Die bevinding uit een rapport van het World Resources Institute (WRI) komt niet als een verrassing voor professor Marijke Huysmans, waterkundige aan de Vrije Universiteit Brussel. ‘We weten al langer dat ons land slecht scoort. Dat heeft ermee te maken dat we een dichtbevolkte regio zijn en dat behalve de huishoudens ook de landbouw en de industrie hier veel water verbruiken, hoewel er niet zo veel beschikbaar is.’
Het verschil met ons even dichtbevolkte buurland Nederland is dat dat land als het ware een zandbak is, waar water makkelijker in de grond opgeslagen wordt. Een dergelijke gunstige ondergrond beperkt zich bij ons tot de Kempen en stukken van Vlaams-Brabant en Limburg
De droogte is structureel en heeft niet zo veel te maken met de opeenvolgende droge zomers die we meemaken. Dat gebrek aan neerslag maakt het probleem wel groter. Dat laat zich eerst in de landbouw en de natuur voelen. Boeren mogen geen water meer pompen uit kwetsbare waterlopen, natuurgebieden vallen droog. Zopas klonk de alarmbel nog voor het natuurgebied De Zegge in Geel, dat ‘leeggezogen’ wordt door de drainage van naburige weilanden.
Ter herinnering: de laatste droogte-update van de Vlaamse overheid meldt dat op 80 procent van de meetlocaties ‘lage’ grondwaterstanden voor de tijd van het jaar worden gemeten, op 45 procent van de locaties zijn de grondwaterstanden ‘zeer laag’. Code Oranje blijft van kracht.
Hoe verlichten we onze waterstress? ‘We moeten nog meer dan vandaag regenwater opvangen en bijhouden’, zegt Huysmans. ‘Wie een put heeft, moet dat water ook gebruiken in huis en tuin. Je gazon sproeien of je auto wassen met kraantjeswater kan echt niet meer. Er zit nog potentieel in regenwateropvang op grote gebouwen als scholen of sporthallen, en in opvang op wijkniveau. Ook landbouw en industrie stoppen best met drinkwater te gebruiken voor processen waar die graad van zuiverheid niet nodig is. Als koelwater of om er een stal mee schoon te maken, bijvoorbeeld.’
Om de grondwaterreserves te voeden maken we best ook werk van minder verharding. ‘We hebben grote gebieden nodig waar het water rustig kan insijpelen. De betonstop is welkom, al zal die lang niet al onze waterproblemen oplossen,’ aldus Huysmans.
Er wordt in andere landen veelvuldig gebruikgemaakt van gezuiverd afvalwater (‘effluent’). De waterzuiveringsmaatschappij Aquafin laat op dit moment bedrijven en landbouwers in droge periodes effluent aftappen aan een veertigtal installaties. Het mag gebruikt worden voor het beregenen van gewassen die niet rauw geconsumeerd worden.
Aquafin heeft meer dan 300 installaties en in 194 daarvan (de grotere) produceert het jaarlijks 800 miljoen kubieke meter water dat voor hergebruik in aanmerking komt. ‘We bekijken vanuit lokale behoeften wat er nog mogelijk is. Transport is daarbij de grootste en duurste uitdaging’, laat woordvoerster Anja De Wit weten. ‘Hetzelfde kan niet aan kleinere installaties waarvan het effluent vaak het hele debiet van de waterloop uitmaakt.’
Ontzilting – het zoet en drinkbaar maken van zout zeewater – is in vele landen aan de orde, maar niet in Vlaanderen. ‘Het is voorlopig nog te duur en het vergt te veel energie’, zegt Huysmans.
In het algemeen stelt Huysmans vast dat ons watergebruik nog te onbekommerd, te gulzig is. ‘Mensen horen dat niet graag, maar water is te goedkoop’, meent de VUB-waterkundige. ‘Daardoor is er te weinig stimulans om naar alternatieven te zoeken en erin te investeren. Ik merk een groeiend besef dat het waterprobleem urgent is. Maar in een volgende periode van schaarste, als er niets meer uit de kraan komt en het pijn doet in de portemonnee, zal het pas echt bij iedereen doordringen.’