De voorzitter
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Maurits Vande Reyde (Open Vld)
Voorzitter, er is de laatste jaren steeds meer aandacht voor toegankelijkheid. Dat is een goede zaak. Het gaat over heel veel mensen. Het gaat over toegankelijkheid van de publieke ruimte maar evengoed over toegankelijkheid van informatie, de arbeidsmarkt … Dat heeft heel veel facetten. Ik zou daar een heel technische uitleg over kunnen geven, maar dit is geen mondeling examen maar een parlement. Hier moeten we naar oplossingen zoeken.
Wanneer ik in sommige andere landen kom, verbaast het mij altijd hoeveel beter de toegankelijkheid daar is. Ik heb hier enkele kleine voorbeelden mee. (Maurits Vande Reyde toont enkele afbeeldingen)
Deze trap in Londen is zodanig ontworpen dat iedereen hem kan gebruiken, zonder dat er achteraf dure aanpassingen aan moeten gebeuren, een ramp of een lift of wat dan ook.
Dit is het openbaar vervoer in Parijs. Alle perrons voor metro’s en trams zijn op gelijke hoogte gebracht met de tramtoestellen, zodat die toegankelijk zijn voor iedereen, voor mensen met een rolstoel maar ook voor wie een tijdelijke blessure heeft.
Minister, waarom kan dat in Vlaanderen niet? Ik zie in Vlaamse steden zoveel obstakels voor mensen met een beperking. Ik ben schepen van Toegankelijkheid in Diest. In onze mooie stad Diest is er op dat vlak nog heel veel werk. Minister, het is niet alleen omdat ik u tijdens de onderhandelingen heb leren kennen als een zeer aangename persoonlijkheid, maar ik kom met deze vraag bij u omdat er zoiets is als de stedelijke vordering voor toegankelijkheid. Die bestaat al tien jaar en zou moeten garanderen dat publieke gebouwen een grondige toegankelijkheidstoets ondergaan en bereikbaar zijn voor iedereen die dat wenst. Maar in de praktijk zien we dat er nog heel veel obstakels blijven bestaan.
Minister, uw voorganger Koen Van den Heuvel kondigde een grondige evaluatie aan. Als ik een persbericht daarover mag geloven, zou die nog voor de zomer worden bekendgemaakt. Ik heb daar niets van vernomen. Is deze evaluatie al gebeurd? Wat is de uitkomst ervan? Hoe kunnen we de toegankelijkheidsvordering beter toepassen en beter bekendmaken? Of hoe kunnen we ervoor zorgen dat toegankelijkheid in het algemeen beter ingang vindt? Wat zijn de knelpunten hierbij? Ik weet dat u nog maar net bent begonnen, maar u kunt misschien toch al een prille eerste kijk geven op welke aanbevelingen er momenteel op tafel liggen om de toegankelijkheidsverordening beter te maken? Wat zijn hierbij de mogelijke pistes?
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Collega, ik heb ook heel fijne herinneringen aan de onderhandelingen een paar maanden geleden. En ik ben ook blij dat u in deze commissie aanwezig bent. Ik ben ook heel blij met uw vraag omdat ik moet beamen wat u zegt over de toegankelijkheid in Vlaanderen. We zitten absoluut niet goed. In mijn vorige hoedanigheid als federale staatssecretaris bevoegd voor personen met een handicap kwamen er altijd twee dingen heel fel aan bod: het hele verhaal over inclusie en tewerkstelling, maar vooral ook dat over toegankelijkheid. Heel veel mensen met een handicap en in een rolstoel hadden daar enorm veel klachten over. Of het nu ging over De Lijn of over overheidsgebouwen enzovoort … Als staatssecretaris stuurde ik dat door naar de collega’s op het Vlaamse niveau. Nu gaat dat niet meer.
Ik ben ook heel blij dat een deel van die bevoegdheid bij mij ligt.
