Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 30 mei 2020 10:51 

De extra ondersteuning van 23,4 miljoen euro aan de landbouwers


Vraag om uitleg over extra ondersteuning van 23,4 miljoen euro aan onze landbouwers
van Chris Steenwegen aan minister Hilde Crevits

De voorzitter

– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.

De heer Steenwegen heeft het woord.

Chris Steenwegen (Groen)

Minister, dit gaat over de begrotingsaanpassing. In de vorige commissievergadering hebben we daarover van u vernomen dat de Vlaamse Regering heeft beslist om 23,4 miljoen euro extra steun toe te kennen aan onze landbouwers. Dat is een goede zaak. Ik denk dat we er allemaal blij mee kunnen zijn dat die extra middelen kunnen worden toegekend. Bij nader inzien blijkt echter dat die extra steun zou worden gebaseerd op de bestaande individuele inkomenssteun. Daar hebben wij het toch wel wat moeilijk mee. Het gemiddelde bedrag dat u aanhaalt, van 1100 euro, maskeert natuurlijk de zeer ongelijke verdeling van die inkomenssteun. Wie al veel steun krijgt omdat hij over hoogwaardige betalingsrechten beschikt, zal zo ook weer de meeste steun ontvangen. Wie vandaag weinig of niets ontvangt, zal via deze aanpak ook weinig of niets van die extra middelen krijgen. Dat is eigenlijk een omgekeerd herverdelingsmechanisme, en daar hebben we het toch wel wat moeilijk mee, wetend dat vandaag 80 procent van de steun naar 20 procent van de bedrijven gaat, en dus omgekeerd 80 procent van de bedrijven maar 20 procent van de steun krijgt.

Minister, vandaar mijn vragen. Vanwaar de keuze voor die koppeling aan de individuele inkomenssteun? We zien immers toch dat men in het kader van corona vaak met veeleer lineaire, forfaitaire maatregelen is gekomen. Elk bedrijf kon een beroep doen op bepaalde steun, maar die was voor iedereen eigenlijk ongeveer gelijk. Kunt u per land- en tuinbouwsector, en graag ook apart voor biolandbouw, aangeven welke de gemiddelde inkomenssteun is voor die sector? Wat is de waarde van een gemiddeld betalingsrecht? Wat is de waarde van de hoogste betalingsrechten? Hoeveel bedrijven komen in aanmerking voor de steun, in absolute cijfers en in percentages? Wat is het hoogste bedrag dat zal worden uitgekeerd? Hoeveel bedrijven zullen geen beroep kunnen doen op deze steun?

De voorzitter

Minister Crevits heeft het woord.

Minister Hilde Crevits

Collega Steenwegen, dank u wel. Ik ben in elk geval heel blij dat u ook positief staat tegenover het principe dat dit gebeurt. Uw vragen gaan eigenlijk over de manier waarop de steun wordt gegeven.

In tijden van crisis valt het nog sterker op welke sectoren onze samenleving draaiende houden. De voorbije weken is zeker gebleken dat het belangrijk is om onze voedselzekerheid veilig te stellen. Veel discussies zullen nog worden gevoerd. Binnen het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) van de Europese Unie is het waarborgen van die voedselzekerheid al van bij de start een van dé doelstellingen. Dat betekent voldoende en betaalbaar voedsel voor de Europese burger aan de vraagzijde en tegelijk een redelijke levensstandaard voor landbouwers aan de aanbodzijde. Net als de rest van onze economie is onze landbouwsector ook sterk getroffen door de coronamaatregelen. Ik heb al een aantal keren benadrukt dat het geen productiecrisis is, want onze boeren ploegden voort en er is voedsel genoeg. De negatieve prijsevoluties zijn vooral te wijten aan verstoorde afzetketens in nagenoeg de hele EU, en bij uitbreiding de hele wereld.

Ik heb vorige week in het parlement toegelicht dat de middelen van het GLB verdeeld zijn over twee pijlers. We hebben er in het verleden voor gekozen om jaarlijks tot 10 procent van de middelen van de eerste pijler naar de tweede te verschuiven, voor de financiering van PDPO III (Programmeringsdocument voor Plattelandsontwikkeling). Dat doen we dit jaar niet, ten gevolge van de coronacrisis. Op zich is er dus geen sprake van een nieuwe koppeling van de middelen aan de basisbetalingsregeling. Het zijn middelen die afkomstig zijn uit die regeling en daar gewoon dit jaar behouden blijven.

De basisbetaling is ook geen blanco cheque. De landbouwers moeten voldoen aan een uitgebreide reeks randvoorwaarden die een marktgerichte, duurzame landbouw nastreven in overeenstemming met de wensen van de maatschappij. Het is een belangrijke stimulans voor betere evenwichten tussen landbouw en milieu.

De randvoorwaarden bestaan zowel uit de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen (RBE’s) als uit de goede landbouw- en milieucondities (GLMC’s). De RBE’s zijn gebaseerd op dertien Europese richtlijnen en verordeningen die betrekking hebben op milieu, volksgezondheid, dierengezondheid, gezondheid van planten en dierenwelzijn. Dat zijn verplichtingen voor de boeren. Daarnaast zijn er ook normen voor de goede landbouw- en milieuconditie van de grond. Die normen hebben betrekking op water, bodem, koolstofvoorraad, biodiversiteit en het minimaal onderhoud van het landschap. Het gaat om maatregelen die hun nut hebben bewezen, tot de goede landbouwpraktijken behoren en controleerbaar zijn. Onze landbouwers moeten hieraan voldoen om de steun volledig te ontvangen. Vaak gaat het om regels die in derde landen niet van toepassing zijn en daardoor tot een concurrentieel nadeel voor de Europese boeren kunnen leiden. De inkomenssteun compenseert dit nadeel gedeeltelijk.

