Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 05 mrt 2020 08:32 

Toegang tot landbouwgrond voor CSA-boerderijen


Vraag om uitleg over de toegang tot landbouwgrond voor CSA-boerderijen (community-supported agriculture) van Steven Coenegrachts aan minister Hilde Crevits

De voorzitter

De heer Coenegrachts heeft het woord.

Steven Coenegrachts (Open Vld)

Minister, de economische businessmodellen in de land- en tuinbouw diversifiëren is een van de objectieven die in het kader van de vooropgestelde schaalverandering in de land- en tuinbouw in Vlaanderen worden aangemoedigd. Het is dus belangrijk dat we vanuit het beleid ook alle soorten businessmodellen blijven flankeren om ervoor te zorgen dat hun ontwikkelingskansen gaaf blijven.

Een van die nieuwere concepten is ‘community-supported agriculture’ (CSA). Het concept staat bij ons nog wat in de kinderschoenen. Het ontwikkelt zich wel sterk in de rand van steden, waar er wordt gezocht naar een sterkere band tussen consument en producent. We spreken momenteel over een 55-tal CSA-boerderijen, waar een areaal van ongeveer 100 hectare landbouwgrond wordt bewerkt. De meeste CSA-boerderijen zijn trouwens biobedrijven, of houden er alleszins agro-ecologische landbouwpraktijken op na.

De toegang tot landbouwgrond is het belangrijkste knelpunt hiervoor. Dat is gebleken uit een bevraging van de CSA-boerderijen. Dat is niet zo heel verwonderlijk. We hebben het daar al vaak over gehad hier. Dat geldt eigenlijk ook voor alle reguliere landbouwbedrijven. Dat lijkt me een probleem waarover we nog vaak zullen praten. We zullen daarop blijven hameren, al kennen we dat allemaal wel.

Een CSA-boerderij heeft een gemiddelde oppervlakte van 2,7 hectare. Die boerderijen worden ondersteund door vzw De Landgenoten, die tracht gronden te verwerven en die dan ter beschikking te stellen van dit soort boerderijen. De output daarvan blijft echter te bescheiden om aan de volledige vraag te voldoen. Dat maakt dat een kwart van de CSA-boeren op onzekere gronden werkt. Een kleine helft, 47 procent, van de zaakvoerders is eigenaar van de gronden, maar die andere helft moet het dan doen met gronden die hij gratis in bruikleen krijgt, of heeft een zogenaamde bezetting ter bede of andere gebruiksovereenkomsten. Voor 26 procent geldt een officiële seizoens- of loopbaanpacht.

Minister, hebt u de resultaten van het rapport over de CSA-bedrijven inmiddels al besproken en geëvalueerd met de initiatiefnemers? Hoe wilt u het beleid aanpassen zodat CSA-boerderijen kunnen uitgroeien tot volwaardige businessmodellen, die tegemoetkomen aan het objectief om te komen tot schaalverandering in onze Vlaamse land- en tuinbouw?

Hoe wilt u tegemoetkomen aan het grootste knelpunt, namelijk het verlenen van toegang tot landbouwgrond? Nogmaals, dat is voor CSA-boerderijen en andere boerderijen gelijk.

Zal er met een nieuwe vorm van landbouwbedrijven rekening worden gehouden bij de modernisering van de pachtwet?

De voorzitter

Minister Crevits heeft het woord.

Minister Hilde Crevits

Ik heb uiteraard kennisgenomen van de resultaten van de enquête die werd bekendgemaakt op de studiedag ‘grond voor agro-ecologische boeren’, die eind 2019 heeft plaatsgevonden. Voor de mensen die geïnteresseerd zijn: de resultaten zijn terug te vinden op de website van De Landgenoten.

De rode draad in de bekendgemaakte resultaten is een heel complex probleem: de schaarste aan beschikbare landbouwgrond en de problemen die dit oplevert voor jonge, startende boeren – niet alleen voor CSA-boeren. Dat is geen nieuw gegeven: het is bekend dat de gronddruk in Vlaanderen bijzonder hoog is. Alle landbouwers, van klein tot groot, van bio tot gangbaar, ervaren de beschikbaarheid van vrije gronden als het grootste knelpunt. Er stond enkele dagen geleden een artikel in de krant over de Antwerpse situatie. Hoe komt het dat grond soms verdwijnt? Als iemand bijvoorbeeld met pensioen gaat en de woning wordt voor iets anders gebruikt, dan is er geen voorgebruikrecht op die grond. Er zijn dus veel problemen.

Het huidige beleid voorziet wel in een aantal instrumenten die specifieke of nieuwe, kleinere of innovatieve landbouwmodellen ondersteunen. Ik denk bijvoorbeeld aan de VLIF-opstartsteun (Vlaams Landbouwinvesteringsfonds) en de steun voor de ontwikkeling van kleine landbouwondernemingen.

Het is collega Schauvliege die vorig jaar ook een driejarige projectsubsidie heeft gegeven van 130.000 euro aan de vzw CSA Netwerk. Die subsidie maakt het mogelijk om hun werking te professionaliseren en hun leden met raad en daad bij te staan.

Het is absoluut mijn bedoeling om binnen het nieuwe GLB de pistes te bekijken die kleine, veelbelovende starters kunnen helpen. We denken daarbij in het bijzonder aan advies over de verschillende verdienmodellen en het opstartadvies ter ondersteuning van de uitvoering van een doordacht businessplan. Want als we spreken met boeren, ook jonge boeren, dan voel ik dat er heel veel nood is aan het kennen van het onderscheid tussen de verdienmodellen, en aan het krijgen van steun om grote innovaties te doen.

Uw laatste twee vragen zijn de moeilijkste, omdat ik daar vandaag geen pasklaar antwoord op heb. De grondenproblematiek is bijzonder complex. In de commissie wordt dat vaak verengd tot de pachtwet, en dat was ook mijn eerste reflex: we lossen dat op met de pachtwet. Maar het is natuurlijk niet zo gemakkelijk. Het is trouwens een van de moeilijkste dossiers van deze legislatuur.

Een eerste belangrijke parameter die de beschikbaarheid van landbouwgronden bepaalt is de ruimtelijke ordening en de basisrechten die daaraan gekoppeld zijn. U weet dat de strategische visie in Vlaanderen is dat er 750.000 hectare landbouwgrond bestemd moet zijn voor professionele landbouw. We stellen vast dat een toenemend aandeel van dit areaal in realiteit niet door de professionele landbouw wordt gebruikt. Een deel daarvan wordt gewoon niet voor landbouw tout court gebruikt. Dat blijkt uit de jaarlijkse perceelregistratie door onze professionele en niet-professionele landbouwers samen.

Een ander punt is de landbouwgrondenmarkt in ons land. Die is heel sterk geliberaliseerd, dus het staat iedereen vrij om een of meerdere landbouwgronden te kopen. In bepaalde gevallen kunnen wel voorkooprechten bestaan door bijvoorbeeld de overheid, of soms krijgen zittende pachters voorrang. Maar dat is natuurlijk niet overal het geval.

Wat de tijdelijke overdracht van landbouwgronden via pacht betreft, streven we naar een modernisering. Maar ik wil toch direct pleiten voor realisme: regelgeving die de verhuur van gronden regelt legt de modaliteiten van die huur vast, maar zal er niet automatisch voor zorgen dat er meer grond op de huurmarkt beschikbaar komt. Een pachtdecreet is nooit iets dat bijkomende grond of grondbeschikbaarheid creëert.

Voor de landbouwgronden die vandaag niet verpacht maar in particulier gebruik zijn, ben ik niet zo optimistisch gestemd: ik denk niet dat de eigenaars hun schaap, pony of paard zomaar van het veld zullen halen. Bij de uitwerking van het Vlaams Pachtdecreet zullen we wel rekening houden met zoveel mogelijk knelpunten, waaronder de knelpunten die startende boeren ervaren, en dan zeker de CSA-boeren.

Ik was een paar weken geleden trouwens op de manifestatie van onze landbouwers in het kader van de landbouwbudgetten die worden vrijgemaakt. We hebben daar een hevige discussie gehad over een actieve boer en een ‘pensioenboer’, maar alles draait echt om grond en grondbeschikbaarheid. Dat leidt tot heel hevige discussies. We zullen daar echt samen moeten zoeken naar opportuniteiten, zeker ook om CSA-boeren voldoende kansen te geven om te doen wat ze willen doen.

