|
08 jun 2019 |
13:06 |
|
Maatregelen om verspreiding H3 vogelgriep te stoppen ontoereikend
De maatregelen om verdere verspreiding van laagpathogene H3N1 vogelgriep te voorkomen in Vlaanderen, zijn onvoldoende volgens belangenbehartigers BB en ABS. „Ondanks de bioveiligheidsmaatregelen blijven er nieuwe besmettingen bijkomen. Zonder een efficiënte bestrijding is het een kwestie van tijd vooraleer het virus naar andere regio’s overslaat”.
|
Het aantal besmette bedrijven is opgelopen tot boven de 60 en zijn er nog verschillende bedrijven in verdenking gesteld, waaronder een bedrijf in de provincie Luxemburg. „Tot op heden blijft het wachten op een gecoördineerde bestrijding door het FAVV”.
Ook het Algemeen Boerensyndicaat blijft sterk aandringen bij de bevoegde overheden om snel werk te maken van een gecoördineerde bestrijding met een compensatie voor de waarde van de dieren. De vraag voor een tussenkomst vanuit het Sanitair Fonds wordt ook door de Landsbond al wekenlang herhaald, maar nog steeds zonder gevolg.
Begin deze week vond er een overleg plaats met het Sanitair Fonds, de sectororganisaties, het FAVV en vertegenwoordigers van het kabinet-Ducarme. Op het overleg werden een aantal extra bioveiligheidsmaatregelen besproken die ervoor moeten zorgen dat het laag pathogene H3-virus zich niet verder verspreidt. Deze maatregelen komen in een ministerieel besluit en treden na publicatie van dit besluit in werking.
Zo komt er een verbod op het inleggen van broedeieren van besmette moederdierbedrijven tot 30 dagen na het verdwijnen van de klinische symptomen. Nadien kunnen broedeieren pas opnieuw ingelegd worden op voorwaarde dat de betrokken toom opnieuw een stabiele eiproductie vertoont.
Verder is bijvoorbeeld ook de toegang tot het eierlokaal op elk pluimveebedrijf verboden voor wie niet tot het bedrijf behoort. „De maatregelen worden door ons als onvoldoende beschouwd om de ziekte een halt toe te roepen”, laat BB weten. „Feit is dat bedrijven nieuwe kippen zullen opzetten in een besmette omgeving en dat zal ervoor zorgen dat het virus blijft rondlopen.”
Ook worden controles door overheden en keuringsinstanties die in hun opdracht werken voor een maand tot een minimum beperkt. Na 30 dagen zal het Voedselagentschap de situatie evalueren.
„Het is bijzonder jammer om te moeten vaststellen dat op dit overleg enkel en alleen bijkomende bioveiligheidsmaatregelen besproken werden die ervoor moeten zorgen dat het virus zich niet verder verspreidt”, reageert Hendrik Vandamme, voorzitter van het Algemeen Boerensyndicaat. „Vanuit de sector werd de voorbije weken al tot in den treure aangetoond dat deze bijkomende maatregelen niet in staat zijn om de gestage verspreiding van het virus tegen te gaan en geen groot effect zullen teweeg brengen, omdat ze reeds toegepast worden. Pluimveehouders en dierenartsen gaven al meermaals aan dat er geen andere uitweg is dan van overheidswege verplichtingen op te leggen en over te gaan tot verplichte ruiming en een daaropvolgende voldoende lange verplichte leegstand. Alleen zo zal het virus een halt toegeroepen kunnen worden.”
Of pluimveehouders kunnen rekenen op een vergoeding wanneer hun bedrijf geruimd wordt, is op dit moment koffiedik kijken. Op de vergadering werd aangegeven dat de Europese Commissie bezwaar blijft maken tegen het gebruik van het Sanitair Fonds om de bedrijven te compenseren bij de ruiming van de dieren. De laag pathogene H3-stam staat immers niet op de lijst van de Wereldorganisatie voor diergezondheid OIE of de Europese lijst van de te bestrijden ziekten en het ziet er niet naar uit dat daar snel verandering in komt. „Een vergoeding uit het Sanitair Fonds of andere overheidsmiddelen wordt dus gezien als staatssteun en moet naderhand dus door de bedrijven terugbetaald worden”. „Dat is geen optie voor ons.”
BB, het Algemeen Boerensyndicaat en de Landsbond willen dan ook dat andere mogelijkheden snel worden bekeken. „Zo stellen we voor om snel kapitaal via een lening ter beschikking te stellen aan de sector”. „Op dat moment kunnen we akkoord gaan met de ruiming van alle positieve bedrijven waar er symptomen aanwezig zijn. Ondertussen dient verder te worden gezocht naar mogelijkheden die de EU wel goedkeurt.” De landbouworganisaties rekenen op het federale beleidsniveau – ontslagnemend minister Ducarme én zijn diensten – om actief mee te zoeken naar een oplossing.
|
|
|
|