In 2019 bedroeg de gemiddelde steun uit de eerste pijler aan landbouwbedrijven 9985 euro. Het gemiddelde betalingsrecht had een waarde van 209 euro per hectare. In totaal namen iets meer 21.000 landbouwers deel aan de basisbetalingsregeling. Dat vormt het grootste deel van de ongeveer 23.000 landbouwbedrijven in Vlaanderen. Het hoogste bedrag dat als basistoeslag aan een individueel bedrijf wordt uitgekeerd, is nog niet bekend. De berekeningen en betalingen gebeuren vanaf de tweede helft van oktober 2020. Alle betalingen in het verleden kunnen per individuele begunstigde worden geraadpleegd. We bieden op dat vlak transparantie, want we maken van elk van de 21.000 begunstigden bekend hoeveel steun uit het GLB hij ontvangt.

Wat de biosector betreft, leggen mijn diensten momenteel de laatste hand aan het nieuwe biorapport, waarin alle cijfers en tendensen zullen staan. Dat rapport zal op 29 mei 2020 op de website van het Departement Landbouw en Visserij worden bekendgemaakt.

De voorzitter

De heer Steenwegen heeft het woord.

Chris Steenwegen (Groen)

Minister, u hebt mijn vraag om uitleg eigenlijk niet beantwoord. Ik zal de cijfers nog consulteren. U hebt gezegd dat u een biorapport zult uitbrengen en dat ik dat dan zal vernemen. U hebt gezegd dat de cijfers voor 2009 niet bekend zijn enzovoorts. De betalingsrechten liggen echter vast. Ik zal dat nog consulteren, maar ik vind het een beetje spijtig dat u er zich gemakkelijk van afmaakt door te stellen dat die bedragen uit de eerste pijler komen en dat die verdeling op die manier gebeurt. Het zou volgens mij veel eerlijker zijn en meer in de lijn liggen van wat de EU in de toekomst van ons verwacht die middelen op een andere manier te verdelen.

Wat nu een zeer onrechtvaardige en onbillijke verdeling is, wordt hier nog eens bevestigd. Zij die de weg naar de EU goed kennen, de grote bedrijven, krijgen veel uit deze pot. De kleinere bedrijven, die daar minder een beroep op doen of kunnen doen, zullen weer weinig tot geen steun krijgen. Ik vind dat spijtig. Het zou goed zijn wat herverdelend te werken en de bedrijven die nu op weinig tot geen steun vanuit de eerste pijler kunnen rekenen, in deze moeilijke tijden toch wat meer financiële steun te geven.

We plaatsen al onze hoop dan maar op het nieuwe GLB. We hopen dat daarmee een duidelijke koerswijziging op dat vlak zal worden ingezet, zodat we kunnen gaan naar een systeem dat bedrijven op een billijker manier vergoedt. Zo kunnen we de subsidiëring meer in lijn brengen met wat we maatschappelijk in de toekomst van landbouwbedrijven verwachten.

De voorzitter

Minister Crevits heeft het woord.

Minister Hilde Crevits

Collega Steenwegen, u hebt gelijk dat ik niet geantwoord heb op zaken waar ik niet op kon antwoorden, cijfers die ik nu niet kan vrijgegeven.

Het is misschien belangrijk dat u het volgende weet, want ik begrijp uw zorg. Wij hebben aan Europa gevraagd om de middelen op een andere manier te verdelen dan via toeslagen op de directe steun, maar dat kon niet. Waar we anders 10 procent afpakken om in PDPO III te steken, komt het bedrag er nu bij. Je hebt daar verdeelcriteria. We doen dat ook maar één keer. Je kunt daar niet zoveel in ingrijpen.

Cijfers van vorige jaren ziet u per boer, met naam en toenaam, op www.belpa.be. Er is ook volledige transparantie voor de GLB-cijfers. Wat de biosector betreft, kennen we de effectief betaalde toeslagen pas in het najaar, omdat op dat moment ook de betalingen gebeurd zullen zijn. Het is helemaal niet mijn intentie om dingen achter te houden voor u, hoor. Wat ik kan geven, geef ik al mee. Wat ik nog niet kan geven, geef ik nog niet mee.

Ik heb wellicht in mijn antwoord niet gezegd dat we wel de vraag hebben gesteld of we op een andere manier konden gaan verdelen, maar daarop was het antwoord negatief.

De voorzitter

Dat is een belangrijke aanvulling op uw antwoord, minister.

De heer Steenwegen heeft het woord.

Chris Steenwegen (Groen)

Minister, dank u wel. Het verduidelijkt helemaal waarom de verdeling gebeurt zoals u ze hebt aangekondigd. Het is een beetje spijtig dat u dat niet eerder hebt gezegd, want het was mij niet bekend dat die beperking er was. Mijn vraag is er vooral gekomen omdat ik reactie heb gekregen van een aantal boeren die daar echt ontstemd over waren en die waarschijnlijk ook niet weten dat die mogelijkheid bestaat maar echt vonden dat dit de bevestiging was van een landbouwbeleid en een verdeling van subsidies die zij als onbillijk en onrechtvaardig ervaren. Ik herhaal het: we gaan het bekijken in de toekomst en ik hoop dat we tot een andere verdeling van die subsidies kunnen komen. Maar ik begrijp nu dat het voor deze ene fase en voor dit ene jaar niet anders kon. Ik dank u voor het antwoord, dat verduidelijkte alles.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer