De opdracht van de Beurs van Libramont bestaat erin de kinderen van de aarde te verbinden, met de bedoeling vragen los te weken, en vernieuwende en duurzame oplossingen voor de landbouw, het bos en het milieu te bedenken en te delen. Wij willen de drijvende krachten achter de verandering begeleiden, zodat onze gemeenschap de wereld van morgen kan ruiken, voelen, proeven, horen en zien.
Aan het thema van de Beurs van Libramont 2019 wordt al sinds geruime tijd gewerkt.
Aangezien het een oneven jaar is, wordt het een editie die is gericht naar en voor de bos-houtketen (van 26 tot 31 juli 2019). Deze keten is een belangrijke bron van werkgelegenheid die leven brengt in onze regio's. In België bestrijken bossen 23% van het grondgebied, dat is 700.000 ha. Ze zijn een natuurlijke en hernieuwbare rijkdom die de sector wil benutten volgens de regels van duurzaam beheer. Het hout van onze bossen kan een antwoord bieden op heel wat maatschappelijke behoeften. Het heeft tal van voordelen en kan mee een oplossing bieden voor enkele fundamentele en dringende uitdagingen.
In 2018 konden meer dan 200.000 bezoekers informatie inwinnen, bijleren maar ook meer inzicht verwerven over .... “Wie zal morgen onze steden voeden? ” en het vanzelfsprekende verband leggen tussen Landbouw, Voeding en Gezondheid. Dit jaar zal de Beurs van Libramont een maatschappelijk thema behandelen en onze bossen en het materiaal hout dichter bij mekaar brengen:
“Wie zal morgen onze steden bouwen? »
Focus op een centraal thema in de houtketen
De almaar grotere demografische spanningen, de bevolkingsconcentratie in de stedelijke zones, steeds minder bouwrijpe gronden: drie factoren waardoor nieuwe percelen moeten worden gezocht en nieuwe constructieve oplossingen worden bedacht om de gebouwen van morgen gestalte te geven.
Fossiele hulpbronnen en de traditionele bouwmethoden zullen op zich niet volstaan om te blijven bouwen in het ritme dat nodig is voor een rationele, duurzame en vernieuwende groei van onze steden.
Voor houten woningen en in bredere zin de 'bos-houtketen' is een toonaangevende rol weggelegd in de stedelijke omwentelingen die onze landschappen en onze leefwijzen ingrijpend veranderen.
Hout, bij uitstek een modern materiaal dankzij industriële verwerking en opwaardering, kan beantwoorden aan de uitdagingen van de stad van vandaag, maar vooral van morgen.
Het gebruik van hout in openbare of private infrastructuur, in individuele huizen, maar vooral in woningcomplexen en huizen met meerdere verdiepingen, maakt het mogelijk om ecologische waarde te scheppen, de mens weer te verzoenen met zijn habitat, hem te laten bewegen in een meer natuurlijke omgeving, die niet alleen beter is voor zijn gezondheid, maar ook moderner, esthetischer, comfortabeler en met meer aandacht voor design.
Hulpbronnen van hout (onze bossen!) bestaan en kunnen niet worden verhuisd, net als de knowhow van bedrijven. En net als onderzoek en ontwikkeling in het materiaal hout ….
Door de bos-houtketen in te schakelen, is het dus mogelijk om een echt waardevolle kring uit te bouwen die ten dienste staat van de lokale economische weefsels, van duurzame ontwikkeling en van de band tussen mensen… voor een andere opvatting van samenleven.
Nu moeten we alleen nog durven te kiezen voor hout... uit onze bossen!
Op naar Libramont 2019: sterke punten van het programma
1. De enquête
Er staat heel wat op het spel. En dit van begin (het productiebos) tot eind (constructiehout).
Reeds in 2015 was de houtketen een van dé onderwerpen die de Beurs bezighielden. Om die reden houdt Libramont - 15 jaar na de eerste enquête over de perceptie van de bos-houtketen bij het grote publiek - dezelfde enquête (steekproef van 1000 representatieve personen in de gemeenschap Wallonië-Brussel).
