Het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) vindt dit een flagrante miskenning van alle tijd en energie die gestopt werd in het zoeken naar bijsturingen aan het Mestdecreet en MAP5. Dit om te komen tot een verfijning die haalbaar en toch enigszins verdedigbaar leek, zowel voor de sector als op politiek niveau. Het was duidelijk zonder de waard gerekend in de persoon van andersdenkenden en nieuwe opportunisten die willen
scoren op kap van de land- en tuinbouwers.
Het is duidelijk. Ook bij ons in Vlaanderen is de wetenschap en de rede het aan het verliezen van de emotie. Na de gekte rond gewasbeschermingsmiddelen zien we deze keer bemestingsregels die ongezien en onnodig aangescherpt worden waar het nooit te verantwoorden is. In gebieden waar waterkwaliteitsdoelstellingen sinds jaar en dag gehaald worden, worden nu de duimschroeven aangehaald. Een voorbeeld daarvan vind je in een Zuid-Oost-Vlaamse regio waar geen enkel probleem is met het oppervlaktewater, maar waar door het nieuwe criteria in MAP6 en de koppeling met grondwaterstomen de strengst denkbare regels zullen opgelegd worden. Begin er maar aan om mensen uit die regio uit te leggen dat dit MAP “fair en redelijk” is. Wij kunnen het niet, ABS kan het niet, niemand kan het uitleggen. Dit is maar één voorbeeld van de dwalingen die we erin terugvinden.
Onbegrijpelijk en onaanvaardbaar is dit nieuwe MAP. Op basis van de naakte cijfers en wetenschappelijk onderbouwde argumenten had men geen basis om ons bij de nek te pakken. Electoraal des te meer. Voor ons is het duidelijk dat er met een dubbele agenda gewerkt wordt door sommige onderhandelaars. Dat er moest en zou gescoord worden na het débacle op andere dossiers stond in de sterren geschreven, maar dat men daarbij bereid is de land- en tuinbouwsector op die manier als pasmunt te gebruiken gaat zeer ver, te ver.
Wie blind is voor de meerjarige dalende trend, ook bij de nog steeds rood kleurende MAP meetpunten, gaat voorbij aan alle logica en kijkt alleen op korte termijn.
Vanuit de sector zelf werd meegegaan tot op een punt dat werkbaar was en waarbij de balans ecologie-economie nog enigszins bewaard bleef. Met wat in openbaar onderzoek ging konden we leven, weliswaar met een blijvende vraag tot bijsturing bij het criterium grondwaterkwaliteit en een werkbare regeling bij extreme weersomstandigheden.
In de algemene pers (De Standaard van 26/03/2019) spreekt men van een “opsteker voor de nieuwe minister van natuur, landbouw en omgeving”. Voor de minister mag het goedkeuren van het nieuwe MAP misschien een opsteker zijn, voor het ABS is het goedkeuren ervan een kaakslag aan iedereen die het spel correct speelt en om puur politieke redenen gepakt wordt in de mogelijkheden om op zijn landbouwbedrijf op ecologisch verantwoorde wijze
economisch te werken. Dat de Europese goedkeuring voor de te hernieuwen derogatie om op welbepaalde percelen meer dierlijke mest te mogen aanwenden belangrijk is voor een aantal bedrijven, dat weten we en daarin volgen we. Maar dat die goedkeuring afhangt van een goedgekeurd mestdecreet verantwoordt niet dat er op een dergelijke manier bijgestuurd wordt op de kap van de boeren en tuinders is fout, goed fout.
Hoe je het ook draait of keert: strengere regels opleggen zonder wetenschappelijke onderbouwing getuigt niet van deugdelijk bestuur, eerder van plat opportunisme.