De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
We weten dat Agribex van 3 tot 8 december 2019 plaatsvindt. Dat is de grootste professionele indoorbeurs voor akkerbouw, veeteelt en groenvoorziening in België. Ik was alvast verheugd te vernemen dat ook vrouwen in de land- en tuinbouwsector daar in de kijker worden gezet. Dat is een zeer terecht aandachtspunt, want vrouwen zijn vaak de sterkhouders in landbouwbedrijven. Ze staan vaak in voor de administratieve taken, nemen het grootste deel van het huishouden op hun schouders en houden er vaak ook nog een job buitenshuis of ‘buitenserfs’, om het zo te noemen, op na om een financiële buffer te verzekeren voor wanneer de boerderij eventueel zou worden getroffen door een tegenslag van commerciële of andere aard. Het ligt natuurlijk voor de hand dat zij ook de handen uit de mouwen steken en meehelpen op het landbouwbedrijf.
In mijn vorige vraag om uitleg heb ik gerefereerd aan het feit dat het vaak de vrouwen zijn die het eerst aan de alarmbel trekken als er psychologische problemen zijn of als het even wat moeilijker gaat. De vzw Boeren op een Kruispunt heeft dit bevestigd.
Ondanks hun grote inzet krijgen vrouwen niet altijd de haver die ze verdienen. Als meewerkende echtgenote hebben ze geen of een niet-volwaardig statuut. Dat laat zich natuurlijk gevoelen bij de pensionering, maar uiteraard ook bij een eventuele echtscheiding.
Ook het echte ondernemerschap gaat te vaak aan vrouwen voorbij. Het is geen geheim dat de opvolging in de landbouwsector een zeer groot probleem is geworden. Dus is het ook een opportuniteit om vrouwelijke opvolgers aan te moedigen om als bedrijfsleider het bedrijf van hun ouders over te nemen. De aard van het werk in de sector is ook veranderd. Dat speelt ook in het voordeel van vrouwen. Bedrijven worden aangezet tot differentiatie en taakverbreding, zoals landbouweducatie, zelfvermarkting, hoevetoerisme of natuurbehoud. We merken dat vrouwen meer starten in zachtere subsectoren zoals biolandbouw, en hun plaats opnemen in de korte keten. Anderzijds is er de grotere mechanisering, wat maakt dat er op het terrein minder spierballen nodig zijn.
Uiteraard begint alles in het onderwijs, waar we geïnteresseerde meisjes, zelfs heel jonge meisjes, evengoed moeten aanmoedigen om te kiezen voor landbouwgerichte opleidingen, zoals landbouwingenieur.
Het is dus met andere woorden een goede zaak dat Agribex een verwendag wijdt aan vrouwen in de landbouw. Maar dat vind ik wat magertjes, want structureel is er nog werk aan de winkel. Goodiebags of een tombola om een wellnessweekend te winnen zijn misschien heel sympathiek bedoeld om de aandacht op vrouwen te vestigen, maar er is ook structureel nood aan een beleid dat ondernemerschap bij vrouwen in de landbouw stimuleert.
Minister, zullen de aanwezige stands van overheidswege, zoals die van het Departement Landbouw en Visserij, expliciet aandacht besteden aan de positie van de vrouw in de landbouw tijdens Agribex?
Welke initiatieven zult u nemen om ondernemerschap bij vrouwen in de land- en tuinbouw te bevorderen?
Bent u van oordeel dat er binnen het hervormde gemeenschappelijke landbouwbeleid in ruimte moet worden voorzien voor het ontwikkelen van acties rond vrouwelijk ondernemerschap in de landbouw?
In welke mate kunnen veranderingen in de sector, zoals de ontwikkeling van korte keten en taakverbreding, meer vrouwen aantrekken als volwaardige bedrijfsleider?
Worden er initiatieven genomen in het landbouwonderwijs om meisjes aan te moedigen om te kiezen voor een opleiding in de landbouwsector?