Ter ondersteuning van de denkpistes van het thema 2019 zullen de resultaten worden bekendgemaakt op de Beurs van Libramont 2019. Uit deze enquête komt duidelijk een verschuiving tussen de opvatting van de rol van het bos en de rol van het materiaal hout naar voor. De twee hoofdzaken zijn in dit verband:
· De hoofdfunctie die aan een bos wordt toegewezen is die van ontspanning: wandelen, joggen, enz. Dit heeft een sterke impact op de visie op de andere functies van een bos en in het bijzonder de productieve functie die uitdrukkelijk door 40% van de respondenten wordt verworpen. Volgens hen moet het kappen van bomen worden verboden.
· Eén Franstalige Belg op drie is bereid om het gebruik van hout voor de bouw van zijn of haar woning te overwegen. De grootste obstakels zijn vooroordelen die wetenschappelijk volkomen zijn weerlegd, maar waaraan men hardnekkig blijft vasthouden. Zo denkt rond 20% van de respondenten dat hout minder goed bestand is tegen brand dan andere materialen.
2. De openingsconferentie
Bioloog en architect Steven Ware is Engels architect verbonden aan het bureau Art&Build. Hij zal de openingslezing van de Beurs brengen op vrijdag 26 juli om 10 u.
Hij zal zijn visie delen over de positie van biogebaseerde materialen en hout in het bijzonder om de stedenbouwkundige uitdagingen van onze moderne samenleving aan te gaan:
· Overschakelen van een economie op basis van aardolie op een regeneratieve economie
· Zorgen voor een beter samenleven in onze steden en dorpen
· Aanbieden van kwaliteitsvolle en bevredigende jobs in de houtbouwsector.
· Verkleinen van onze afvalberg
· Aanbieden van kwaliteitsvolle woningen aan alle gezinnen, rekening houdend met de evolutie van de samenleving (nieuw samengestelde gezinnen, eenpersoonsgezinnen, enz.)
Onderzoek op het gebied van houtbouwkunde boekt snel vooruitgang, er bestaan nu al verschillende moderne technieken: elk systeem heeft specifieke voordelen en moet gekozen worden afhankelijk van de projectkenmerken.
Bouwen met hout mag niet integristisch worden benaderd. Er moet ook over hout worden nagedacht in combinatie met andere materialen.
3. De tentoonstelling (Hal 3) - de conferenties - Demo Forest
Hout voor het bouwen van een woning, meer dan een materiaal, een levenswijze; meer dan een materiaal, een ware bron voor een lokale en duurzame economische sector.
Om de vastgoedmakelaars en hun klanten te overtuigen, zullen we het paradigma moeten veranderen. We moeten afstappen van vergelijkingen op basis van de kostprijs per m² en evolueren naar een handelsmodel dat stoelt op de hele levenscyclus en waarin de bouwkosten, de gebruikskosten (verwarming, ...), de modulariteitsmogelijkheden en de afbraak- of recyclagekosten worden opgenomen.
Houten gebouwen moeten zich differentiëren van “klassieke” gebouwen en een nieuwe positie innemen ten opzichte van de stad, de natuur, de bouwsector en de binnen- en buiteninrichting. Om bij kopers, jongeren, die op zoek zijn naar nieuwe manieren van leven en consumeren, interesse op te wekken voor de aankoop van een houten woning, moeten we ze kunnen verbazen, verrassen, enz.
De uitdaging is dus globaler dan alleen de concurrentie tussen de verschillende materialen aan te pakken: we moeten een economisch, sociaal, technisch en ecologisch model uitvinden om te overtuigen.
Wallonië is rijk aan 556.000 ha bos, wat overeenkomt met meer dan 111 miljoen m³ hout.
De Waalse bossen zijn productief en er wordt helemaal niet te veel gekapt. De beschikbare houtvoorraad neemt toe en blijft onder de jaarlijkse aanwas. Als we daar het Groothertogdom Luxemburg en het Franse Grand-Est bij rekenen, kunnen we beschikken over een vrij samenhangend boscomplex van 2 500 000 ha en een houtvoorraad op stam geschat op zo'n 490 000 000 m³ die jaarlijks zorgt voor 15 600 000 m³ en waarvan we vandaag ruwweg 56% oogsten (dit komt overeen met iets minder dan 9 000 000 m³ per jaar).
Onze houtindustrie moet blijven ontwikkelen, vernieuwen en talenten aantrekken. De bosbouwsector moet zorgen voor de bevoorraing met de nodige volumes, hoeveelheden en prijzen die de ene partij de zekerheid geven van een inkomen en de andere die van een kwaliteitsvolle grondstof.
