Steeds meer wordt duidelijk dat er dringend enkele ingrepen nodig zijn om MAP 6 op korte termijn voor de landbouwer werkbaar te maken. Hiertoe heeft het ABS zowel aan de bevoegde minister als aan de Mestbank een lijst overgemaakt met maatregelen uit het decreet die te complex of niet werkbaar zijn.
Bij elke maatregel in deze lijst hebben we ook een gepaste oplossing uitgewerkt. Werkbare oplossingen die niet enkel werkbaar zijn voor de landbouwer maar ook bijdragen aan het doel van het mestdecreet.
15 oktober
We kunnen er niet omheen. Het referentiepercentage vanggewassen moet correcter berekend worden. Hierbij dienen de regels van MAP 6 gevolgd te worden. Dit zal enige creativiteit vereisen van de Mestbank en de bevoegde minister.
Bij de berekening van het referentiepercentage is immers het totale areaal vanggewassen dat ingezaaid is na maïs en aardappelen mee in rekening gebracht. Maar het komt pas als vanggewas in aanmerking als het voor 15 oktober ( of 15 september) gezaaid is volgens het nieuwe mestdecreet. Enkel het areaal vanggewassen na maïs en aardappelen, gezaaid voor 15 oktober in de referentiejaren zou logischerwijze mogen meetellen.
Hier wringt het schoentje want er zijn geen zaaidata van de voorgaande jaren bekend. Met enig gezond boerenverstand (en creativiteit) moet hier een oplossing uit de bus kunnen komen die het toch toelaat meer realistische percentages vanggewas te berekenen, zonder de finaliteit van MAP 6 uit het oog te verliezen namelijk een verbetering van de waterkwaliteit.
Regeling voor beperkte oppervlakten
De maatregelen in MAP 6 moeten het toelaten om een normale gewasrotatie te ontwikkelen. Dit is niet eenvoudig, maar voor landbouwers met maar een beperkte oppervlakte in gebiedstype 2 en 3 is het bijna onmogelijk. Willen ze jaarlijks voldoen aan de vereisten, is er telkenmale kunst- en vliegwerk nodig. Hier bestaat een eenvoudige oplossing voor namelijk een soort spaarregeling. Dit moet het mogelijk maken om uitgemiddeld over meerdere jaren te voldoen aan de jaarlijkse verplichting.
We dringen er bij zowel de Mestbank als de bevoegde minister op aan om niet te talmen en dit probleem weg te werken voor de start van teeltjaar 2020. Zomaar deze landbouwers verwijzen naar de te complexe en weinig toegankelijke vanggewasregeling, getuigt van weinig zin voor realiteit en vergroot alleen maar het onbegrip op het terrein.
Doelgericht overleg noodzakelijk
Dit zijn maar 2 voorbeelden van maatregelen die dringend aangepakt dienen te worden. De vele gesprekken met landbouwers over MAP 6, zoals onlangs nog op de werktuigendagen zijn een bevestiging van het feit dat MAP 6 nog dit jaar bijsturing nodig heeft om landbouwers toe te laten een gezond teeltplan te maken.
In het decreet staat ingeschreven dat er in juli 2020 reeds een eerste evaluatie van MAP 6 moet gebeuren. Door de laattijdige invoering van MAP 6 zullen we tegen dan geen effecten kunnen zien van het nieuwe actieplan.
ABS roept iedereen dan ook op om deze evaluatie aan te grijpen om de maatregelen in het decreet te toetsen aan de landbouwkundige werkelijkheid en, zo nodig, aan te passen.