Minister Hilde Crevits
Mevrouw Talpe, vrouwelijk ondernemerschap ligt mij uiteraard na aan het hart. We zullen er in het beleid – het gaat niet alleen over het landbouwbeleid – de komende jaren zeker over waken dat er voldoende duidelijk wordt gecommuniceerd naar zowel mannelijke als vrouwelijke ondernemers. Ik heb al gemerkt dat daaraan in de beleidsnota’s voor de komende jaren, die nu worden opgesteld, voldoende aandacht wordt besteed. Als het over landbouw gaat, komen het vrouwelijke en het mannelijke allebei aan bod.
Op Agribex wordt op de stands van het Departement Landbouw en Visserij en het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) gewerkt rond het thema ‘klimaatslimme landbouw’. Dat thema werd al in het voorjaar vastgelegd, gelet op de inhoudelijke uitwerking van elk beursthema. Dat neemt enkele maanden in beslag; je kunt dat dus niet last minute vastleggen.
Maar het volledige thema heroriënteren, nu, minder dan een maand voor de beurs, is niet haalbaar. Ik denk ook niet dat dat per se nodig is voor u, zolang u er maar zeker van bent dat de man-vrouwevenwichten voldoende gerespecteerd worden.
U hebt wel een punt wanneer u het hebt over de vrouwen die zo veel werk verrichten op het landbouwbedrijf, maar daar veel minder publiek mee geassocieerd worden. Ik geef wat cijfers. Het aantal vrouwelijke bedrijfshoofden blijft al enkele decennia stabiel rond de 10 à 12 procent. En dat is wellicht een zware onderwaardering, want, voorzitter, heel vaak zien we bij een koppel dat het de man is die op papier de bedrijfsleider is, maar dat beide partners het werk even hard in handen nemen.
De voorbije jaren zien we wel steeds meer jonge vrouwen aan de stiel beginnen. ‘Jong’ wordt dan gerekend tot en met 40 jaar. Ik ben dus zeker niet meer jong. Die cijfers tonen aan dat we nog altijd met een onzichtbaarheid van de vrouwen in de cijfers te maken hebben, hoewel die vrouwen zeer, zeer hard meewerken.
Ik zal er zeker over waken dat er expliciet naar landbouwers en landbouwsters gecommuniceerd wordt. Wij besteden vandaag al bijzondere aandacht aan een actieve communicatie naar groepen van vrouwen die actief zijn in de landbouwsector.
Er wordt extra ingezet op startende ondernemers, zowel mannen als vrouwen. Zij kunnen extra steun en bijkomend advies op maat krijgen. Via het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) worden specifieke investeringen van bedrijven die zich willen specialiseren in een bepaalde niche, zoals de korte keten, of die inzetten op de verbreding van de landbouwactiviteiten, ondersteund.
Het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) moet toegankelijk zijn voor alle actieve landbouwers, zowel mannen als vrouwen. Het zal dus zaak zijn om de maatregelen in het Vlaams strategisch plan zo te ontwikkelen dat ze genderneutraal zijn en zeker ook vrouwelijk ondernemerschap stimuleren.
Mevrouw Talpe, u vraagt naar het landbouwonderwijs voor meisjes. Eerst wil ik benadrukken dat er hard is gestreden voor het landbouwonderwijs op zich. Dat was niet zonder succes, want in de matrix van het secundair onderwijs, zoals die in de vorige legislatuur is vastgeklikt, heeft het landbouwonderwijs een prominente plaats gekregen. En daar start het natuurlijk mee. Als je zegt dat er een plan moet zijn om meisjes te stimuleren om ook landbouwonderwijs te volgen, maar het landbouwonderwijs tegelijkertijd geen plaats heeft, dan wordt dat natuurlijk wel moeilijk. We benadrukken dat kiezen voor landbouwonderwijs een waardevolle studiekeuze is. We tonen ook aan dat die studierichtingen toeleiden naar het hoger onderwijs of naar een interessante job in de landbouwsector.
Ook bij duaal leren speelt de landbouwsector een voortrekkersrol. Dat is heel belangrijk, ook voor meisjes trouwens. Ze waren een van de pioniers bij de opstart van de proefprojecten in 2016, in de studierichting Groen- en Tuinbeheer. En via Science, Technology, Engineering and Mathematics (STEM) proberen we jongens en meisjes warm te maken voor wetenschappen en techniek, uiteraard ook in de landbouwsector.
Tot slot zien we de laatste tijd een toenemende interesse van meisjes voor sommige richtingen in het landbouwonderwijs, zoals – het zal u niet verbazen – dierenzorg en ook paardrijden.
Voor toekomstige initiatieven zal ik u moeten doorverwijzen naar mijn collega bevoegd voor het onderwijs. Ik ga er echter van uit dat die bezorgdheid zeker zal worden gedeeld.
Emmily Talpe (Open Vld)
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik had niet anders verwacht dan dat u mijn pleidooi voor vrouwen in de landbouwsector zou ondersteunen en hen hiervoor mee warm wilt maken. Het is niet de bedoeling om de mannen hierin achteruit te duwen. We streven naar een evenwicht, maar we zien toch wel dat er een scheeftrekking is, zeker op papier, zoals u zelf aanhaalt. We moeten zeker werken aan het pijnpunt dat hun statuut in zekere zin op vele vlakken onvolwaardig is.
Er werden twee elementen aangehaald. Enerzijds willen we vrouwen lokken en de landbouwsector aantrekkelijker maken voor hen. Op dat vlak is onderwijs een belangrijke factor. U verwees ook naar de inspanningen die we doen rond STEM-richtingen en duaal leren. Dat zijn heel waardevolle pijlers om verder mee aan de slag te gaan.
Anderzijds was een van mijn hoofdbezorgdheden de rol van de vrouwen, in de zin van hun statuut. Op dat vlak denk ik bijvoorbeeld in de richting van het ‘vervennootschappelijken’ van de landbouw, want dan wordt het voor de echtgenote mogelijk om aandelen te verwerven in het landbouwbedrijf.
Minister, zult u op dat vlak initiatieven nemen? Zult u mee faciliteren dat die sector naar vennootschapsvormen kan overgaan, waardoor vrouwen een volwaardig statuut kunnen hebben en ook financieel kunnen meegenieten van hun inspanningen in het landbouwbedrijf?
De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Joke Schauvliege (CD&V)
Het is heel belangrijk dat we rolmodellen hebben en dat we vrouwen, die al bewezen hebben dat ze zo'n bedrijf tot een topbedrijf kunnen maken, zo ‘in the picture’ kunnen plaatsen. Op dat vlak is er ‘vrouwelijk talent op het platteland’, een wedstrijd die wordt georganiseerd door het Katholiek Vormingswerk van Landelijke Vrouwen. Dat is een mooi initiatief om zo anderen te stimuleren en warm te maken om effectief die stap te zetten. Dergelijke initiatieven moeten we zeker verder ondersteunen.
Ook het steunpunt begeleidt vrouwelijke ondernemers. Daar zijn veel vragen over het statuut, het overnemen van aandelen, maar ook puur over hoe een gezin te organiseren en de combinatie werk-gezin mogelijk te maken. Op dat vlak is er heel wat aanbod. In ieder geval, minister, ben ik blij dat u daar verder op zult inzetten.
Minister Hilde Crevits
Collega Schauvliege, ik hoor dat u een zeer uitgebreide ervaring hebt en een hart voor vrouwen op en rond het landbouwbedrijf. Uw aanvullingen zijn daarom heel erg nuttig en interessant. We zullen er verder op toezien dat de aandacht zeker niet vermindert.
Collega Talpe, wat de vennootschapsvormen betreft, daar wordt heel veel aandacht aan besteed en zeer veel informatie over verstrekt, niet omdat dat op zich vrouwen aantrekt, maar wel omdat dat hun statuut een pak kan verbeteren, zodat ze ook aandelen kunnen krijgen. Dat betekent dat hun betrokkenheid op het bedrijf een stuk groter wordt. Daar zullen we ook actief verder werk van maken.
Emmily Talpe (Open Vld)
Dat is allemaal heel positief. Ik kijk ook uit naar de concrete acties in de beleidsnota. Laten we daar dan ook de nodige aandacht voor hebben in de komende jaren. Daar waren we al mee bezig in de vorige legislatuur, maar we kunnen nog een tandje bijsteken.
Ik zal zeker ook een kijkje nemen op de beurs en nagaan wat die doet om vrouwen aan te trekken tot de sector. Wie weet win ik dan ook wel een goodiebag, hoewel ik niet in de sector actief ben.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.