U verwijst naar de evaluatie van de verordening. Die is gebeurd op initiatief van twee ministers in de vorige regering. Ze is gemaakt door Inter, begeleid door het Departement Omgeving en het departement Binnenlands Bestuur. Inter heeft een heel lijvig eindrapport opgeleverd. Zoals dat meestal gaat met externe studieopdrachten, moet dat rapport nog worden goedgekeurd door de opdrachtgevende administraties. Dat is vandaag nog niet gebeurd. Ik heb de administraties gevraagd om het eindrapport zo spoedig mogelijk te valideren zodat het openbaar kan worden gemaakt. Het zal nu heel moeilijk zijn om inhoudelijk een aantal zinnen uit dat rapport te halen. Ik zal samen met het kabinet en de administratie het rapport eens goed moeten doorgronden en bekijken op welke punten wij kunnen verbeteren. Wij moeten de quick wins bekijken: waar kan het snel gaan? Deze moeten wij omzetten in de praktijk. Wij moeten bekijken wat wij de komende jaren kunnen verbeteren aan de toegankelijkheid in Vlaanderen.
Ik engageer mij in elk geval om alvast gevolg te geven aan de mogelijke verbeterpunten die binnen mijn bevoegdheden vallen, zodra het rapport volledig gevalideerd is. Ik stel voor dat we het rapport dan ook in deze commissie bespreken.
De voorzitter
De heer Vande Reyde heeft het woord. Collega, bent u tevreden?
Maurits Vande Reyde (Open Vld)
Ik ben altijd tevreden, voorzitter.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik vind het alvast positief dat u zich engageert om de aanbevelingen, wanneer we ze te zien krijgen, ter harte te nemen.
Ik wil u nog twee suggesties meegeven. U bent daar inderdaad niet alleen bevoegd voor. Ik stel de vraag toch.
Eerst en vooral is toegankelijkheid een containerbegrip, dat gezien wordt als iets ver van ons bed. Maar voor veel mensen betekent dat echt wel de dagelijkse vrijheid om te leven en te bewegen en dingen te doen die voor ons allemaal vanzelfsprekend zijn. Het is in Vlaanderen echt wel nodig om daar aandacht voor te hebben omdat anders die grote groep mensen wordt uitgesloten van activiteiten die hun in staat stellen om een menswaardig leven te leiden. Mijn twee suggesties zijn gebaseerd op de landen waar ik mijn voorbeelden heb gevonden.
Ten eerste moet u met uw collega’s van Gelijke Kansen, Ruimtelijke Ordening en Openbaar Vervoer een visie ontwikkelen. Een land dat dit zeer goed heeft gedaan, is Noorwegen. Begin 2000 hebben zij daar een visie op universeel ontwerp gemaakt. Zij hebben dat stelselmatig geëvalueerd en geüpdatet. Zij willen tegen 2015 overal een volledige toegankelijkheid garanderen. U kunt het misschien aan uw collega’s in de regering voorstellen om een algemene visie, een plan van aanpak, voor te stellen dat de verschillende aspecten van toegankelijkheid combineert.
Mijn tweede suggestie gaat wat verder en is eigenlijk een federale aangelegenheid, maar goed, ik zit nu eenmaal in dit parlement. Maak van toegankelijkheid een recht. De landen die ik net heb genoemd, zijn landen waar toegankelijkheid is opgenomen in de non-discriminatiewetgeving. Non-discriminatie is een actueel thema. Door het op te nemen in de wetgeving, maak je van toegankelijkheid iets afdwingbaars, iets wat meer is dan een checklist waar ontwerpers en architecten aan moeten voldoen. Neen, dan maak je er iets van wat hen wettelijk verplicht om daar bij de ontwerpfase over na te denken. U kunt zeggen dat dat heel ver gaat en dat je daar dan mensen aansprakelijk voor maakt. Dat is zo, maar het werkt. In de landen waar dat is gebeurd, staat de toegankelijkheid mijlen verder dan bijvoorbeeld in Vlaanderen. Ik besef dat dit een federale materie is. Ik geef het maar mee. U kunt het eventueel meenemen naar interfederaal overleg daarover of naar de regering om het te bespreken, zodat u suggesties kunt overmaken aan uw federale collega. Ik denk dat het echt een essentiële stap is om daar een non-discriminatiebegrip van te maken. Zo zullen we er fundamenteel iets aan kunnen doen.
