Het gebruik van bladmeststoffen in de aardappelteelt

Op de markt wordt tegenwoordig een uitgebreid gamma (stikstof)bladmeststoffen aangeboden voor de aardappelteelt. De fabricanten mikken op een hogere efficiëntie van de nutriënten door opname via het blad. De aardappelteler moet zich afvragen onder welke omstandigheden deze producten een meerwaarde kunnen opleveren voor zijn teelt.
Gedurende drie jaar hebben verspreid over Vlaanderen vier proefvelden met stikstofbladmeststoffen aangelegen onder beheer van de Bodemkundige Dienst van België (BDB), PIBO campus en Land- en Tuinbouwcentrum Waasland (LTCW). Zowel de opbrengst en kwaliteit van de aardappelen als de impact op nitraatresidu’s na het seizoen werden gemeten om te zoeken naar een efficiënte inzet van bladmeststoffen binnen het totaalplaatje van bemesting.
Tijdens de afgelopen jaren 2016 tot 2018 hebben de grillen van het weer een zeer grote impact gehad, gezien de opname van stikstof sterk afhankelijk is van de bodemvochttoestand en de aanwas van de aardappelen. Algemeen waren er dan ook geen positieve of negatieve effecten te zien op de opbrengst bij het gebruik van stikstofbladmeststoffen als surplus of als onderdeel van de basisbemesting. Enkel in 2017 toen bladmeststoffen als
onderdeel van N-bemesting werden ingezet, konden op twee uit vier proefvelden nitraatresidu’s verlaagd worden.