Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 27 feb 2019 15:16 

De behandeling van de vos in Vlaanderen


Vraag om uitleg over de behandeling van de vos in Vlaanderen van Hermes Sanctorum-Vandevoorde aan minister Koen Van den Heuvel

De voorzitter

De heer Sanctorum heeft het woord.

Hermes Sanctorum-Vandevoorde (Onafhankelijke)

Minister, de vos wekt uiteenlopende emoties bij de bevolking. Voor de ene is het een vertrouwde natuurbewoner die het nog niet zo lang geleden heel moeilijk had en het nu opnieuw goed doet in het Vlaamse landschap. Voor de andere is het een dier dat hinderlijk, schadelijk en onwenselijk is.

Het is – laat ons eerlijk zijn – de laatste redenering die de grootste impact heeft op het beleid: het bejagings- en bestrijdingsregime ten aanzien van de vos is zeer ruim, in het bijzonder sinds de invoering van de bijzondere bejaging waardoor de vos in de feiten het hele jaar door bejaagd kan worden, uitgezonderd een korte periode. Jaarlijks wordt een groot deel van de vossenpopulatie neergemaaid, waardoor het vooral jonge dieren zijn die de territoria bezetten. De gemiddelde leeftijd van een vos is bijzonder laag. De wetenschappelijke redenering is, zo horen we van specialisten, dat juist door de aanwezigheid van de jonge dieren de problemen erger kunnen worden.

De wetenschappelijke argumenten dat de huidige aanpak van de vos een averechts effect zou hebben en schade zelfs in de hand zou werken, werden steeds zorgvuldig opzij geschoven. We hebben er al vaak debatten over gehad in het parlement, maar die wetenschappelijke argumentatie heeft het tot nu nooit gehaald in het beleid.

Ondanks de soepelheid vanuit het beleid om het dier te verdelgen en bejagen, zijn er nog steeds mensen die nog verder willen gaan dan het wettelijk kader vandaag voorschrijft. Er zijn bijzonder pijnlijke en illegale manieren om de vos te vangen en te doden, en die zijn reeds jaren een doorn in het oog van verenigingen die strijden voor meer natuurbehoud en dierenwelzijn.

Recent meldde het Vogelopvangcentrum Malderen via verschillende media dat het een vos had bevrijd uit een strik verbonden met prikkeldraad, vermoedelijk om ervoor te zorgen dat het dier zichzelf zou ‘doodspartelen’. Ik heb de voorbije dagen nog verschillende mails gekregen die dergelijke gevallen meldden. Het was dus zeker geen alleenstaand feit. Het bewuste vogelopvangcentrum meldde dat het drie keer in acht dagen tijd werd opgeroepen om een vos uit een dergelijke pijnlijke en illegale situatie te bevrijden. Vogelbescherming Vlaanderen vermoedt op basis van oproepen dat dergelijke praktijken meer en meer voorkomen.

Nog niet zo lang geleden, u was toen nog geen minister, vond een hoorzitting plaats in het Vlaams Parlement betreffende stroperij. Uit jaarlijkse rapporteringen bleek al dat het gebruik van gif en illegale klemmen om roofdieren uit te schakelen – wegens concurrentie voor de jacht – geen uitzondering vormt. Tijdens de hoorzitting werd het vermoeden geuit door zowat elke spreker dat de vastgestelde inbreuken nog maar het topje van de ijsberg zouden zijn.

Minister, hoe gaan de bevoegde diensten om met meldingen van vossen die illegaal worden gevangen en/of gedood? Wordt hiertegen adequaat opgetreden? Of wordt dit niet-prioritair behandeld?

Stelt u effectief een toename vast in het illegaal uitschakelen van vossen, zoals Vogelbescherming Vlaanderen vermoedt? Krijgt u ook dergelijke signalen van uw diensten?

In 2016 werd officieel het hoogste aantal vossen in Vlaanderen afgeschoten, meer dan 12.000. De afschotstatistieken worden gepubliceerd op de website van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), maar ze werden intussen reeds meer dan een jaar niet meer aangevuld. Heeft dit een bijzondere reden? We zijn nu 2019, de laatste cijfers dateren van 2016. Hoeveel vossen werden in het jaar 2017 afgeschoten? Zijn er cijfers beschikbaar voor 2018?

