|
19 nov 2019 |
16:51 |
|
Agribex 2019 - Landbouwparlement: landbouwers en natuurbelangengroepen
Met de organisatie van het Landbouwparlement wil Fedagrim een brug slaan tussen enerzijds land- en tuinbouwers en anderzijds de relevante beleidsniveaus die ons land rijk is. Daarbij poneert Fedagrim een vijftal stellingen rond landbouw en het beheer van open ruimte waarbij het ecosysteemdiensten als centraal begrip hanteert. Ecosysteemdiensten zijn alle voordelen die de natuur in al haar vormen voor ons mensen beschikbaar stelt (propere lucht, drinkbaar water, voedsel, energie, genot). Deze ecosysteemdiensten zijn voor Fedagrim richtinggevend en geven aan hoe de landbouw kan bijdragen aan een meer robuuste open ruimte.
|
Het is voor Fedagrim duidelijk dat er geen tegenstelling moet zijn tussen natuur en landbouw. Die twee kunnen perfect partners zijn, zo stelt de federatie. Landbouwgebieden kunnen structureel bijdragen tot het leveren van ecosysteemdiensten en de biodiversiteit. In die zin ziet Fedagrim zowel de landbouw als de natuur als partners in het beheer van de open ruimte, een open ruimte die stelselmatig bedreigd wordt door meer verharding en toenemend ruimtebeslag. Het behoud van minstens 750.000 ha agrarisch gebied (in werkelijkheid slechts 620.000 ha) voor beroepslandbouw (voedselproductie) in Vlaanderen, valt zeker te rijmen met de doelstelling uit het Vlaamse regeerakkoord om tegen 2030 20.000 ha meer natuur en 10.000 ha meer bos in Vlaanderen te hebben. Hetzelfde voor Wallonië waar de 700.000 ha resterend landbouwareaal perfect verzoenbaar is met de ambitie om elk jaar opnieuw meer dan 1.000 ha natuurreservaten te erkennen. Volgens Fedagrim is het fout dat landbouw te vaak als obstakel voor de overige ecosysteemdiensten wordt neergezet. Landbouwers vormen de grootste beheerder van open ruimte in ons land, zo’n 50% van het landoppervlak. Overigens geldt dit ook omgekeerd, natuurbeschermers, zoals Natuurpunt, gebruiken een kwart van hun gronden voor landbouwdoeleinden.
Ondanks diverse pleidooien voor het behoud van open ruimte, merkt Fedagrim op dat het ruimtebeslag onverminderd doorgaat. In Wallonië verdwijnt er dagelijks 3 hectaren, in Vlaanderen dubbel zoveel, zo’n 6 ha. De grootste daling situeert zich bij grasland. Tussen 2013 en 2016 verdween er 10 ha/dag. Van de 33% ruimtebeslag in Vlaanderen is er 14% toe te schrijven aan verharding. Doelstelling is om tegen 2040 het ruimtebeslag naar 0 hectare te herleiden, zowel in Vlaanderen als Wallonië. Een vrijwaring van verder ruimtelijk beslag levert een aanzienlijke toegevoegde waarde op. Uit berekeningen van VITO blijkt dat de gemiddelde waarde van ecosysteemdiensten voor 1 hectare landbouwgrond jaarlijks zo’n 2.450 euro bedraagt. Voor bos ligt dit nog hoger, nl. zo’n 3.000 euro. Vanuit die gedachte kan ook ingegrepen worden in de momenteel ‘te rigide pachtwet’. Door de ecosysteemdiensten die landbouwers leveren – naast het produceren van voedsel – verhogen ze de waarde van de grond die ze bewerken. Op die manier komen ze tegemoet aan de geest van de pachtwet, nl. de grond in minstens dezelfde staat terugbezorgen waarin ze hem in beheer kregen. Maar als landbouwers al tijdens hun loopbaan vergoed worden voor die ecosysteemdiensten, verkeren ze minder in het ongewisse wat de waarde van hun grond betreft bij verkoop aan hun pensioengerechtigde leeftijd. Hun afhankelijkheid ervan daalt omdat ze de grond telkens opnieuw door die ecosysteemdiensten opwaarderen. Hierdoor is de landbouwer in kwestie ook beter in staat om die landbouwgrond in de beste omstandigheden over te dragen aan de volgende generatie.