Het zou een onzinnige beslissing zijn voor het milieu en de economie om een houtbouwsector te ontwikkelen die bestaat op grootschalige invoer. (Een eenvoudig voorbeeld: onze Vlaamse landgenoten hebben een negatieve handelsbalans van € 844.000.000 wat de voornaamste houtproducten betreft).
De grote vragen die tot discussie zullen leiden gedurende de zes dagen van Libramont zijn:
- Hoe kunnen de overheden de beroepen in de hout- en bossector aantrekkelijk houden met behoud van de industriële knowhow ?
- Hoe zorgen we voor een veerkrachtig bos dat kwaliteitsvol hout produceert, terwijl bossen en bosbouwers te maken krijgen met de klimaatuitdagingen en de kapcycli tussen 60 en 150 jaar liggen ?
- Hoe kan bosgenetica van nut zijn voor het bos van morgen?
- De vorming van bosbouwers wordt in het bijzonder gekenmerkt (en gelukkig maar) door bosecologie... Zouden we deze competentie echter niet moeten verbreden naar “de gebruiksecologie” (levenscyclus van materialen, globale impact van keuzes, enz.) en er een opleiding in economie en sociologie van de bos-houtketen aan verbinden?
- Hoe kan de wetgever het bos herpositioneren als zijnde ook een ruimte voor kwalitatieve houtproductie voor onze bedrijven en meer in het bijzonder voor de houtbouw? Hoe kan hij de bos-houtketen herpositioneren als een strategische sector gelet op de hedendaagse uitdagingen (klimaat, uitputting van de fossiele grondstoffen, demografie, evolutie van de structuur van de samenleving, enz.)?
- Hoe kunnen we de perceptie van de recreatieve en productieve functies van het bos met elkaar verzoenen? Hoe tonen we aan dat deze rollen geen tegengestelden zijn, maar dat ze elkaar aanvullen?
- Hoe verhogen we de steun voor investeringen en vernieuwingen in een bio-economische sector?
- Is het de industrie die zich moet aanpassen aan de producten uit onze bossen of is het omgekeerd? Wat met de bevoorrading van de bedrijven van de sector op 10 jaar? Wat met de evolutie van de vraag?
- Hoewel een bos over onmiskenbare kwaliteiten beschikt, wat zijn vandaag de zaken die de grootschalige intrede van hout in de openbare gebouwen in de weg staan? Hoe raken we met hout tot in het hart van voorschrijvers en lokken we architecten uit hun betonnen comfortzone?
- Waar staat de houtbouw in onze grote Belgische steden? En elders in Europa?
- En al wat uit de collectieve intelligentie van de sector zal ontspruiten...
MECANIC’SHOW 2019 :
Voor 2019 heeft de Commissie « Machines et Produits » van de beurs van Libramont 16 innoverende machines geselecteerd. Machines voor tuin & park staan dit jaar in de kijker, met 3 belangrijke innovaties.
Husqvarna heeft een nieuwe maairobot ontwikkeld die geschikt is voor moeilijk berijdbare oppervlakten. De Automower® AWD is speciaal ontworpen om te werken op hellingen tot 70% dankzij de 4-wielaandrijving en een tweedelig lichaam dat op een centrale as scharniert. Dit robot is volledig autonoom en heeft de mogelijkheid om te interageren met nieuwe kunstmatige intelligentie oplossingen.
Een nieuw tijdperk in de ontwikkeling van kettingzaag motoren! Met de MS 500i, stelt Stihl 's werelds eerste kettingzaag voor met een standaard elektronisch gestuurde brandstof injectie systeem. De motor werkt zonder een carburator of ontstekingsmodule.
Ego introduceert de eerste elektrische batterij-aangedreven trimmer met Powerload™ innovatie om de maaidraad automatisch op te rollen. Een druk op de knop volstaat om het systeem te activeren om de maaidraad terug op te rollen in de spoel, en in minder dan 10 seconden.
Op het gebied van onkruidbestrijding, wordt robotica steeds meer toegepast in de velden. In een context van verstrenging van de regelgeving inzake gewasbeschermingsmiddelen en tekorten aan arbeidskrachten in de agrarische sector, heeft Naïo Technology een volledig autonome elektrische robot ontwikkeld, genaamd Dino, om teelten mechanisch te kunnen wieden.
Ook de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van landbouwmachines zijn zeer interessant.
Manitou biedt de Eco Stop, of de automatische uitschakeling van de motor, op zijn MLT verreikers. De motor wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de motor op stationair toerental draait en de bestuurder de cabine verlaat. Deze functie vermindert het brandstofverbruik en het preventieve onderhoud aanzienlijk.
Wat de stroblazers aangaat werden drie innovaties geselecteerd.
Op de Vulcano stroblazer met schijven liet Emily haar X-Tract systeem om touwen en netten uit te halen patenteren zodat de touwen of netten die ronde- of rechthoekige balen binden gemakkelijk kunnen verwijderd worden.
Om het comfort en het welzijn van dieren te verhogen, biedt Kuhn op al zijn machines uitgerust met een blazer (stroblazer, uitkuiler-stroblazer of mengwagens met een stroblaasfunctie) het Cleanstraw systeem om de ontwikkeling van stof te beperken tijdens het strooien dankzij de toevoeging van water.
Dankzij twee geïntegreerde messen in de laaddeur van de Sigma stroblazers van Emily is het voortaan gemakkelijker om touwen of netten te verwijderen dankzij het V-Cut-systeem. Daardoor kan de veehouder gemakkelijker en sneller werken.
Bij de verdeling van veevoeders onderscheiden de getrokken mengvoerwagens met vertikale vijzel van Tatoma zich met een nieuwe aandrijving in staat om de mengsnelheid en -tijd voor de verschillende voeders apart in te stellen dankzij de Hydroshift aandrijving.
In samenwerking met Motrac Industries stelt Kuhn voor om de op de boerderij opgewekte elektriciteit te gebruiken om haar Profile voermengwagen aan te drijven. De voermengwagen uitgerust met een elektrische aandrijving (MoRe e) werkt onafhankelijk en dus zonder tractor.
Drie innovaties hebben betrekking tot de voederwinning.
De tractoren die hoge-dichtheid persen aandrijven ontwikkelen steeds meer vermogen. Om de pers te beschermen adviseert Krone een riemaandrijving voor de opraper en de rotor. Dankzij een permanente bewaking van de riemslip zal de rotor automatisch uitgeschakeld worden in geval van overbelasting en de messen worden dan automatisch uit het kanaal gehaald.
Om nog beter aan te sluiten bij de eisen van de landbouwbedrijven is de nieuwe Fendt Tigo XR opraapwagen uitgerust met een bredere opraper met een werkbreedte van 2,20 m, alsook een nieuwe hydraulische aandrijving dat garant staat voor meer flexibiliteit door het toerental van de opraper nauwkeurig aan te passen aan de omstandigheden en het gewasstroom.
Om de werkcapaciteit te verhogen en brandstof te besparen bij het verzamelen van stro, stelt Krone de Bale Collect balenverzamelaar voor rechthoekige balen voor. Deze balenverzamelaar is volledig geïntegreerd met de Big Pack pers, gedraagt zich als een aanhangwagen voor transport en maakt volledig deel uit de machine tijdens het werk dankzij een hydraulische en telescopische dissel.
Dangreville is de eerste landbouwconstructeur die een onderstel van kipwagen biedt met composiet materiaal, dat lichter is dan staal en met hetzelfde niveau van robuustheid. Het Optimum onderstel maakt het mogelijk om over een onderstel te beschikken dat tot 1.000 kg lichter is ten opzichte met een onderstel uit HLE staal.
Om de productiviteit en nauwkeurigheid van laad- en verhandelingstoepassingen in de hoogte te vergroten plaatste Manitou een High View actief zichtsysteem op de uiteinde van de giek. Het omvat een ingebouwde camera die via een wifi-signaal automatisch beelden op een scherm in de cabine afbeeldt zodra de giek een bepaalde hoek bereikt.
Wat de grondbewerking aangaat stelt Pöttinger de eerste schijveneg met volledige Isobus bediening voor. De automatisering van de verschillende instellingen op de Terradisc 8001 T vindt continu en rechtstreeks plaats via het Isobus-scherm. Pöttinger biedt bovendien een exclusiviteit met de aanpassing van de treklijn vanuit de cabine zodat de machine altijd recht achter de tractor blijft werken.
De geselecteerde machines zullen tentoongesteld worden in een daarvoor speciaal ingerichte ruimte en zullen in de Grote Ring voorgesteld worden op vrijdag 26, zaterdag 27 en zondag 28 juli om 13u30 en op maandag 29 juli om 11u45.
EXPOSANTENLIJST