Het Jachtopeningsbesluit gold in principe tot 2018. Wordt een nieuw besluit voorbereid? Overweegt u wijzigingen in de openingstijden voor bejagen en in het bijzonder de bejaging van de vos?

Ik heb nog een laatste vraag in het verlengde van een recente beslissing naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van State.

Acht u het wenselijk om, net zoals voor kraaiachtigen, spreeuw en overzomerende brandgans, die bestreden worden, bij bestrijding en in het bijzonder bejaging van andere diersoorten zoals de vos, een goedkeuring van het Agentschap Natuur en Bos (ANB) te eisen, in plaats van enkel een melding zoals vandaag het geval is?

De voorzitter

Minister Van den Heuvel heeft het woord.

Minister Koen Van den Heuvel

Wat de al dan niet prioritaire behandeling betreft, heeft mijn voorganger enkele maanden geleden al aangegeven dat naar aanleiding van uw vraag over stroperij, de Natuurinspectie is gestart met het projectprogrammatische handhaven. Daarin wordt gefocust op twee zaken. De eerste focus is de instandhouding van de leefgebieden of habitats van beschermde soorten. Die instandhouding is belangrijk omdat uit risicoanalyse is gebleken dat zich daar de hoogste handhavingsprioriteit bevindt. Het vernielen van habitats en leefgebieden van beschermde soorten heeft de grootste impact op de populatie van wild of beschermde diersoorten. Zonder voldoende of kwalitatieve leefgebieden komen er immers geen populaties van soorten voor.

De jachtregelgeving regelt de situatie van het jagen en het bestrijden van wild met verboden middelen. Dat heeft ook een betekenisvolle impact. In de mate dat de vos het slachtoffer is van illegale vangstmiddelen zoals klemmen, stroppen, vallen en giftig lokaas, worden dergelijke meldingen door de Natuurinspectie prioritair behandeld.

Het aantal meldingen over de vos is stabiel gedurende de voorbije vijf jaar. In 2014 waren er ongeveer 48, 49 in 2015, 27 in 2016, 49 in 2017en 45 in 2018. Dat is dus een relatief stabiel cijfer. Er is dus geen sprake van een toename.

Er zijn geen bijzondere inhoudelijke redenen waarom de cijfers van de afschotstatistieken van 2017 nog niet beschikbaar zin. Deze cijfers werden door de wildbeheereenheden gerapporteerd in 2018 via het e-loket. Als gevolg van technische veranderingen in de gegevenskoppeling tussen het e-loket van het ANB en het INBO moeten de analysescripts voor rapportage worden herwerkt. Dit staat ingepland voor dit jaar zodat na herwerking de afschotstatistieken voor 2017 en voor 2018 beschikbaar zullen worden gesteld voor alle soorten uit het wildrapport. Wij vermoeden dat er ook op dat vlak geen toename is en dat dit nogal stabiele cijfers zijn.

Bij decreet van 3 juli 2015 werd de verplichting tot een vijfjaarlijkse herziening van het Jachtopeningsbesluit opgeheven. Dat gebeurde om komaf te maken met het gegeven dat men door de vroegere bepaling gedwongen werd om een nieuw besluit te nemen, ook al was daar na vijf jaar geen nood aan. De vijfjaarlijkse herziening bracht immers telkens een zeer sterke polarisering tussen de verschillende sectoren teweeg, die niets bijdroeg tot een deugdelijk wildbeheer in functie van de verschillende noden. Het huidige Jachtopeningsbesluit is dus van toepassing tot een specifieke wijziging zich opdringt. De decretale wijziging van 2015 belet echter niet dat de Vlaamse Regering het openingsbesluit nog altijd kan wijzigen wanneer zij dat opportuun of noodzakelijk acht.

Momenteel zijn er echter noch bij ANB noch bij INBO initiatieven lopende tot voorstel van wijziging van de huidige tijden voor de bejaging van de vos.

