De SERV-Stichting Innovatie & Arbeid bevroeg 428 melkvee- en varkenshouders over werkkrachten in hun sector. Daarbij werd zowel de huidige situatie in kaart gebracht als een blik geworpen op de toekomst.
De melkvee- en varkenshouderij kent een verscheidenheid aan bedrijven. De sector evolueert in Vlaanderen naar minder bedrijven en een grotere veestapel per bedrijf. Deze evolutie gaat gepaard met een relatief nieuwe uitdaging in de sector: een groeiende nood aan werkkrachten.
Goede omgang met dieren en juiste ingesteldheid cruciaal
De werkkrachten die de melkvee- en varkenshouders willen aantrekken of vandaag al in dienst hebben, moeten vooral de juiste ingesteldheid hebben. Gemotiveerd zijn om te werken en bij te leren, en een goede omgang met dieren zijn belangrijker dan ervaring in de sector. Werkkrachten moeten verder flexibel zijn om op minder gangbare uren te willen werken.
Ook het financiële aspect vormt een moeilijkheid voor bedrijven. Om mensen aan te werven en in dienst te houden moet de bedrijfsopbrengst voldoende hoog en zeker zijn. Wanneer de bedrijfsleiders hierover twijfelen, durven ze de stap naar het inschakelen van extern personeel vaak niet zetten.
Daarnaast is er onzekerheid over de regelgeving, het beheer en de aanwerving van externe werkkrachten. Met de ondersteuning van een sociaal secretariaat of organisatie voor land- en tuinbouwers is dat iets minder het geval. Het blijft zowel voor de veehouders als voor de ondersteunende organisaties vaak zoeken naar de juiste formule. Zo komen niet alle openstaande vacatures van de veehouders terecht in de vacaturebank van VDAB.