckhout, kunt u zich wat vinden in het antwoord van de minister?

Jeremie Vaneeckhout (Groen)

Collega Tommelein heeft daarnet gezegd dat hij een positief ingesteld persoon is en dat ben ik ook. Ik ben zeer blij met uw antwoord, minister, omdat ik vind dat u de juiste nuances uitdrukt. Enerzijds zou het zonde zijn om de kansen, zowel economisch als qua duurzaamheid, die de aquacultuur ons biedt, in de vuilbak te gooien. Ons pleidooi is er in elk geval geen om het project in de vuilbak te gooien en dat van de SALV evenmin. Ik ben blij dat u dat ook niet van plan bent, want het zou een spijtige zaak zijn. Innovatie is een piste die we altijd voorop moeten stellen.

Anderzijds vind ik wel dat we het advies van de SALV zeer ernstig moeten nemen, en ik merk ook dat u dat doet. Dit is een van de eerste grote projecten op het gebied van de aquacultuur met zo’n groot economisch potentieel en met zoveel zichtbaarheid. Het zou een zeer slechte zaak zijn voor het draagvlak van aquacultuurprojecten als dat meteen strandt in een soort debat tussen verschillende terechte maatschappelijke projecten die tegenover elkaar gezet worden en als dat verzandt in een procedureslag over wat wel en wat niet kan. Daarom wil ik aanvullend vragen om te werken aan dat draagvlak.

Ik denk ook dat we het dossier ten gronde in vraag moeten durven stellen, niet qua fundamenten of bestaansreden, maar wel wat betreft de suggestie van de SALV om een andere ruimtelijke inplanting te overwegen. Er is overleg geweest met het departement en er zijn ook adviezen gekomen. Bent u zelf van plan om dit dossier naar u toe te trekken en met de betrokken actoren te overleggen? Is het verplaatsen van die activiteit voor u te overwegen of wilt u dat bekijken met alle betrokkenen en eventueel ook met uw collega-minister, Philippe De Backer?

De voorzitter

De heer Sintobin heeft het woord.

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Voorzitter, we zijn allemaal voorstander van onderzoek naar aquacultuur en dergelijke, maar collega Vaneeckhout heeft gelijk: er moet een draagvlak zijn, niet alleen op het niveau van het parlement of de minister, maar ook op het lokale niveau. Collega Vaneeckhout heeft al verwezen – en u ook, minister, bij mijn vraag over de pulsvisserij – naar het belang van de impact die het zou hebben op de lokale vissers, op kustvissers. Maar dat is eigenlijk maar één facet van de locatie die Colruyt Group nu in overweging neemt. Ook de stad Nieuwpoort zal zich verzetten tegen de komst van het project, niet alleen vanwege de impact op de kustvisserij, maar ook omdat de voorziene locatie, van 4,5 vierkante kilometer, voor een stuk in de officiële vaargeul van Nieuwpoort zou liggen. Daarnet las ik dat het ook in de sector zou liggen van de schietstand van Lombaardsijde. En ook al zou de boerderij onder water komen te liggen, toch zou ze ook gevaren stellen voor overvarende zeilers. Er zijn dus verschillende facetten en daarom ondersteun ik de vraag van collega Vaneeckhout om te proberen de aanvrager te doen zoeken naar een andere locatie.

Ik heb ook gelezen dat het openbaar onderzoek werd afgesloten op 22 juni, maar de procedure loopt en we zullen moeten afwachten. Mijn vraag is ook welke verdere stappen u in dit dossier kunt, mag of zult nemen.

De voorzitter

De heer Tommelein heeft het woord.

Bart Tommelein (Open Vld)

Collega’s, ik deel de mening dat wij dit project met de nodige omzichtigheid moeten behandelen, maar toch ook met de nodige ambitie. Aquacultuur en maricultuur kunnen een ongelooflijke meerwaarde betekenen voor onze visserij, zeker als het gaat over verduurzaming. Ik ben er altijd voorstander van geweest en ik was dat ook toen ik nog staatssecretaris van de Noordzee was. Er is natuurlijk het MRP en dat MRP is uniek in de wereld. We zijn voortrekker op dat vlak – en ere wie ere toekomt, het was voormalig minister van de Noordzee Johan Vande Lanotte die dat indertijd heeft uitgewerkt. In dat MRP staan de locaties aangeduid waar bepaalde activiteiten kunnen worden uitgevoerd.

