|
13 mei 2019 |
13:59 |
|
Hoge opbrengst en lange houdbaarheid uien
Nederland is één van de grootste exporteurs van uien ter wereld. De innovaties van Hazera dragen daar zeker aan bij. Want door jarenlang onderzoek en zorgvuldige veredeling zijn de uien van dit bedrijf gewild bij zowel telers, exporteurs als consumenten. “Het is de gouden combinatie van een hoge opbrengst en lange houdbaarheid. Wij zijn daarin een van de toonaangevende bedrijven in de wereld” aldus Laura Poelstra, Site Manager van Hazera in Rilland.
|
Wie een kijkje achter de schermen van Hazera in Rilland neemt komt al snel tot de conclusie dat het veredelen van uien een lange adem vergt. Dit komt mede doordat ui een tweejarig gewas is, wat de veredelingscyclus twee keer zo lang maakt. Laura Poelstra: “Het kan wel vijftien tot twintig jaar duren om een nieuw, succesvol ras te maken. Jaarlijks worden door onze veredelaars nieuwe inteelten gemaakt, die allemaal – in samenwerking met telers – geselecteerd worden op de proefvelden. De resultaten komen terug naar o.a. onze locatie in Rilland en worden beoordeeld op hun eigenschappen.”
De veredelaars kijken dan of de van de proefvelden teruggekomen producten de gewenste kwaliteiten hebben en of de eigenschappen stabiel zijn gedurende het selectieproces. “Uiteindelijk houden we ongeveer 1 procent van alle gemaakte hybriden over die geschikt zijn voor de productie van zaad”, aldus de Site Manager.
Wetenschap
Zeeland was jarenlang het epicentrum van de uienteelt. Maar ook daarin zit ontwikkeling, laat de Site Manager weten. “De aanwezigheid van bodemziekten als Fusarium en ook Witrot hier in Zeeland hebben ervoor gezorgd dat de uienteelt vaker naar de nieuwe polders en recent naar het oosten van Nederland verhuist.” Klimaatverandering is de laatste jaren toch duidelijk van invloed. Er worden onderzoeken uitgevoerd naar zout- en droogte-tolerante gewassen.
Bedenk dat de ui acht keer zoveel DNA heeft als de mens. Dus het vinden van de juiste eigenschappen gaat niet over een nacht ijs. Het is een hogere wetenschap.”
En dan zijn er uiteraard nog de ziektes waarmee uien kampen.
Laura Poelstra: “We hebben te maken met zaken als Fusarium en Valse Meeldauw. Onze veredelaars werken samen met de andere allium-afdelingen hard aan resistenties. Op het gebied van Valse Meeldauw zijn al goede resultaten geboekt: Hazera heeft Valse-Meeldauwresistente rassen. Bij prei, ook een allium, is bijvoorbeeld roest een lastig probleem. Daar zijn we eveneens mee bezig. En het oog wil ook wat. Voor prei zoeken de veredelaars bijvoorbeeld naar genetische markers die ervoor zorgen dat prei makkelijk te pellen is zonder dat de bladeren breken en/of dat de stelen mooi recht zijn en onderaan dus geen bol vormen. Dat ziet er mooi uit en het is tevens gunstig voor telers, doordat de planten beter te pellen zijn. Preischoning gebeurt nu nog voornamelijk handmatig bij de telers. De veredelaars blijven continu naar al dit soort verbeteringen zoeken.”
Klimaatzones
Omdat telers in de hele wereld gebruikmaken van de zaden van Hazera wordt veel onderzoek gedaan in de verschillende klimaatzones. Daartoe heeft Hazera buiten het onderzoeksstation in Rilland ook in Israël één en in de Verenigde Staten twee verdelingsstations. Ui is een daglengtegevoelige plant. Dat betekent dat de plant een uienbol gaat aanmaken als de lichtomstandigheden (en temperatuur) daarvoor ideaal zijn. Een ui in Noordwest Europa gaat pas een bol aanmaken bij een daglengte van 16 uur of meer. De uien die in Israël en in California (USA) worden veredeld, zijn voor een heel andere markt: de korte dag markt. De plant maakt dan al een ui bij een daglengte van 12 uur. Wij maken rassen in de lange en korte dag segmenten/markten en alles daartussenin. Ook de proefvelden zijn op veel verschillende plekken op aarde te vinden. “Overal zijn de omstandigheden anders. Daar spelen wij op in.”
Logistiek
Er komt veel logistiek kijken bij het werk in Rilland. Zodra een nieuwe eigenschap is geselecteerd en er een hybride uit is voortgekomen moet deze uitgebreid getest worden. Dat betekent dat al het in- en uitgaande materiaal van uien en prei nauwkeurig moet worden bijgehouden, zodat de veredelaars over exacte gegevens kunnen beschikken om verder te gaan met het verbeteren van de rassen.
Laura en haar team zijn in dit proces de spil: “Wij zorgen dat alles via een coderingssysteem in de database terechtkomt. De alliums die terugkomen selecteren we voor, zodat de onderzoekers snel verder kunnen. Onze medewerkers voelen zich allemaal betrokken bij de organisatie. Persoonlijk vind ik de hectiek, de diversiteit, maar zeker ook de samenwerking met veel verschillende partijen het meest interessant aan dit werk. Vertrouwen is de basis, met ruime mogelijkheden voor eigen initiatieven en ontplooiing.”
Het kan verkeren
Wie in zijn eigen keuken, waar ook ter wereld, een uitje fruit staat niet altijd stil bij de enorme inspanningen die dagelijks worden geleverd om nieuwe rassen te maken. Het cultiveren van dit bolgewas is overigens niets nieuws. Het is pure noodzaak, want in het wild bestaat de ui zoals wij deze kennen niet meer. Het is een al vijfduizend jaar door mensenhanden verzamelde en geselecteerde (gedomesticeerde) groente. De oorsprong van de plant (van de wilde allium-familie) is vermoedelijk Midden-Azië. Via China, Afghanistan, India, Egypte en Griekenland is de ui naar Europa gekomen. In London ontstond rond 1300 al een levendige handel in dit product. En nu is Nederland dus de tweede grootste exporteur, met Hazera als een van de belangrijkste veredelaars.
|
|
|
|