De voorzitter
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Jeremie Vaneeckhout (Groen)
Voorzitter, minister, afgelopen vrijdag werd er na het indienen van de vraag nog een Vlaamse brexitstrategie goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Waarschijnlijk zullen een aantal antwoorden ook voor een stuk hierin zitten.
Het is zover. Na zeer lang wachten en veel onduidelijkheid is eind vorige maand de brexit doorgegaan. Nu resten er elf maanden om op een ordentelijke manier nog een en ander te regelen. Dat vraagt heel wat uitdagingen van heel wat sectoren, maar in deze commissie hebben we het al vaker gehad over de visserijsector.
Het is redelijk verontrustend om vast te stellen dat de Britten het hard spelen. Een mededeling van het Ministerie van Milieu, Voedsel en Landbouw van Groot-Brittannië luidde als volgt. “Wetgeving om het Verenigd Koninkrijk het recht te geven om als een onafhankelijk kuststaat te opereren en zijn eigen visbestanden duurzaam te beheren, buiten de EU om, wordt deze week nog aan het parlement voorgelegd. (…) In de toekomst is toegang tot vissen in Britse wateren een zaak van het Verenigd Koninkrijk en zullen wij bepalen aan welke regels buitenlandse schepen zich moeten houden.”
Dergelijke uitspraken zetten meteen de toon voor wat sowieso niet direct evidente onderhandelingen zullen worden. Het Verenigd Koninkrijk lijkt zich weinig inschikkelijk te zullen opstellen om tot soepele visserijakkoorden te komen. Zij hebben dan ook weinig tot niets te verliezen, in grote tegenstelling tot onze vissersvloot en de hele sector erachter.
De Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV) werkte een advies uit om te komen tot een duurzaam postbrexitakkoord en gaf de toekomstige onderhandelaars enkele concrete leidraden mee die zij kunnen meenemen naar de onderhandelingstafel. Ook vragen zij de snelle oprichting van een ‘brexitcel visserij’ als centraal aanspreekpunt voor de sector en coördinator van alle betrokken partijen en diensten bij de onderhandelingen.
Minister, verontrusten de straffe uitspraken en het voortvarende handelen van de Britten u? Hoe schat u onze onderhandelingspositie in en die van de andere partijen? Welke hefbomen zijn er? Kan de visserijsector dienen als pasmunt om de brexitonderhandelingen op andere domeinen vlot te trekken? Neemt u de aanbevelingen van de SALV mee naar de onderhandelingstafel? Volgt u het advies om snel een brexitcel visserij op te richten?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Uiteraard volg ik de brexit zeer nauwgezet op, ook de communicatie vanuit het Verenigd Koninkrijk over de onderhandelingen inzake visserij.
Ik ben wel wat gewoon als het over straffe uitspraken gaat. Ik neem akte van het spierballengerol. De EU is bezig met de opmaak van haar onderhandelingsmandaat. Wij pleiten hier samen met andere direct betrokken lidstaten voor het behoud – in eerste instantie – van de bestaande toegang tot de Britse wateren, zowel de 12 mijlszone als de 200 mijlszone, maar ook het behoud van de bestaande toegang tot de vangstmogelijkheden van zowel de quotasoorten als de niet-quotasoorten, en dit in de context van de algemene handelsovereenkomst.
Er wordt verwacht dat dit mandaat – Europees – tegen eind deze maand uitgeklaard zal worden. Uiteraard stel ik alles in het werk om de belangen van de Vlaamse visserijvloot hierbij veilig te stellen. Ik besef dat de vrees leeft binnen de Europese visserijsector, en dus ook onze sector, dat zij als pasmunt gebruikt zouden worden, maar dit geldt evenzeer voor de Britse visserijsector. We zullen alles in het werk stellen om de belangen van de Vlaamse vissersvloot en -sector te verdedigen. Ze zijn bij ons op het kabinet geweest met hun bezorgdheden. Dit begint met een helder onderhandelingsmandaat voor de EU-hoofdonderhandelaar, de heer Barnier.
De SALV is zijn aanbevelingen persoonlijk bij mij komen afgeven. In zijn eerste aanbeveling vraagt de SALV dat “de EU tijdens de onderhandelingen een status quo voor de toegang tot de VK-wateren en voor de verdeelsleutel van vangstrechten bepleit en in een duurzaam akkoord weet vast te leggen. Zoals verschillende keren aangehaald door EU-instanties zou deze doelstelling als voorwaarde moeten gelden voor het bereiken van een vrijhandelsakkoord.”