Minister, het is juist dat er een VER moet komen, want zonder VER weet je niet waarover je spreekt. Ik ben er ook van overtuigd dat je naar een draagvlak moet zoeken. Als u dat draagvlak in Oostende komt zoeken, dan kunt u dat krijgen, eveneens vanuit mijn fractie. Innovatie in de visserij is belangrijk en aqua- en maricultuur horen daarbij. We moeten ervoor zorgen dat we hier op een positieve manier aan verder werken. En als het nodig is, dan ben ik ook bereid om mijn stad kandidaat te stellen, maar ik veronderstel dat er nog andere kandidaten zullen zijn. We moeten in Oostende natuurlijk niet alles willen hebben.

Maar ik steun dit, misschien niet deze specifieke projectaanvraag of de partner, maar ik vind het wel belangrijk dat we hier de nodige ruimte aan geven, zodat we dit kunnen realiseren. In andere landen is dit trouwens al lang aan het gebeuren. Ik weet dat we een beperkte oppervlakte hebben op onze Noordzee, maar ik denk dat we die maximaal moeten benutten.

Bart Dochy (CD&V)

Ik wil iedereen bedanken voor de genuanceerde houding in een dossier dat toch wel enigszins gevoelig ligt. Het is verstandig om hier op een realistische manier mee om te gaan en een goede afweging te maken tussen economische belangen enerzijds en de aspecten van organisatie en ruimtelijke ordening – laat het ons zo zeggen – op zee anderzijds. Ik denk wel, minister, dat u de geschikte persoon bent om in dit verhaal een klein beetje een intermédiaire te spelen tussen het lokale en het federale niveau. Het zal belangrijk zijn om hier met gezond verstand mee om te gaan.

U hebt het woord.

De voorzitter

Minister Crevits heeft het woord.

Minister Hilde Crevits

Collega’s, bedankt voor de aanvullende opmerkingen. Mij worden veel goeie eigenschappen toegedicht en dat is altijd gevaarlijk, zeker als zowel oppositie als meerderheid dat doen, maar misschien klopt er wel iets van. In die zin, ik ben ongelooflijk geïnteresseerd in alles wat met aquacultuur te maken heeft, ook omdat ik het fascinerend vind om te zien wat er allemaal mogelijk is. Anderzijds moeten we het draagvlak en de gemelde bezorgdheden zeer goed in het oog houden. Dit project wordt dus een evenwichtsoefening, waarbij we zowel oog moeten hebben voor de toekomst als moeten zorgen voor een draagvlak. We moeten goed weten wat er gebeurt en de effecten op de visserij goed onderzoeken. Ambitie is altijd gezond, maar gezond verstand is ook gezond, anders zou het geen gezond verstand zijn.

Ik zal dus het nodige doen om een intermediaire rol op te nemen en na te gaan hoe we alle actoren hier het beste bij kunnen betrekken. Het gaat hier om een meervoudig ruimtegebruik en dat is altijd een heel delicate evenwichtsoefening.

De voorzitter

De heer Vaneeckhout heeft het woord.

Jeremie Vaneeckhout (Groen)

Minister, we zitten op dezelfde lijn. Dank u wel voor de bezorgdheid.

Ik heb nog één aanvulling die ik daarnet in mijn repliek niet geuit heb: betrek er zeker ook de lokale besturen bij, want ik weet dat er ook wel wat bezorgdheid is, onder andere bij uw partijgenoten in Nieuwpoort. Ik denk dat het belangrijk is om die ook mee te nemen in heel het proces, want op recreatief gebied zijn er ook heel veel uitdagingen.

Maar alvast bedankt om die intermediaire rol op te nemen.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer