De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer de Bruyn heeft het woord.
Piet De Bruyn (N-VA)
Tijdens de eerste twee maanden van de coronaperiode zijn in Vlaanderen opvallend meer overtredingen in onze natuur vastgesteld. De meest voorkomende overtredingen zijn loslopende honden en fietsen op plaatsen waar het niet mag, maar ook mountainbikers in stiltegebieden, wildcrossen, fotograferen of paragliden over het militaire wolvendomein.
De natuurinspecteurs van de Vlaamse Gemeenschap stelden ruim 550 aanmaningen op tussen 12 maart 2020 en 13 mei 2020. Een stijging van liefst 174 procent in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Toen ging het om iets meer dan 200 aanmaningen.
Meestal gaat het om een schriftelijke waarschuwing omdat dit voldoende is om een einde te maken aan de overtreding. Toch kregen 165 overtreders een proces-verbaal en 101 overtreders een verslag van vaststelling, zeg maar een GAS-boete.
Enerzijds dienen de cijfers te worden genuanceerd omdat er nu meer inspecteurs aanwezig zijn en dus de pakkans aanzienlijk groter is. Anderzijds is deze opvallende stijging een onderschatting van de werkelijke cijfers omdat bij de vaststelling overtreders helaas vaak weigeren zich te identificeren. Ze fietsen of lopen verder zonder rekenschap te geven van wat ze hebben gedaan.
De aanwezigheid van de mens in de natuur op plaatsen waar het niet mag, heeft een negatief effect op onze natuur, zeker nu wanneer jonge dieren of nesten kunnen worden verstoord, met alle mogelijke nadelige gevolgen van dien.
Minister, overtreders beseffen vaak niet dat ze een fout begaan. Hebt u ideeën of initiatieven voor het sensibiliseren van de verschillende doelgroepen die van onze natuur gebruikmaken? Welk soort campagne is daarbij nodig? Moeten we grijpen naar expliciete foto’s zoals ook in tabakspreventie gebruikelijk is? Hoe kunnen we de positie van de natuurinspecteurs verbeteren als ze geen mandaat hebben om de identiteit van een overtreder vast te stellen die zich niet wenst te identificeren?
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Door de coronaperikelen heb ik dit jaar gekozen om één grote sensibiliseringscampagne uit te rollen en op die manier het budget te maximaliseren. Deze campagne zal in de week van 22 juni van start gaan en gedurende de volledige zomer worden aangehouden. De klemtoon zal worden gelegd op de gevaren en risico’s van en voor honden op de natuur, voor de mens en de hond zelf door bijvoorbeeld andere dieren zoals everzwijnen, of door auto’s op drukke wegen. In het najaar denkt het agentschap opnieuw na over mogelijke insteken voor sensibiliseringscampagnes in 2021.
Naast deze specifieke campagne moeten we verder inzetten op een bredere vorming, educatie, sensibilisering en informatie in het kader van de natuurhandhaving. In het huidige handhavingsplan van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) met als titel ‘Uitvoering van het vernieuwd handhavingsbeleid in Vlaanderen’ is voorzien in gerichte, proactieve en dus geplande interventies op basis van inzicht in de drijfveren van de meest risicovolle doelgroepen, om zo de naleefbaarheid van de regelgeving te verhogen.
Bij het ontwikkelen van de sensibiliseringscampagne ‘honden aan de leiband’ werd het gebruik van expliciete beelden in overweging genomen. Dat zou echter slechts een kant van het inhoudelijke verhaal afgedekt hebben. Een campagne met dergelijke toon zou daarnaast ook een stijlbreuk zijn met eerdere communicatieve initiatieven van het agentschap waarbij de klemtoon ligt op het informerende en niet op het choquerende.
De problematiek gaat ook verder dan enkel expliciete beelden van een hondenaanval op mens of dier. Daarbij heeft het agentschap ook afgewogen dat de hond vaak een gezinsdier is en dat men vaak in gezinsverband met de hond naar buiten trekt. In de communicatie wordt hier ook rekening mee gehouden. Een choquerende campagne waarbij ook expliciete beelden zouden worden gebruikt die terugkomen in terreinproducten, bleek ook daarom niet de meest geschikte piste.
Bij de vaststelling van een overtreding van de groene regelgeving kunnen natuurinspecteurs en boswachters de identiteit van de overtreder controleren. In situaties waarin overtreders weigeren om zich te identificeren, kan de natuurinspecteur of boswachter bijstand van de politie vragen. Als alternatief wordt de betrokkene soms gevolgd tot aan zijn wagen of woning of wordt een foto van de overtreder ter identificatie voorgelegd aan de wijkagent. De weigering om zich te identificeren vormt op zich een nieuw misdrijf dat ook gesanctioneerd kan worden. Een gewaarschuwd man is er twee waard, mijnheer De Bruyn, dus ik zou toch beleefd mijn papieren afgeven en me laten identificeren.
– Carina Van Cauter treedt als voorzitter op.
Piet De Bruyn (N-VA)
Krijg ik het woord van de voorzitter of mag ik rechtstreeks repliceren?
De voorzitter
Mijn excuses dat ik wat laat ben. De heer De Bruyn heeft het woord.
Piet De Bruyn (N-VA)
Blij u te zien, voorzitter.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik begin even met het laatste punt. Ik ben aangenaam verrast door de creativiteit die onze natuurinspecteurs aan de dag leggen om iemand die bot weigert zin identiteit prijs te geven, alsnog te proberen confronteren met de gevolgen van zijn daden maar op zich is het natuurlijk intriest dat daarvoor gepoogd moet worden iemand tot aan zijn wagen, laat staan tot aan zijn woning te achtervolgen, een foto te maken en die door te spelen aan de wijkagent. Ik ben heel blij dat men dit doet maar het blijft ergens toch een probleem dat het op die manier moet en niet anders kan. Ik begrijp dat u daar vandaag geen antwoord op kunt geven maar ik hoop toch dat we daar in de toekomst een betere oplossing voor kunnen vinden.
Verder ben ik tevreden dat u een ruime sensibiliseringscampagne aankondigt die ook de hele zomer zal duren en die verschillende doelgroepen voor ogen heeft om erop te wijzen hoe nadelig het kan zijn voor de natuur en voor de eigen hond, dat men die ongecontroleerd en ongeoorloofd laat rondlopen in een gebied waar ook wilde dieren voorkomen. Ik kan alleen maar hopen dat de sensibiliseringscampagne ervoor zorgt dat de grotere vertrouwdheid die de voorbije maanden is opgebouwd met de natuur, duurzamer wordt en dat het aantal inbreuken niet blijft stijgen maar eerder opnieuw zal dalen.
De voorzitter
De heer Pieters heeft het woord.
Leo Pieters (Vlaams Belang)
Een onderdeel dat de collega aanbracht, is het wildcrossen. Hier in Maaseik weten we daar heel veel van. Minister, ik zie u nog niet meteen wildcrossen, en mijnheer De Bruyn ook niet, maar dat gebeurt wel als men niet voorziet in circuits voor harde sporten. Als men die blijft afschaffen of verminderen tot er straks niets meer overblijft, dan krijgen we die toestanden steeds meer. Ik wil dat toch benadrukken. Hier in Maaseik heeft men daar wel een techniek voor: de politie maakt gebruik van fuiken waarin men zich vastrijdt. Ik neem echter aan dat dat niet overal het geval is. Nogmaals, als we beoefenaars van de harde sporten geen mogelijkheden geven, dan gaan we zulke toestanden krijgen, en ik neem aan dat een boswachter niet achter een wildcrosser aan kan gaan. Die zal hem toch iets te snel af zijn.
De voorzitter
Mijnheer Pieters, is dat een vraag aan de minister van Sport of aan de minister van Omgeving?
Leo Pieters (Vlaams Belang)
Toch aan de minister van Omgeving. We behandelen dat in deze commissie. Wij keuren regelgeving daaromtrent goed, of leggen die voor. We moeten daar dus toch oog voor hebben. Anders zal dat nog meer gebeuren. Minister, worden daar ook inspanningen voor gedaan, met handhaving aan de ene kant en het bieden van mogelijkheden aan de andere?
De voorzitter
De heer Ceyssens heeft het woord.
Lode Ceyssens (CD&V)
Ik deel de bekommernis van de heer Pieters enigszins. We kunnen wildcrossen natuurlijk ook voorkomen door ervoor te zorgen dat er infrastructuur is. Collega, ik denk dat er wel al veel pogingen daartoe zijn gedaan in het verleden. Er was een volledig ruimtelijk uitvoeringsplan, milieuvergunning inbegrepen, maar uiteindelijk was het een inwoner van Maaseik zelf die naar de Raad van State is getrokken om dat te vernietigen, terwijl er eigenlijk toch een breed draagvlak was om daar een circuit aan te leggen. Dat is een spijtige vaststelling.
Minister, u moet inderdaad handhaven, wat wildcrossers, en zeker en vast ook wat loslopende honden betreft, maar we moeten er ook over waken dat onze natuurgebieden zo veel mogelijk toegankelijk blijven. Dat blijft mijn pleidooi. Ik vind dat er op dat vlak meer mogelijkheden dan vandaag moeten zijn. Ik vind dat er snel wordt overgegaan tot het afsluiten van natuurgebieden, terwijl de toevallige bezoeker zich veeleer aan de bewegwijzerde routes zal houden. De natuurkenners of de lokale mensen, die daar hun weg kennen, die daar al jarenlang in alle stilte van de natuur genieten, worden ineens met een verbod geconfronteerd. Ik vind dat men in de mate van het mogelijke onze natuur zo veel mogelijk toegankelijk moet maken. Dat is geen vraag, maar een oproep van mijn kant.
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Collega’s, dank voor jullie opmerkingen en bezorgheden. Net om te handhaven in natuurgebieden hebben we extra natuurinspecteurs aangeworven. Ik denk dat dat een belangrijk sluitstuk van het beleid is. Dat moeten we dus blijven doen. We willen onze natuurgebieden toegankelijk blijven houden. We willen die blijven openstellen. Ik denk dat er op dit moment nauwelijks natuurgebieden zijn die volledig zijn afgesloten. We zetten ook verder in op de toegankelijkheidsregels die de vorige minister op gang had gebracht. Daarvan zijn we ook verder werk aan het maken.
Mijnheer Pieters, iedereen heeft natuurlijk zijn plaats. Inzake de circuits is er beleidsmatig nog geen beslissing genomen. Maar we mogen niet vergeten dat Vlaanderen helaas niet zo groot is. Iedereen vraagt daarin een plek, maar tegelijk willen we blijven bijbouwen. Dat is een moeilijk vraagstuk. Elk parlementslid moet er eens goed over nadenken hoe we daarmee verdergaan. Aan de ene kant – en ik begrijp dat – willen paardenliefhebbers een plaats, de circuits,... Aan de andere kant wil men volop blijven bouwen. Dan komen er op een bepaald moment natuurlijk wel conflicten. Er zullen keuzes moeten worden gemaakt. Er is ook de droogte waarmee we momenteel wordt geconfronteerd.
Jullie vragen van alles: die wil een plaats en ook die wil een plaats. Maar we kunnen niet alles voorzien op zo'n klein gebied. En dus zullen we keuzes moeten maken. De komende maanden en jaren zullen we, met de beleidskaders en het Instrumentendecreet dat voorhanden is, goed nadenken over die keuzes. Dat is de verantwoordelijkheid van alle parlementsleden in de commissie.
De voorzitter
De heer De Bruyn heeft het woord.
Piet De Bruyn (N-VA)
Ik heb geen bijkomende vragen, maar ik wil onderstrepen wat de minister zegt, vanuit mijn ervaring als voormalig woordvoerder van de minister van Ruimtelijke Ordening. Het zoeken naar ruimte waar ook lawaaisporten – of hoe men ze ook noemen wil – kunnen worden beoefend, blijft een hele moeilijke oefening, waarbij vaak de paraplu wordt opengetrokken. Het is een discussie die zeker aandacht verdient, maar ik zou ze graag verder voeren in het kader van een andere vraag en niet op dit moment.
De voorzitter
Dat zijn wijze woorden, collega.
Piet De Bruyn (N-VA)
Dank u wel.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.