Volgens Fedagrim is het zaak om één en ander in een ruimer perspectief te plaatsen. De overheid moet niet alleen de maatschappelijke kosten die gepaard gaan met het produceren van voedsel in rekening brengen, maar ook de maatschappelijke baten die de individuele onderneming overstijgen. Enkel de valorisering van alle ecosysteemdiensten kan voor evenwicht zorgen. Probleem, zo stelt Fedagrim, is de perceptie dat ecosysteemdiensten te vaak als bijkomende eisen voor voedselproductie worden beschouwd. Terwijl ze, steeds volgens Fedagrim, deel uitmaken van één en dezelfde bundel, nl. het duurzame beheer van de open ruimte. Een bodempaspoort, zoals onder meer voorgesteld door ILVO, waarin de ecosysteemdiensten vervat zitten en bijdragen tot de bodemkwaliteit, kan hiervoor een oplossing zijn en biedt stoppende en beginnende landbouwers meer perspectief.
Een goed beheer van de open ruimte, vraagt om een consistent beleid binnen de verschillende overlappende domeinen, met name ruimtelijke ordening, klimaat, milieu, landbouw. Bijkomend stelt Fedagrim vast is het beleid van de open ruimte bijzonder kwetsbaar voor belangengroepen. In die zin pleit de federatie voor een meer sturend ingrijpen door de federale en gewestelijke overheden om lokale overheden uit de wind te zetten. Lokale overheden zijn immers vaak meer vatbaar voor druk van bepaalde machtsgroepen en zijn gebaat met heldere en bindende afspraken waardoor er ook geen onderlinge concurrentie met andere naburige gemeenten mogelijk is. Volgens Fedagrim dienen daarom zeker de ecosysteemdiensten bovenlokaal en gebiedspecifiek beheerd te worden. Het besef groeit dat de open ruimte almaar meer gemeenschappelijk en meervoudig gebruikt zal worden (voedselproductie, biomassa, waterhuishouding), waardoor er meerdere actoren op het terrein actief zijn en dat op zich zorgt voor spanningen. Landbouwers zullen die verwevenheid zien als inbreuk op hun landbouwareaal, natuurverenigingen als risico voor de natuurlijke habitats. In die zin pleit Fedagrim ervoor om de ecosysteemdiensten, met de daarbij horende verwevenheid, op een grotere oppervlakte te beheren waardoor dit spanningsveld ontzenuwd kan worden.
Het duurzame beheer van de open ruimte bekijken door de lens van ecosysteemdiensten stelt tegelijk het absolute recht om te doen en te laten op ‘onze eigen grond’ in vraag. De vrije teeltkeuze, het vrije recht van ondernemen van de landbouwer is volgens Fedagrim overigens een relatief begrip. De landbouwer is nooit volledig vrij in zijn keuze, stelt de federatie. Economische factoren zullen vaak bepalen welke keuze de landbouwer maakt in zijn bedrijfsvoering. Toch beseft Fedagrim dat één en ander gevoelig ligt. Maar dat geldt niet alleen voor de landbouwer. Ieder van ons moet zich bewust zijn van de functie van ‘zijn of haar’ grond in het geheel van de ecosysteemdiensten die de omgeving biedt. De monocultuur van gazon in onze tuinen draagt immers ook niet bij aan een veerkrachtiger open ruimte. De klimaatwijziging zal deze (vermeende) privileges en het absolute karakter van het eigendomsrecht in toenemende mate scherper stellen. Voor de landbouwer zelf wil het nieuwe GLB hem of haar stimuleren om nog meer in te zetten op het leveren van een zo breed mogelijke bundel ecosysteemdiensten en zo mee een robuuste open ruimte te creëren.”
Voor Fedagrim staat of valt echter alles met de houding van de consument. Een belangrijke prikkel is de prijs die de consument voor kwaliteitsvolle landbouwproducten van bij ons betaalt. Nabijheid kan daarbij een belangrijke motivatie zijn om de band tussen landbouw en consument aan te halen en de versnippering van de open ruimte kan daar – paradoxaal – alleszins bij helpen. Consumenten moeten in België geen grote afstanden afleggen om voedsel te zien verbouwen door de lokale landbouwer. Dat heeft wel tot gevolg dat ‘korte keten’-denken hierbij aan belang wint en dat de landbouwer, anders dan in het verleden de concurrentie aan te gaan met grote buitenlandse mastodonten waarbij de strijd niet met gelijke wapens werd gestreden, meer moet inzetten op die korte keten en op waarde creatie door alle ecosysteemdiensten die hij vervult in rekening te brengen. Dat is echte duurzame landbouw waarbij de consument de bereidheid moet tonen om de landbouwer te betalen voor alle geleverde diensten. Deze nabijheid is tegelijk ook een belangrijk wapen in de strijd tegen voedselverlies en verspilling. De algemene idee hierachter, die Fedagrim wil promoten, is dat zowel het natuurlijk als sociaal kapitaal dat in de productie en consumptie van voedsel wordt gebruikt, in rekening wordt gebracht. Al die kosten samen, zo stelt Fedagrim, zullen de werkelijke prijs van voedsel zichtbaar maken en de landbouwer naar waarde vergoeden.
