De Belgische aardappelsector weet niet wat te doen met zo'n 1 miljoen ton aardappelen. Die liggen opgeslagen in de schuren in het hele land. In normale tijden zijn ze 150 tot 200 miljoen euro waard. Dan verkopen de boeren ze ze aan aardappelbedrijven, die vorig jaar nog 5,3 miljoen ton diepvriesfrieten, puree en chips maakten. Dat was 3,8 procent meer dan in 2018.
Dit jaar staat een daling in de sterren geschreven, want de coronacrisis doet de verkoop fors afnemen. Vooral de instortende export speelt de sector parten. Restaurants in de hele wereld sloten hun deuren en nu ook de Olympische spelen en het Europees Kampioenschap voetbal uitgesteld worden, zal er een pak minder Belgische friet gegeten worden.
De export is goed voor 90 procent van de Belgische diepvriesfrietenverkoop. Vorig jaar ging het om 2,7 miljoen ton diepgevroren aardappelproducten, 8,1 procent meer dan in 2018. In euro's steeg de verkoop zelfs met 18,2 procent naar 1,9 miljard euro.
Die cijfers zal de sector in 2020 niet evenaren. Een kleine maand geleden was er nochtans hoop dat het allemaal zou meevallen. Belgen en andere sommige andere Europeanen hamsterden frieten in de supermarkt. 'Maar dat bleek een tijdelijk effect', zegt Romain Cools van Belgapom, de federatie van aardappelverwerkende bedrijven. 'De verkoop in de supermarkt daalt nu. Het hamsteren is voorbij.'
'De diepvriesfrietenmakers stockeren hun voorraden nu in magazijnen om ze in betere tijden te verkopen', zegt Cools. 'Maar intussen raken de magazijnen steeds voller.' Sommige bedrijven hebben daarom beslist bijna geen nieuwe diepvriesfrieten te maken.
Dat is voelbaar tot op het erf van de boeren. Daar liggen nu hopen aardappelen. Een groot deel zal nog worden opgehaald door de aardappelverwerkers, zij het met wat uitstel. Hun verkoop is geregeld in contracten die niet zomaar opzegbaar zijn.
Een belangrijk deel - 1 miljoen ton - wordt normaal verkocht via schommelende marktprijzen. Doordat de vraag nihil is, zijn die aardappelen momenteel onverkoopbaar. Een deel dreigt te eindigen als dierenvoeding.
De schade voor de boeren dreigt nog groter te worden. Op dit moment zaaien ze aardappelen die in de zomer en het vroege najaar worden geoogst. 'Maar door het coronavirus is het belangrijk dat niet alle aardappelen zoals gepland geplant worden', zegt Cools.
De contracten voor de nieuwe teelt zijn al lang getekend. 'De aardappelverwerkers zetten de contracten nu stop, maar ze vergoeden wel het pootgoed (ontkiemende aardappelplanten, red.) en ze betalen een vergoeding voor de pacht van het land.'
De sector vreest zware gevolgen voor de boeren en verwerkers als Clarebout Potatoes, Agristo en McCain, die vorig jaar bijna 300 miljoen euro investeerden. 'Zij lopen inkomsten mis en dat heeft gevolgen voor hun cashvoorraden', zegt Cools. 'Er zullen verwerkers verlies maken dit jaar. Het wordt een rood jaar voor de hele sector.'
'De Belgische ministers van Landbouw proberen samen met hun Franse en Nederlandse collega's Europese steun te krijgen', zegt Cools. Al rijst de vraag of dat zal lukken. 'Twee jaar geleden probeerden we voor de door droogte mislukte oogst overmacht in te roepen. Dat mislukte.'
Los van de gecontracteerde aardappelen zijn er ook nog heel wat telers met vrije aardappelen. Door het uitbreken van de coronacrisis zijn die plots zo goed als waardeloos geworden omdat er geen marktwerking meer is. “Aardappelen zijn een vers product met een beperkte houdbaarheid en we zijn al ver gevorderd in het bewaarseizoen. Een eerste raming schat dat nog 30 tot 35 procent van de aardappelen die vandaag nog in stock liggen, vrije aardappelen zijn. Het is essentieel dat er ook voor deze aardappelen een oplossing komt. Het aanzienlijke waardeverlies veroorzaakt door deze crisis is geen normaal ondernemersrisico”, stelt de volledige aardappelketen.
Met het mooie weer is ook het planten van de vroege aardappelen voor volgend seizoen gestart. Wat dat seizoen gaat brengen, is op dit moment onduidelijk. “Sommige specifieke markten zoals verse en gekoelde frieten of de versmarkt, kunnen nog niet inschatten wat het herstel zal zijn van hun afzet. Bovendien zal de verwerking langer op aardappelen van het huidig seizoen draaien en zijn er nog erg grote voorraden. Dat kan ertoe leiden dat het seizoen 2020-2021 met één tot twee maanden ingekort wordt."
De gecontracteerde volumes worden naar beneden bijgesteld. Concreet betekent dit dat een aantal aardappelverwerkende bedrijven hun aardappeltelers hebben aangeschreven met de vraag om een aantal contracten alsnog te schrappen. Sommige verwerkers geven telers hiervoor een vergoeding tot 250 euro per hectare en het pootgoed dat eventueel al geleverd werd, wordt op kosten van de verwerker terug opgehaald bij de teler.
Zeker bij de Nederlandse verwerkingsbedrijven is dit aan de orde omdat zij sterk gericht zijn op de foodservice en de fastfoodsector waar de vraag nu bijna volledig is weggevallen. De Belgische verwerkers hebben vaak een meer gediversifieerde productportefeuille, maar ook zij stellen de vraag om contracten te schrappen. Volgens Cools zijn de telers wel geneigd om in te gaan op deze vraag. Hoeveel van die contracten uit de markt moeten gehaald worden, verschilt van bedrijf tot bedrijf. “Het is niet evident om daar een cijfer op te plakken."
In een aantal contracten staat ‘overmacht’ vermeld als reden voor de verwerkende industrie om het contract niet na te komen. Bestaat de kans dat het zover komt? “Ik kan niet garanderen dat dit niet gebeurt”, bevestigt Cools. “Als je als verwerker je volledige afzetmarkt ziet wegvallen, dan is dat werkelijk een situatie van overmacht.” Hij zegt wel dat Belgapom zijn leden oproept om met de telers in dialoog te gaan en samen een oplossing te zoeken. “Wellicht zal er van beide kanten water bij de wijn moeten gedaan worden om tot een oplossing te komen.”