De voorzitter

De heer Coenegrachts heeft het woord.

Steven Coenegrachts (Open Vld)

Minister, dank u wel. Het waren inderdaad geen gemakkelijke vragen. Ik had er natuurlijk ook geen pasklaar antwoord op. We moeten samen blijven zoeken naar oplossingen.

CSA-boerderijen zijn als nieuw concept nog een verschijnsel in de marge. Ik bedoel dat niet negatief want ze verschijnen meestal aan de rand van een stad. We moeten ervoor zorgen dat al die nieuwe initiatieven en starters een faire kans krijgen om een volwaardig winstgevend en rendabel bedrijf uit te bouwen. Minister, ik ben blij te horen dat u dat meeneemt in de uitwerking van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). We zullen samen in het Pachtdecreet moeten zoeken naar eventuele maatregelen en oplossingen om het voor starters en nieuwkomers gemakkelijker te maken om aan grond te geraken.

De voorzitter

De heer Pieters heeft het woord.

Leo Pieters (Vlaams Belang)

Minister, het gebruik van gronden heeft te maken met Ruimtelijke Ordening en Omgeving. In hoeverre bent u mee betrokken in het Instrumentendecreet? Daar gaat natuurlijk veel in om. Het is ingetrokken, u hebt daar dus nog altijd de mogelijkheid om voor enige inbreng te zorgen.

U geeft aan dat 750.000 hectare beschikbaar zou moeten zijn voor landbouw. Misschien zou de omschrijving ‘economische landbouw’ daar een goede toevoeging zijn. Voor een schaap of een pony heb je ook oppervlakte nodig, maar dat is geen economisch gebruik. Een andere terminologie zou daar misschien enige beterschap kunnen brengen.

De voorzitter

De heer Steenwegen heeft het woord.

Chris Steenwegen (Groen)

Ik was zelf betrokken bij de oprichting van De Landgenoten. Die richten zich niet alleen tot CSA maar meer bepaald tot biologische landbouw. Een van de grote problemen is dat het eigenaarschap in die sector laag is. Veel bedrijven werken niet op eigen gronden. Specifiek voor biolandbouw is dat de grond as such vele jaren nodig heeft om echt geschikt te zijn om volwaardig in een biobedrijf te kunnen worden opgenomen. In een klassieke teelt wordt de grond verarmd of kunstmatig verrijkt. Men moet een heel traject doorlopen. Als je biolandbouw bedrijft, is het belangrijk dat de gronden, als de landbouwer stopt en aan zijn pensioen moet denken, verloren gaan en uit de biolandbouw verdwijnen. De inspanningen om die grond geschikt te maken voor biolandbouw zouden verloren gaan. Dat is een heel specifiek aandachtspunt.

De meeste CSA-bedrijven, of bijna alle, werken, zoals de heer Coenegrachts zei, biologisch of met agro-ecologie. Dat is een heel specifiek aandachtspunt.

Een ander specifiek punt is dat wanneer die bedrijven zoeken naar grond, die grond dicht bij de consument of de gebruiker moet liggen. De mensen gaan zelf op het bedrijf plukken, dus moeten de gronden dicht bij de mensen liggen. De mogelijkheden om gronden te verwerven zijn om die reden beperkt. Men kan zeggen dat er elders grond vrijkomt, maar als die midden een landbouwgebied ligt en niet tegen een dorps- of stadskern, dan is dat niet of veel minder geschikt om een CSA-boerderij op te starten.

Deze specifieke elementen zorgen ervoor, los van de elementen die al werden aangegeven, dat het vaak om mensen gaat die niet uit een landbouwgezin komen en dus niet de gronden ter beschikking hebben vanuit de familie, maar die wel een opleiding om biologisch te boeren hebben gevolgd. Door die nabijheid zouden de lokale besturen daar toch ook wel een rol kunnen spelen. Ik ben nu luidop aan het denken. De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) heeft een aantal instrumenten om projectgebonden, via een voorkeurrecht, gronden te verwerven, om ze dan te herschikken.