Minister, ik dank u alvast voor uw engagement. We zullen er zeker nog op terugkomen in de komende legislatuur.
De voorzitter
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Inez De Coninck (N-VA)
Ik dank de collega voor zijn vraag. Het is een terechte vraag en een belangrijke problematiek: de toegankelijkheid van de publieke ruimte en van de publiek toegankelijke gebouwen. Ook wij delen die bezorgdheid. Ik ben blij om eraan te kunnen meewerken, samen met de minister.
Minister, ik begrijp dat u nog niet veel antwoorden kunt geven. De vraag ging heel specifiek over de evaluatie van de stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid. Ze kan nog niet openbaar worden gemaakt. Ik kijk alvast uit naar het moment dat ze kan worden gevalideerd en hier kan worden besproken. Ik suggereer dan ook om in deze commissie het Toegankelijkheidsbureau uit te nodigen en een hoorzitting te organiseren over die evaluatie.
Zelf kom ik als bevoegd schepen in Opwijk ook in aanraking met die verordening. Ik weet niet hoe het in andere gemeenten is, maar wij volgen altijd resoluut het advies van het Toegankelijkheidsbureau, ook al is het soms moeilijk en vraagt het extra kosten. Maar moeilijk gaat ook en met een beetje goede wil kom je er. Het is belangrijk dat de toegankelijkheid al in het plan is opgenomen. Want als het gebouw er staat of de ruimte is gemaakt, gebeurt het aanpassen meestal niet. Meestal is het dan nog veel duurder. Mijn gemeente volgt resoluut de verordening betreffende de toegankelijkheid en het advies van het Toegankelijkheidsbureau op de plannen.
Mijnheer Vande Reyde, wij sturen soms de ontwerpers door naar het Toegankelijkheidsbureau. Voordat ze hun vergunning aanvragen, kunnen ze de plannen al voorleggen.
Uit de evaluatie zal zeker blijken hoe de verschillende gemeenten daarmee omgaan. Misschien kunnen we hen hier uitnodigen voor een hoorzitting.
De voorzitter
De heer Pieters heeft het woord.
Leo Pieters (Vlaams Belang)
Ik sluit mij aan bij mijn collega die vraagt om een hoorzitting met het Toegankelijkheidsbureau.
Mijnheer Vande Reyde, met die foto’s moet u oppassen. Met die trap is er nog een probleem. Dat is ook zo met het gelijke platform voor rolstoelgebruikers en moeilijk te been zijnde personen. Met die trap is dat nog iets anders.
Het is goed dat het over verschillende commissies of bevoegdheden wordt gespreid. Je moet daar bijvoorbeeld ook Onderwijs in betrekken. Architecten in opleiding moeten daarop worden geattendeerd. Ik hoorde zonet in de commissie Binnenland dat men daar meer verantwoordelijkheid wil leggen. Er zijn ook gemeenten die ontvoogd zijn. De steden zijn dat waarschijnlijk wel. De stad mag zelf beschikken of heeft de bevoegdheid om zelf plannen goed te keuren zonder dat hogere instanties daar een goedkeuring voor nodig hebben. Ze moeten ze wel doorsturen maar ze worden vergund op het niveau van de stad. Zij moeten ook bewust zijn van deze materie. U zegt zelf dat u, als u in een college zit, daar de nadruk op legt. Maar dat moet dan overal zo zijn en het moet afdwingbaar zijn. Het is nodig dat bepaalde normeringen worden vastgesteld. Die moeten correct en sluitend zijn.
Ik ben voorstander van hoorzittingen voor dat bureau.
De voorzitter
Dit zijn positieve suggesties. De vraag om een hoorzitting naar aanleiding van de evaluatie werd genoteerd. Wij zoeken daar, in overleg met de minister, een geschikt moment voor. Zo kan het beleid daarop worden aangehaakt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.