Dat is letterlijk zo opgenomen in het Belgisch standpunt, wat dat betreft is de aanbeveling dus meegenomen.
De tweede aanbeveling is het gelijke speelveld voor de visserij dat gegarandeerd moet worden. Dat is een zorg die we in elk contact op Europees niveau meenemen, ook de minister-president doet dat trouwens.
De derde aanbeveling raakt aan de bredere handelsbesprekingen zelf. We zijn in Vlaanderen vragende partij om een zo vlot mogelijke handel te hebben met het Verenigd Koninkrijk, maar veel hangt af van welke brexit het Verenigd Koninkrijk uiteindelijk nastreeft. Als ik het spierballengerol hoor, maak ik mij wel wat zorgen. Maar ik denk dat we het hoofd koel moeten houden en moeten proberen maximaal te onderhandelen.
Wat de brexitcel betreft, zijn er al heel wat overlegstructuren actief in dit dossier. Er is een werkgroep binnen de Vlaamse administratie, er is een werkgroep op het niveau van de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de Europese Unie en Buitenlandse Zaken heeft een crisiscel opgericht die het dossier ook nauwgezet volgt. Eigenlijk is de visserijsector vooral vragende partij voor het faciliteren van een volgend overleg met de douanediensten en het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV). Onze administratie heeft de opdracht gekregen om dat op te nemen binnen de permanente werkgroep van de Interministeriële Conferentie voor het Landbouwbeleid met de federale overheidsdiensten.
Maar ik houd de vinger aan de pols, ik wil nu niet weer een nieuwe cel oprichten, er zijn er al zoveel. Maar als we voelen dat het toch naar een harde brexit zou neigen, gaan we sowieso bijsturen en dan kan een aparte visserijcel misschien soelaas bieden. Nu vind ik het echter van belang dat we standhouden met een aantal landen die hetzelfde willen en dat de bestaande overlegstructuren optimaal functioneren. Ik denk dat we dezelfde zorg en bezorgdheid delen.
De voorzitter
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Jeremie Vaneeckhout (Groen)
Dank u wel voor het antwoord, minister. Met dat laatste ben ik het helemaal eens, we delen dezelfde bezorgdheid, ik denk dat dit voor de hele commissie geldt. Ik ben ook blij om te horen dat u op de lijn zit van het hoofd koel houden. Het lijkt mij niet zinvol om naar buiten even stoere verklaringen af te leggen. Ik denk dat we er alle belang bij hebben om dit op een zeer professionele en rustige manier aan te pakken.
In dat opzicht was het volgende mij nog niet helemaal duidelijk. Eind februari is er het Europese onderhandelingsmandaat. Ziet u daar nog moeilijkheden? Krijgen we iedereen daar op dezelfde lijn of gaan we moeten bijsturen binnen onze Vlaamse en Belgische doelstellingen die we specifiek rond visserij gesteld hebben? Is er voldoende erkenning voor die specifieke noden van onze sector en van de visserijsector in heel Europa, of staat dat onder druk?
We moeten uiteraard mee het pleidooi houden om deze sector niet als pasmunt te gaan gebruiken. We zien vaak in handelsakkoorden dat op het einde van de rit de landbouwsector en de visserijsector onder druk komen te staan. We mogen dat niet doen, dat zou een groot verlies zijn. Bovendien gaat het op dat moment niet over een bijsturing van die sector, het dreigt zelfs het voortbestaan van de visserijsector in zijn geheel problematisch te maken.
Wat het oprichten van een brexitcel betreft, kan ik volgen dat het niet de bedoeling kan zijn om forum na forum na forum op te richten, om op die manier net niet efficiënter te gaan werken. Ik heb er alle begrip voor als u dat binnen de bestaande structuren wenst op te nemen. Er is toch wel een signaal vanuit de sector zelf: ik voel dat er veel vragen zijn en heel veel bezorgdheid blijft om daar de vinger aan de pols te houden en een heel duidelijk aanspreekpunt te hebben. Het zijn niet allemaal mensen die vertrouwd zijn met de Vlaamse administratie en hoe alles werkt. Mensen moeten duidelijk weten wat te doen als er daarrond vragen zijn.
Maar ik heb dus vooral de vraag of we binnen de Europese Unie op dit moment in de richting van dezelfde lijn aan het werken zijn wat ons onderhandelingsmandaat betreft.