Er kan worden nagedacht of er toch geen mogelijkheden zijn om ergens projectgebonden gronden te vrijwaren zodat ze niet verloren gaan voor de biolandbouw. Dit is wel een duidelijk businessmodel. Je hebt zoveel mensen nodig die bereid zijn om abonnementsgeld te betalen. Als je die mensen hebt, dan heb je een bedrijf dat leefbaar is, dat zorgt voor zijn eigen inkomen.

Bart Dochy (CD&V)

Dit is een zeer interessant debat. We moeten natuurlijk een onderscheid maken tussen biologisch en CSA. Niet alle biologisch is CSA, het is ruimer. Ik begrijp ook de bekommernis over de afstand. Wanneer bij zo’n bedrijf tweehonderd à driehonderd gezinnen een abonnement nemen, dan zullen ze ook niet allemaal op fietsafstand liggen van dat bedrijf. Ik ken een voorbeeld in Geluwe, waar nogal wat mensen vanuit Kortrijk komen. Dat is op 10 à 15 kilometer afstand. Het is dus relatief. Het is aangenamer wanneer het dichter bij de bevolking ligt.

Het komt wel altijd op hetzelfde neer. Dat geldt voor biologische landbouwers, het geldt voor andere landbouwers, starters enzovoort. De beschikbaarheid van grond en het Pachtdecreet zullen afhangen van de manier waarop we een evenwicht vinden tussen rechtszekerheid voor de eigenaar en rechtszekerheid voor de pachter. Zomaar alle rechtszekerheid aan de pachter geven, verhindert de eigenaar om te verpachten. Zomaar alle rechtszekerheid aan de eigenaar geven, is problematisch voor het opstarten en de continuïteit van de bedrijfsvoering. Daarvoor zullen we suggesties moeten vinden en doen.

We hebben ondertussen het voorbeeld van Wallonië, dat een aantal stappen heeft gezet rond de aanpassing van de oude Pachtwet naar een Pachtdecreet. In een van de volgende vergaderingen kunnen we daarop terugkomen. Minister, ik heb vernomen dat u de ambitie hebt om dit voorjaar van start te gaan met ideeën en gedachtewisselingen over de Pachtwet.

De voorzitter

Minister Crevits heeft het woord.

Minister Hilde Crevits

Ik ben het eens met alle opmerkingen die hier worden gemaakt. We hebben dezelfde zorg. Collega Steenwegen is wat explicieter in de manier waarop hij dat verwoordt. Zeker voor CSA is het goed om er ruimte voor te maken. Er zijn specifieke problemen. Ik ben wel wat behoedzaam om je als overheid op die grondenmarkt te begeven, omdat ik denk dat dat afschuwelijke resultaten zal hebben voor de prijs. We moeten dus kijken wat of hoe we daaraan kunnen werken.

Ik wil zeker initiatieven nemen voor de Pachtwet. In het regeerakkoord staat dat de vrijheid van teeltkeuze behouden zal blijven. Dat is al iets. Het zal een heel behoedzaam evenwicht zijn dat we zullen moeten zoeken.

Ik heb gezegd dat collega Joke Schauvliege steun heeft verleend. Het is mijn bedoeling om ook met de organisatie samen te zitten om uit te zoeken hoe we op pragmatische wijze de opportuniteiten een beetje kunnen vergroten voor wat ze doen. Misschien ligt de oplossing dichterbij dan we denken. Ik neem jullie suggesties zeker allemaal mee.

De voorzitter

De heer Coenegrachts heeft het woord.

Steven Coenegrachts (Open Vld)

Het is fijn te horen dat we allemaal dezelfde bekommernis hebben en samen willen nadenken over hoe we dat oplossen. Collega Steenwegen, ik wil uw spontane bedenkingen niet onmiddellijk afschieten. Op het eerste zicht sta ik wat huiverachtig tegen een overheid die gronden begint te kopen om die dan te verhuren of te verpachten of er weet ik veel wat mee te doen. Voor de rest: laat ons vooral samen blijven nadenken over creatieve oplossingen. Dan ben ik er zeker van dat we er wel geraken.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer