Geef het volledige teeltplan correct aan
Het is uiterst belangrijk dat de landbouwer het volledige teeltplan correct aangeeft in de verzamelaanvraag. Hij moet dus voor elk perceel de voorteelt, hoofdteelt en nateelten correct aangeven.
- Hoofdteelt = teelt die op 31 mei verbouwd werd of de eerstvolgende teelt als op 31 mei geen teelt ingezaaid werd;
- 1ste nateelt = eerstvolgende teelt (kan ook vanggewas zijn), ingezaaid na het oogsten van de hoofdteelt maar in hetzelfde kalenderjaar;
- 2de nateelt = teelt (kan ook vanggewas zijn), ingezaaid na het oogsten of onderwerken van de 1ste nateelt maar ook nog in hetzelfde kalenderjaar. Die kolom wordt alleen ingevuld als er eerst een 1ste nateelt is verbouwd geweest.
- Voorteelt = teelt die op het perceel stond voordat de hoofdteelt ingezaaid werd. De voorteelt kan in het vorige kalenderjaar ingezaaid geweest zijn en moest in dat geval in dat jaar als nateelt (1ste of 2de) opgegeven zijn.
Het vermelden van de correcte nateelten is heel belangrijk, omdat voor het realiseren van het doelareaal in gebiedstype 2 en 3, de volgende teeltcombinaties in aanmerking komen:
- tijdelijk grasland (zonder nateelt)
- hoofdteelten waarna uiterlijk 15 september een vanggewas ingezaaid werd
- niet-vroege aardappelen en maïs waarna uiterlijk 15 oktober een vanggewas ingezaaid werd
- maïs met onderzaai gras
- niet-nitraatgevoelige hoofdteelten gevolgd door een laag-risico nateelt (bv wintertarwe na suikerbieten)
- nitraatgevoelige hoofdteelten gevolgd door een wintergraan (alleen in 2019) (bv wintertarwe na mais, aardappelen, groenten, ..)
Vermeld de juiste inzaaiperiode
In het kader van de extra verplichting tot het inzaaien van vanggewassen in gebiedstype 2 en 3, moet de landbouwer voor de vanggewassen de juiste inzaaiperiode opgeven. Dat is alleen nodig voor de vanggewassen, niet voor de laag-risico nateelten en wintergranen. Vanggewassen zijn bijvoorbeeld gele mosterd en facelia, maar ook gras als nateelt. De landbouwers vinden alle vanggewassen terug in de tabel Teeltcodes van de toelichtingsnota bij de verzamelaanvraag of in de teelttabel op de VLM-website.
Gebruik voor de inzaaiperiode de volgende codes:
- “VGV” voor een vroeg ingezaaid vanggewas, dat wil zeggen voor een vanggewas dat ten laatste op 15/9 werd ingezaaid;
- “VGM” voor een vanggewas dat ingezaaid werd in de periode van 16/09 t.e.m. 15/10;
- “VGL” voor een vanggewas dat pas ingezaaid werd na 15/10.
Landbouwer die perceel op 1 januari in gebruik heeft, moet aangifte doen
De landbouwer die het perceel in gebruik heeft op 1 januari is verantwoordelijk voor de maatregel en het correct aangeven van het vanggewas met inzaaiperiode of de nateelt, ook al is het eventueel een andere landbouwer die het vanggewas of de nateelt inzaait.
Overzicht voor consulenten
Consulenten kunnen op het e-loket van het Departement Landbouw en Visserij, via de tegel ‘Verzamelaanvraag zoeken’ een lijst oproepen van al hun landbouwers bij wie de inzaaiperiode nog moet worden vermeld.
Tip voor wie gebruikmaakt van de elektronische verzamelaanvraag
In de elektronische verzamelaanvraag, verschijnt bij de landbouwers die de inzaaiperiode nog niet hebben ingevuld, de opmerking dat er nog een of meerdere codes voor inzaai ontbreken.
Aanhoudperiode vanggewassen
Dit staat los van de aangifte in de verzamelaanvraag, maar we geven graag nog even mee dat de landbouwer het vanggewas voldoende lang moet laten staan. Om als vanggewas beschouwd te kunnen worden, moet het vanggewas immers aangehouden worden tot en met:
- 15/10 op zware kleigronden
- 30/11 op percelen in de leemstreek
- 31/1 op de overige percelen
Bekijk op de VLM-website meer informatie over de vanggewasregeling.