Oproep tot deelname
Fedagrim organiseert op 4 december een Landbouwparlement waarbij de bovenstaande ideeën als gangmaker fungeren. Fedagrim wil hierop alle betrokkenen uit de sector uitnodigen om in discussie te gaan met de beleidsmakers die in dit Landbouwparlement zullen zetelen. In totaal zullen 9 vertegenwoordigers uit de verschillende politieke partijen (CD&V, N-VA, sp.a, Groen, Ecolo, MR, Cdh, Open Vld en Vlaams Belang) hun partijstandpunt hierover ventileren. Fedagrim beoogt een levendig gesprek tussen de partijen onderling maar vooral de inbreng van het publiek, waarbij via een interactieve tool het publiek zijn mening kan uiten. De bedoeling is om de landbouwsector in groten getale aanwezig te hebben waardoor de beleidsmakers ook de boodschap van de sector kunnen meenemen in de verdere beleidsvorming.
De deelname aan het landbouwparlement is compleet gratis, maar inschrijven is wel noodzakelijk via info@fedagrim.be.
BELANGRIJK: deelnemers moeten over een geldig toegangsticket voor de landbouwbeurs AGRIBEX beschikken.
Opgelet: het uur van het Landbouwparlement werd gewijzigd. Het Landbouwparlement start om 10u30 (ontvangst vanaf 10 uur) en is afgelopen rond 12u15. Na het Landbouwparlement kunnen deelnemers de beurs nog bezoeken. Het Landbouwparlement vindt plaats in het Auditorium 500, vooraan Paleis 7 (kant Atomium).
Johan Colpaert – voorzitter Fedagrim vzw – voorzitter-president@fedagrim.be
|
Landbouwparlement 2019
Woensdag 4 december 2019 - AGRIBEX, Brussels Expo
De voorbije jaren heeft Fedagrim, met de organisatie van de Staten-Generaal van de Landbouw, het debat rond landbouw opengetrokken. Dit jaar wil Fedagrim een stap verder gaan en met het Landbouwparlement nog meer landbouwers bereiken.
Deze eerste editie, die plaats vindt op woensdag 4 december, heeft als centraal thema 'Landbouw in de open ruimte', een van de kernelementen uit het 'Landbouwpact voor een faire en leefbare Landbouw' dat Fedagrim in 2017 publiceerde.
Fedagrim wil tijdens het Landbouwparlement een aantal uitgesproken stellingen aan het beleid voorleggen en daarbij de landbouwer zijn rechtmatige rol in de open ruimte toebedelen.
Graag willen wij u uitnodigen om deel te nemen aan het Landbouwparlement. De deelname is gratis voor de bezoekers van Agribex die over een geldig toegangsbewijs beschikken maar vooraf inschrijven is vereist.
Wij kijken alvast uit naar een boeiend debat en hopen dat ook u hieraan kan deelnemen.
Programma
|
10u00
|
onthaal van de deelnemers
|
10u30
|
verwelkoming door Johan Colpaert, voorzitter Fedagrim
|
10u35
|
“Landbouw in de open ruimte” Fedagrim wil de Vlaamse en Waalse leden van de commissie Landbouw een aantal stellingen voorleggen, ingeleid door Karel Volckaert, gevolgd door een debat met onder meer:
|
|
- Bart Dochy (CD&V), Voorzitter van de Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid van het Vlaams Parlement
- Steven Coenegrachts (Open Vld)
- Chris Steenwegen (Groen)
- Sofie Joosen (N-VA)
- Leo Pieters (Vlaams Belang)
- Ludwig Vandenhove (sp.a)
- Veronica Cremasco (ECOLO), Voorzitster van de Commissie voor Economie, Ruimtelijke Ordening en Landbouw van het Waals Parlement
- Frédérick Botin (MR)
- René Collin (cdH)
- Johan Colpaert (Fedagrim)
|
12u00
|
slottoespraak door de voorzitter van Fedagrim
|
12u15
|
netwerkmoment
|
13u00
|
einde
|
|
Ik schrijf me in! ›
Wanneer? Het Landbouwparlement vindt plaats op woensdag 4 december vanaf 10u00
Waar? in Auditorium 500, hal 7 Brussels Expo, Belgiëplein 1, 1000 Brussel
|
Het Landbouwparlement wordt u aangeboden door Fedagrim.
|
|
|
|
|
|