De voorzitter
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Cathy Coudyser (N-VA)
Ik denk ook dat we ons moeten hoeden voor straffe uitspraken, maar alles maximaal in het werk moeten stellen om zo goed mogelijk te onderhandelen. Dat is absoluut van belang. Ik zou dat ook het liefst zien binnen die algemene handelsovereenkomst die we zullen moeten sluiten. Compromissen zullen er wellicht wel zijn, dus pasmunten gebruiken lijkt mij niet meteen de goede methode.
Alle landen die aan de Noordzee liggen, ook Frankrijk, Duitsland, de Scandinavische landen en de UK zelf, hebben er belang bij dat er een goede werkmethode en goede afspraken zijn.
Wat de Europese Commissie betreft, hebben we dit al heel duidelijk meegegeven in het Vlaams standpunt en de belangen die er voor Vlaanderen zijn.
Ik wil ook even refereren aan de bespreking van de beleidsnota waarin u hebt aangegeven zo snel mogelijk te zullen praten met de Europese commissaris voor Visserij. Hebt u die persoon intussen al gezien en daarover gepraat? Hebt u de belangen van de visserij kunnen aangeven?
De voorzitter
De heer Tommelein heeft het woord.
Bart Tommelein (Open Vld)
Minister, het is positief dat de Vlaamse Regering de onderhandelingen met de UK van groot belang acht voor de Vlaamse vissers. De gewaarborgde toegang van onze Vlaamse vissers tot de Britse wateren is immers een topprioriteit.
Minister, ik hoop dan ook dat u op korte termijn een afspraak kunt maken met de bevoegde Europese commissaris om de specifieke Vlaamse situatie aan te kaarten en aandacht te vragen voor een evenwichtige deal.
Zolang de UK deel uitmaakte van de EU was er wederzijdse toegang tot viswateren en -bestanden. In dat nieuwe vrijhandelsverdrag zal het ook van belang zijn dat niet alleen de vangstrechten behouden blijven maar ook de toegangsrechten tot de wateren. Met vangstrechten zonder toegang tot de wateren is men niet veel natuurlijk. En dan is er ook de absolute status quo van de huidige quotaverdeling en een gelijk speelveld op het vlak van technische maatregelen en controles.
Ik heb u eerder al een vraag gesteld over de duurzaamheid van de visbestanden. Vlaanderen is op de goede weg en we hebben daar zelfs een opportuniteit, maar ook in de niet-Vlaamse wateren waar onze vissers actief zijn, hebben we er alle belang bij dat de visbestanden verduurzaamd worden.
De contacten met de federale minister van de Noordzee zijn hierin cruciaal. Het lijkt me logisch dat die minister steun zoekt bij de andere lidstaten die eveneens actief zijn in de Britse wateren om op die manier met een groter politiek gewicht onze visserijzaak op Europees niveau te kunnen verdedigen. Hebt u nauw contact met de federale minister die bevoegd is voor de Noordzee?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Aan dat Europees mandaat wordt gewerkt. Ons standpunt is heel helder, en voor mij is het cruciaal dat de acht landen die diezelfde belangen hebben en waar ook Frankrijk en Nederland toe behoren, samen standhouden. Men heeft me al gevraagd of Vlaanderen alleen zal onderhandelen. Dat is goed om jezelf een goed gevoel te geven maar in groep ben je sterker. Het is dan ook belangrijk om de cohesie tussen die acht vislanden te behouden. Of dat zal lukken, weet ik niet. Maar het is wel goed om samen druk te zetten op de heer Barnier om een goed en sterk onderhandelingsmandaat te krijgen. Dit wordt dus vervolgd.
Ik heb contact gehad met de vorige commissaris, Karmenu Vella, en ik heb daar ook verslag van uitgebracht. Ik heb de nieuwe commissaris, wiens naam ik niet zal uitspreken, ook ontmoet.
Maar ik heb die vrij uitvoerig gezien in de marge van de onderhandelingen om de visquota te bepalen en we hebben toen ook gezegd dat we ons zorgen maken, dat Vlaanderen goed onderhandeld heeft en mooie quota gekregen heeft. Maar de brexit kan natuurlijk alles in de war gooien. Er is nog geen nieuw overleg geweest sinds de brexit, maar we hebben elkaar wel gesproken in een van de twee visserijnachten die we samen doorgebracht hebben – maar daar moet u niets meer achter zoeken.
Sowieso denk ik dat we nu even moeten afwachten hoe dat omgezet zal worden in een mandaat. Er is een zeer nauwe samenwerking – ik heb dat op de visonderhandelingen gemerkt – tussen het federale en het Vlaamse niveau. Ik vind ook dat de federale ambassadeur dat heel goed volgt, ook met een heel grote bekommernis en zorgzaamheid naar de Vlaamse visserijsector. Dat is goed, alles gebeurt op intra-Belgisch niveau. Naar al de Europese Raden bijvoorbeeld mag Vlaanderen gaan als het over vis gaat. Ik merk daar ook een heel grote betrokkenheid. Ik heb zelf specifiek daarover nog geen bilateraal contact gehad met de minister van de Noordzee omdat wij naar bevoegdheden toe zelf de commissies mogen doen en ook heel rechtstreekse toegang hebben, maar we lopen elkaar wel eens tegen het lijf, dus de suggestie is zeker interessant.
Ik voel hier in alle tussenkomsten dezelfde bezorgdheid: toegang en vangstrechten. Ik denk dat iedereen alles in het werk stelt om onze positie sterk te houden. Daar hebben we partners voor nodig. Zolang die partners ons niet afvallig worden, zitten we sterk. Mocht die situatie veranderen, dan wordt het moeilijker. Maar dat is dag na dag opvolgen en mee proberen te duwen aan een sterk onderhandelingsmandaat. Dat geldt trouwens niet alleen voor de visserij, maar ook voor onze landbouw- en voedingsindustrie – er zijn heel wat getroffen sectoren –, maar de vis is natuurlijk wel bijzonder kwetsbaar. Het pijnlijke aan heel die historie is dat wij een kleine, sterke visserij hebben, maar dat Groot-Brittannië totaal geen uitgebouwde vissersvloot heeft om al zijn vis te vangen. Dat maakt het zo speciaal. Men zou daar eigenlijk relatief snel tot een overeenkomst moeten komen. Ik heb wel de Britse ambassadeur gevraagd hoe het toch komt dat die vis zo belangrijk is. Hij zegt dat dat een symbool is: het is een heel kleine sector – zoals bij ons – maar het is hypergevoelig, het vissen op je eigen vis. Dat is in Vlaanderen net zo. Het sentiment dat wij hier hebben en dat grensoverschrijdend is, geldt op dezelfde wijze in Groot-Brittannië. Hopelijk steekt dat geen waas van ‘onnuchterheid ‘ in de onderhandelingen. Wij proberen in elk geval hiervoor het nodige te doen.
De voorzitter
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Jeremie Vaneeckhout (Groen)
Minister, dank u wel. Ik denk dat we inderdaad op dezelfde lijn zitten en dat we daar rationeel mee moeten omgaan, en ook hopen dat de Britten daar rationeel mee omgaan. Ik ben blij om te horen dat het A-scenario absoluut is om op onze standpunten te blijven staan. We zullen eind februari al een stukje merken of dat binnen Europa gedragen is. Ik hoop alvast van wel, en dat dat ook aangehouden wordt doorheen de onderhandelingen. Ik geloof niet dat we te zichtbaar mogen maken dat er B- of C-scenario’s zouden zijn, want anders zou het wel eens een andere dynamiek aan de onderhandelingen kunnen geven.
Ik wou afsluiten met één oproep, en dat is degene die ik elke keer doe als het hierover gaat, namelijk om geen B- of C-scenario’s uit te werken, maar wel een soort noodscenario als er echt een harde brexit komt. Ik besef dat jullie de middelen nog niet gaan voorzien, maar om het wel in de schuif klaar te hebben liggen, zodat in onze sector heel snel een aantal tijdelijke maatregelen genomen kunnen worden op Europees en op Vlaams niveau om de sector toch wat toekomstperspectief te geven.
Minister Hilde Crevits
Als we tijdelijke maatregelen gaan nemen om te beschermen, en ze mogen niet meer vangen, is de sector kapot. Ik vind dat zo vreselijk.
Jeremie Vaneeckhout (Groen)
Het gaat niet per se over het stilleggen en het niet meer vangen. Je kunt ze natuurlijk ook draaiende houden.
Minister Hilde Crevits
Maar als je niet meer mag vissen, ben je eraan. Het is zo afschuwelijk …
Jeremie Vaneeckhout (Groen)
Er zijn vanuit de sector wel een aantal pistes om eventueel de periode van vangen …
Minister Hilde Crevits
Men moet dus de juiste maatregelen hebben. Laten we niet te snel overschakelen op stilleggen.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.