|
13 mei 2020 |
10:05 |
|
Corona crisis: Brussel vergoedt verlies landbouwbedrijven
Bijzondere machtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/015 betreffende de steun in het kader van de gezondheidscrisis Covid-19 tot vergoeding van de ondernemingen actief in de primaire productie van landbouwproducten en de aquacultuur op het gebied van voeding
|
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
Gelet op de ordonnantie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de gezondheidscrisis Covid-19, artikel 2;
Gelet op artikel 2, § 3, 5°, van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 04 mei 2020;
Gelet op de goedkeuring van de Europese Commissie, gegeven op 24 april 2020;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de gezondheidscrisis Covid-19 en de maatregelen om de verspreiding ervan te beperken ernstige gevolgen hebben voor de economie;
Dat het noodzakelijk is om dringend steunmaatregelen te voorzien voor de getroffen ondernemingen, ten einde de economische schade te beperken;
Dat de ondernemingen die actief zijn in de primaire productie van landbouwproducten en de aquacultuur te kampen hebben met diverse problemen en effecten, zoals onderbrekingen in de productiestroom, stopzettingen van de productie, de vernietiging van voorraden, de afwezigheid van stagiaires en vrijwilligers, onbetaalde facturen, etc.;
Dat deze problemen leiden tot een inkomensverlies die de overleving van de ondernemingen in het gedrang brengt;
Dat wanbetalingen ten gevolge van liquiditeitsproblemen een domino-effect in de economie zou kunnen veroorzaken, hetgeen ten alle koste moet vermeden worden;
Dat deze problemen en effecten op zeer korte termijn voelbaar zullen zijn en dat het dus niet verantwoord is om enige vertraging op te lopen in het uitvoeren van de steunmaatregel;
Dat de steun daarom zo snel mogelijk moet kunnen uitgekeerd worden, en de spoedeisendheid dus verantwoord is;
Gelet op advies 67.277/1 van de Raad van State, gegeven op 27 april 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Landbouw en Leefmilieu,
Na beraadslaging,
Besluit :
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° minister: de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Landbouw;
2° tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun: de mededeling van de Commissie van 19 maart 2020 betreffende de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak, gewijzigd bij de mededeling van 3 april 2020;
3° begunstigde: de natuurlijke of rechtspersoon die de steun aanvraagt of ontvangt;
4° verordening (EU) nr. 702/2014: de verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard;
5° verordening (EU) nr. 1388/2014: de verordening (EU) nr. 1388/2014 van de Commissie van 16 december 2014 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard;
6° BEW: Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.
Art. 2. De minister verleent steun aan de ondernemingen die actief zijn in de primaire productie van landbouwproducten en de aquacultuur op het gebied van voeding en die inkomensverlies lijden ten gevolge van de gezondheidscrisis Covid-19.
De steun wordt verleend onder de in de tijdelijk kaderregeling inzake staatssteun bedoelde voorwaarden.
HOOFDSTUK 2. - Steunvoorwaarden
Art. 3. De begunstigde:
1° is een rechtspersoon of een natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent, met uitzondering van de publieke rechtspersonen;
2° is in minstens één vestigingseenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest actief in de primaire voedselproductie, met name de teelt van planten en het fokken van dieren voor de productie van levensmiddelen en dierenvoeder;
3° oefent een activiteit opgenomen in de bijlage uit, zoals ingeschreven onder de btw-activiteiten in de Kruispuntbank van Ondernemingen op 13 maart 2020;
4° heeft minstens één vestigingseenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen op 13 maart 2020, en beschikt er over menselijke middelen en goederen die specifiek voor hem bestemd zijn;
5° lijdt inkomensverlies ten gevolge van de gezondheidscrisis Covid-19;
6° heeft geen steun ontvangen in het kader van het bijzondere machtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/013 van 7 april 2020 betreffende de steun tot vergoeding van de ondernemingen getroffen door de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken of het bijzondere machtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/007 van 16 april 2020 betreffende de steun tot vergoeding van erkende sociale inschakelingsondernemingen die getroffen zijn door de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
7° verkeerde niet in moeilijkheden op 31 december 2019, in de zin van artikel 2, punt 14, van de verordening (EU) nr. 702/2014 of van artikel 3, punt 5, van de verordening (EU) nr. 1388/2014, naar gelang de sector waarin de begunstigde actief is;
8° heeft tot dusver onder punt 23 van de tijdelijke kaderregeling inzake staatsteun, inclusief de premie bedoeld in dit besluit:
a) niet meer dan 100.000 euro steun ontvangen indien hij enkel actief is in de primaire productie van landbouwproducten, of niet meer dan 120.000 euro indien hij enkel actief is in de visserij- en aquacultuursector;
b) indien hij zowel in de primaire productie van landbouwproducten als in de visserij- en aquacultuursector actief is:
i) niet meer dan 120.000 euro steun ontvangen, waarvan;
ii) niet meer dan 100.000 euro steun voor de primaire productie van landbouwproducten.
