Zo zoeken twee operationele groepen naar oplossingen om de land- en tuinbouw beter te wapenen tegen waterschaarste door innovatieve samenwerkingsverbanden te creëren tussen verschillende partijen.
Gewapend tegen waterschaarste
AWAIR- AfvalWAter voor Irrigatie (Proefstation voor de Groenteteelt, Sint-Katelijne-Waver)
De voornaamste natuurlijke waterbronnen (hemel-, grond- en oppervlaktewater) staan onder druk. Daarom worden alternatieve waterbronnen belangrijk(er). AWAIR wil het effluent van rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s) inzetten voor de tuinbouw. Vlaanderen valoriseert deze waterbron momenteel zeer beperkt. RWZI’s zijn talrijk en verwerken dagelijks grote volumes water. Ze zouden het jaar rond zeer lokaal een aanzienlijke hoeveelheid water beschikbaar kunnen stellen. AWAIR wil de inzet van gezuiverd afvalwater voor irrigatie in de tuinbouw op een structurele manier mogelijk maken. AWAIR zal daarvoor een samenwerking creëren tussen de verschillende actoren en sectoren en een gebiedsstudie uitvoeren voor de inzet van gezuiverd effluent op drie tuinbouwclusters. Verder zal het technologieën screenen voor de zuivering van het effluent zodat het voldoet aan de kwaliteitseisen voor irrigatie. Ook de haalbaarheid zal onderzocht worden.
Waterketen (United Experts (DLV))
Het belangrijkste doel van deze operationele groep is het opstellen van een aftoetsingsmatrix voor het (her)gebruik van het effluent van industriële afvalwaterzuiveringsinstallaties (AWZI’s) als irrigatie- of fertigatiewater in de landbouw. Het type industrie en de aanwezige technieken op de AWZI’s bepalen mee de eindkwaliteit van het water, die moet voldoen aan de gebruiksvoorwaarden van de landbouwer-eindgebruiker. Daarbij wordt rekening gehouden met de verschillende gewastypes (aardappelen, maïs, bladgroenten en niet-voeding), de perceelsvoorwaarden en de mogelijke risico’s. Het eindresultaat van de operationele groep is een duidelijk wettelijk en kwaliteitskader waarbinnen AWZI’s in de landbouw kunnen gebruikt worden. Zo zullen de verschillende schakels in de ‘waterketen’ weten wat te doen in periodes van droogte of het hele jaar rond.
De drie andere operationele groepen zijn op andere terreinen actief.
Zwerfstromen opsporen op melkveebedrijven (ILVO, Merelbeke)
Melkveebedrijven zijn uitgerust met talloze elektrische apparaten die een risico op ‘zwerfstroom’ met zich meebrengen. Zwerfstroom ontstaat wanneer stroom afwijkt van het gewenste elektrische circuit. Dit kan voor veel ongemak zorgen bij de koeien. Afhankelijk van de locatie van het probleem worden de koeien nerveus, stampen ze, vermijden ze bepaalde plekken in de stal en drinken of eten ze minder. Dit leidt tot een sterke daling in de melkproductie, het dierenwelzijn en de arbeidsefficiëntie van het bedrijf. De kennis over het herkennen, opmeten en oplossen van zwerfstroom is nog beperkt en versnipperd. Daardoor slepen de problemen soms jarenlang aan. Deze operationele groep wil zwerfstroom sneller detecteren en oplossen en de aandacht vestigen op een correcte aarding en isolatie van elektrische componenten in de melkstal.
Biokoe gezond droog (Inagro, Rumbeke-Beitem)
Deze operationele groep wil, samen met de biologische melkveehouders van het BioBedrijfsNetwerk (BBN) Melkvee, zorgen voor een aangepaste droogzetstrategie op maat van de biologische melkveehouderij. Daarnaast wil hij de uiergezondheid optimaliseren met een beperkt antibioticagebruik in de melkveehouderij in het algemeen. Daarvoor zullen de praktijkervaringen van de biologische melkveehouders met verschillende droogzetstrategieën in kaart worden gebracht. De managementmaatregelen die een invloed kunnen hebben op uiergezondheid worden gedocumenteerd met cijfers rond antibioticagebruik en met kengetallen voor uiergezondheid. Ze worden ook aangevuld met recente wetenschappelijke inzichten.
BAVET: beheersing van bacterievlekken in de veldslateelt (Proefcentrum voor de Groenteteelt (PCG), Kruishoutem)
De laatste jaren wordt veldsla courant aangetast door de bacterie Acidovorax valerianellae. De aantasting is te herkennen aan zwarte vettige bladvlekjes. In een sterk gemechaniseerde teelt als veldsla is het niet mogelijk om bacteriezieke plantjes voor of bij oogst uit te sorteren. Bij een infectie is een groot deel van de oogst vaak onverkoopbaar. Tijdens de bewaring kan de aantasting nog uitbreiden. Ook jonge bedrijven, die amper een jaar bezig zijn met het telen van veldsla, krijgen te maken met deze bacteriële aantasting. Het is echter niet duidelijk hoe de insleep en verspreiding van de bacterie gebeuren. De operationele groep wil de insleep van A. valerianellae in de serre in kaart brengen en telers over de risico’s informeren. Er worden effectieve maatregelen aangeboden om een besmetting in een volgende teelt te verhinderen.
De eerste projecten zijn begin juli gestart en duren maximaal twee jaar.
Gedetailleerde informatie over deze projecten vindt u op: https://lv.vlaanderen.be/nl/voorlichting-info/voorlichting/europees-partnerschap-voor-innovatie-eip-operationele-groepen