Art. 4. Is uitgesloten van de steun of desgevallend gehouden tot de terugbetaling ervan, de begunstigde die:
1° een sanctie wordt opgelegd op grond van artikel 10 van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, of elke andere regelgeving die het vervangt of waardoor het wordt vervangen;
2° opzettelijk onjuiste inlichtingen verstrekt;
3° niet alle toepasselijke verplichtingen op het gebied van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht naleeft;
4° in staat van faillissement of van vereffening verkeert, zijn werkzaamheden heeft gestaakt, een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor hem een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie aanhangig is, of hij in een vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen;
5° zich in een van de gevallen bevindt als bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, van de ordonnantie van 8 oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie, zolang hij de subsidies als bedoeld in voornoemde ordonnantie niet terugbetaalt overeenkomstig de regels bedoeld in haar artikel 4.
De begunstigde leeft de voorwaarden bepaald in het eerste lid na gedurende een periode van drie jaar vanaf de datum van de toekenning van de steun.
HOOFDSTUK 3. - Vorm en omvang van de steun
Art. 5. De steun bestaat uit een eenmalige premie van 3.000 euro.
Art. 6. § 1. De steun wordt verleend binnen de perken van de basisallocatie van de begroting 12.021.38.05.3132 .
§ 2. Indien de beschikbare begrotingskredieten toereikend zijn, wordt de premie toegekend aan alle begunstigden die in aanmerking komen overeenkomstig de steunvoorwaarden bepaald in hoofdstuk 2.
§ 3. Indien de beschikbare begrotingskredieten ontoereikend zijn om de premie toe te kennen aan alle in aanmerking komende begunstigden, worden de begunstigden onderverdeeld in twee categorieën, op basis van de uitgeoefende activiteit, zoals ingeschreven onder de btw-activiteiten in de Kruispuntbank van Ondernemingen op 13 maart 2020:
1° teelt en plantenvermeerdering, als bedoeld onder de NACE BEL 2008 codes 01.110 tot en met 01.309;
2° veeteelt, gemengd bedrijf, ondersteunende landbouwactiviteiten, visserij en aquacultuur, als bedoeld onder de NACE BEL 2008 codes 01.410 tot en met 01.640 en 03.110 tot en met 03.220.
De begunstigden die vallen onder de eerste categorie hebben voorrang. De beschikbare begrotingskredieten worden eerst evenredig verdeeld onder alle in aanmerking komende begunstigden in de eerste categorie. Elke begunstigde ontvangt maximaal 3.000 euro.
Indien er vervolgens nog begrotingskredieten beschikbaar zijn, worden ze evenredig verdeeld onder de in aanmerking komende begunstigden in de tweede categorie. Het bedrag van de premie is in dat geval gelijk aan de nog beschikbare begrotingskredieten gedeeld door het aantal begunstigden in de tweede categorie.
HOOFDSTUK 4. - Procedure voor de behandeling
van de steunaanvraagdossiers en de vereffening van de steun
Art. 7. De begunstigde dient de steunaanvraag in bij BEW door middel van een formulier dat BEW ter beschikking stelt op zijn website.
BEW ontvangt de steunaanvraag ten laatste op 29 mei 2020.
De begunstigde vermeldt in zijn aanvraag alle steun die hij onder de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun heeft ontvangen.
Art. 8. De toekenningsbeslissing wordt aan de begunstigde betekend na de ontvangst en rangschikking van alle aanvragen, ten laatste op 31 december 2020.
BEW deelt de begunstigde mee dat de steun overeenkomstig de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun wordt verleend.
Art. 9. De steun wordt in één enkele schijf vereffend op een Belgisch bankrekeningnummer op naam van de begunstigde.
Art. 10. BEW maakt binnen de twaalf maanden na de toekenning ervan de nodige informatie over elke steun toegekend op grond van dit besluit bekend op de uitgebreide staatssteunwebsite of via het IT-instrument van de Europese Commissie.
De nodige informatie is die bedoeld in bijlage III bij de verordening (EU) nr. 702/2014 of in bijlage III bij de verordening (EU) nr. 1388/2014, naar gelang de sector waarin de begunstigde actief is.
BEW bewaart gedurende een periode van tien jaar na de toekenning van de steun alle informatie die nodig is om te kunnen nagaan of aan de vastgestelde voorwaarden is voldaan. BEW verstrekt deze informatie aan de Europese Commissie indien zij daarom verzoekt.
HOOFDSTUK 5. - Het toezicht op en de terugbetaling van de steun
Art. 11. Hoofdstuk X van de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen is van toepassing op dit besluit.
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art. 12. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 13. De minister is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 7 mei 2020.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering:
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang,
R. VERVOORT
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor bevoegd voor Economie, Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve democratie,
A. MARON
Bijlage. - btw-activiteiten die in aanmerking komen voor de steun |
Annexe. - Activités T.V.A. éligibles à l'aide |
NACE BEL 2008 code |
Beschrijving |
Code NACE
BEL 2008 |
Description |
01.110 |
Teelt van granen (m.u.v. rijst), peulgewassen en oliehoudende zaden |
01.110 |
Culture de céréales (à l'exception du riz), de légumineuses et de graines oléagineuses |
01.120 |
Teelt van rijst |
01.120 |
Culture du riz |
01.130 |
Teelt van groenten, meloenen en wortel- en knolgewassen |
01.130 |
Culture de légumes, de melons, de racines et de tubercules |
01.140 |
Teelt van suikerriet |
01.140 |
Culture de la canne à sucre |
01.160 |
Teelt van vezelgewassen |
01.160 |
Culture de plantes à fibres |
01.199 |
Teelt van andere eenjarige gewassen, n.e.g. |
01.199 |
Autres cultures non permanentes n.c.a. |
01.210 |
Teelt van druiven |
01.210 |
Culture de la vigne |
01.220 |
Teelt van tropisch en subtropisch fruit |
01.220 |
Culture de fruits tropicaux et subtropicaux |
01.230 |
Teelt van citrusvruchten |
01.230 |
Culture d'agrumes |
01.240 |
Teelt van pit- en steenvruchten |
01.240 |
Culture de fruits à pépins et à noyau |
01.250 |
Teelt van andere boomvruchten, kleinfruit en noten |
01.250 |
Culture d'autres fruits d'arbres ou d'arbustes et de fruits à coque |
01.260 |
Teelt van oliehoudende vruchten |
01.260 |
Culture de fruits oléagineux |
01.270 |
Teelt van gewassen bestemd voor de vervaardiging van dranken |
01.270 |
Culture de plantes à boissons |
01.280 |
Teelt van specerijgewassen en van aromatische en medicinale gewassen |
01.280 |
Culture de plantes à épices, aromatiques, médicinales et pharmaceutiques |
01.290 |
Teelt van andere meerjarige gewassen |
01.290 |
Autres cultures permanentes |
01.309 |
Overige plantenvermeerdering |
01.309 |
Autre reproduction de plantes |
01.410 |
Fokken van melkvee |
01.410 |
Elevage de vaches laitières |
01.420 |
Fokken van andere runderen en buffels |
01.420 |
Elevage d'autres bovins et de buffles |
01.430 |
Fokken van paarden en andere paardachtigen |
01.430 |
Elevage de chevaux et d'autres équidés |
01.440 |
Fokken van kamelen en andere kameelachtigen |
01.440 |
Elevage de chameaux et d'autres camélidés |
01.450 |
Fokken van schapen en geiten |
01.450 |
Elevage d'ovins et de caprins |
01.461 |
Fokvarkenshouderijen |
01.461 |
Elevage de porcs reproducteurs |
01.462 |
Varkensvetmesterijen |
01.462 |
Elevage de porcs à l'engrais |
01.471 |
Kippenkwekerijen |
01.471 |
Elevage de poules |
01.472 |
Productie van eieren van pluimvee |
01.472 |
Production d'oeufs de volailles |
01.479 |
Pluimveehouderijen, m.u.v. kippenkwekerijen |
01.479 |
Elevage de volailles, sauf poules |
01.490 |
Fokken van andere dieren |
01.490 |
Elevage d'autres animaux |
01.500 |
Gemengd bedrijf |
01.500 |
Culture et élevage associés |
01.610 |
Ondersteunende activiteiten in verband met de teelt van gewassen |
01.610 |
Activités de soutien aux cultures |
01.620 |
Ondersteunende activiteiten in verband met de veeteelt |
01.620 |
Activités de soutien à la production animale |
01.630 |
Activiteiten met betrekking tot gewassen na de oogst |
01.630 |
Traitement primaire des récoltes |
01.640 |
Zaadbewerking met het oog op vermeerdering |
01.640 |
Traitement des semences |
03.110 |
Zeevisserij |
03.110 |
Pêche en mer |
03.120 |
Binnenvisserij |
03.120 |
Pêche en eau douce |
03.210 |
Mariene aquacultuur |
03.210 |
Aquaculture en mer |
03.220 |
Aquacultuur in zoet water |
03.220 |
Aquaculture en eau douce |
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/015 van 07 mei 2020 betreffende de steun in het kader van de gezondheidscrisis Covid-19 tot vergoeding van de ondernemingen actief in de primaire productie van landbouwproducten en de aquacultuur op het gebied van voeding;
Brussel, 7 mei 2020.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering:
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang,
R. VERVOORT
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor bevoegd voor Economie, Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve democratie,
A. MARON
LEES
|
|
|
|