Ik zie ook niet hoe een aanpassing van deze jachtopeningstijden een impact zou kunnen hebben op de zeer verfoeilijke praktijken van individuen die de wetgeving niet respecteren. Zij handelen nu al tegen de mijns inziens heldere en correcte bepalingen in het decreet. Een wijziging van die bepalingen kan daar, vrees ik, weinig aan veranderen.

Dan uw laatste vraag. Ook wat dit betreft, dus om een goedkeuring te vragen in plaats van een melding, lopen er momenteel bij de bevoegde administraties geen initiatieven. Ik heb momenteel ook geen aanwijzing dat een wijziging van de procedures voor bijzondere jacht of bestrijding van vossen aanleiding zou geven tot minder illegale praktijken.

De voorzitter

De heer Sanctorum heeft het woord.

Hermes Sanctorum-Vandevoorde (Onafhankelijke)

Minister, dank u voor uw antwoorden. Ik zal ze even overlopen.

Zowel uit de hoorzitting over stroperij als uit het antwoord van uw voorganger een paar maanden geleden bleek inderdaad dat de nadruk wordt gelegd op die risicoanalyse als het gaat over stroperij, illegale vangst en dergelijke meer. Men vertrekt natuurlijk van zeer beperkte middelen bij Natuurinspectie, en dat is dan de aanleiding om enigszins via een trechtermethode te komen tot een aantal prioriteiten. Ik heb toen inderdaad ook begrepen dat de focus nu net op de verboden en niet-selectieve tuigen en middelen wordt gelegd, omdat die ook schade kunnen berokkenen. Bijvoorbeeld dagroofvogels kunnen daar ook het slachtoffer van zijn. Op zich is het natuurlijk goed dat het nu net de prioriteit is voor het ANB, voor Natuurinspectie. Alleen, nogmaals, het is niet de eerste keer dat dit vanuit het veld wordt gemeld. Blijkbaar wordt dit vaak vastgesteld, vossen die in een illegale klem terechtkomen. Het aantal meldingen is over de voorbije vijf jaar inderdaad vrij stabiel gebleven, maar ook wat dat betreft, zou ik de zinsnede uit de hoorzitting willen herhalen: dit is waarschijnlijk het topje van de ijsberg. Natuurlijk zal niet iedereen melden dat er ergens een vos verstrikt is geraakt. Ik vraag me dus eerlijk gezegd toch af of er niet een vorm van straffeloosheid bestaat in Vlaanderen, zeker ten aanzien van de vos. De signalen uit het veld wijzen toch wel in die richting, namelijk dat je uiteindelijk met de vos kunt doen wat je wilt, ook al is het strikt genomen een prioritair te bestrijden illegale methode om met die dieren om te gaan.

De afschotstatistieken gaan inderdaad uiteraard niet over de illegale activiteiten. Ik vond het eerlijk gezegd al vreemd. Een tweetal jaar geleden kon je nog doorklikken op die website en kon je gemakkelijk zelf de afschotstatistieken vinden. Plots was dat niet meer mogelijk. Dan moest je via een schriftelijke vraag toch nog eens de feitelijke pagina op de website zoeken. Dat was al een drempel die blijkbaar toch was gecreëerd. Dan is er nog eens de volgende vaststelling. In februari van verleden jaar waren de cijfers van 2016 al beschikbaar. Het is nu februari 2019 en die van 2017 zijn nog niet beschikbaar. Ik heb daarnet de uitleg gekregen. Ik heb niet helemaal begrepen wat precies het probleem is, maar blijkbaar is er ergens een reorganisatie bij het verwerken van die gegevens. Ik kan alleen maar hopen dat die gegevens binnenkort beschikbaar zullen zijn. U hebt daarbij nog geen timing kunnen melden. Misschien kunt u daar iets meer over zeggen. Die cijfers van 2017 mogen toch wel in de loop van maart of ten laatste in april beschikbaar zijn.

We hebben het debat over het Jachtopeningsbesluit inderdaad gehad. Er was sprake van een vijfjaarlijkse cyclus, waarvan men om allerlei redenen is afgestapt. Ik ondersteun die  redenen niet want ik denk dat het gezond is om daar om de vijf jaar een debat over te hebben, ook al zijn de meningen dan verdeeld. Ik begrijp dus dat er volgens u niet meteen een aanleiding is om de openingstijden te wijzigen.

En dan tot slot wat de omkering betreft, van melding naar goedkeuring, weet ik dat u inzake die beschermde diersoorten, zijnde de kraaiachtige, de spreeuw en de overzomerende brandgans, verplicht werd om die omschakeling te maken. Nu is die plicht er natuurlijk niet. De vos is niet gevat door de Vogelrichtlijn. Maar ik sta nog altijd achter het principe: je doodt niet zomaar een dier. Men kan gewoon melden dat men een dier gaat doden en als daar geen reactie op komt binnen de 24 uur, dan is dat allemaal prima. Ik heb daar een moreel probleem mee.

De voorzitter

De heer Ceyssens heeft het woord.

Lode Ceyssens (CD&V)

Mijnheer Sanctorum, ik betreur een beetje dat in uw vraagstelling staat: “Ondanks de soepelheid vanuit het beleid om het dier te verdelgen, zijn er nog steeds mensen die nog verder willen gaan. Bijzonder pijnlijke en illegale manieren om de vos te vangen en te doden zijn reeds jaren een doorn in het oog van verenigingen die strijden voor meer natuurbehoud en dierenwelzijn.”

Als ik dat zo lees, en ik hoop dat u mij straks tegenspreekt, krijg ik bijna de indruk dat geïnsinueerd wordt dat iedereen die bezig is met de bestrijding van de vos op een wettelijke manier – over het wetgevend karakter kunnen we met elkaar van mening verschillen, dat kan in een democratie – per se verder wil gaan en zich per se verder wil verdiepen in die legale praktijken.

Ik vind uw vragen allemaal terecht, maar door ze hier op een hoopje te gooien, is het precies alsof de jachtsector ook achter die manier van bestrijding staat. Quod non. Ik denk dat de hele maatschappij afstand neemt van de beelden van die vos die we afgelopen week gezien hebben. Ik kan me niet indenken dat er mensen zijn die – u zegt dat het maar het topje van de ijsberg is – dat zien en nalaten om dat te melden. Dat is niet alleen een doorn in het oog van de verenigingen die strijden voor meer natuurbehoud en dierenwelzijn, maar in het oog van iedereen. Die toestanden zijn degoutant, niet toelaatbaar en hebben wat mij betreft niets maar dan ook niets te maken met de jacht.

De voorzitter

De heer De Bruyn heeft het woord.

Piet De Bruyn (N-VA)

Er is altijd een beetje een moeilijke verhouding geweest inzake de vos en de populatiedynamiek van de vos. Dit is altijd complex en ingewikkeld geweest. Welke vorm van bejaging en bestrijding is de beste manier om die vossenpopulatie onder controle te houden, indien dat al moet gebeuren?

Mijnheer Ceyssens, ik moet vaststellen dat er op zijn minst toch één iemand in Vlaanderen – maar het zullen er meer zijn – meent dat praktijken zoals deze waarmee we vorige week werden geconfronteerd oorbaar zijn. Dat is op zijn minst één iemand, anders had nooit iemand die vreselijke val bedacht. Maar we weten allemaal dat het er meer zijn. Ik ben er samen met u van overtuigd dat het een absolute minderheid is.

Ik merk aan mijn eigen tussenkomsten over de jacht waarop ik het meest emotionele reacties krijg vanuit de jagersbewegingen. Dat zijn de onderwerpen die ik post over de vos. Ik probeer op mijn Facebookpagina altijd een vrij gematigde toon te voeren, altijd een nuancering in te bouwen, nooit met extreem scherpe of zelfs maar scherpe woorden te spreken. Ik krijg vanuit jagersmiddens heel vaak reacties waarbij de vos met alle ondeugden wordt bedacht.

Ik ondersteun de minister in zijn zeer scherpe veroordeling van deze praktijken. Ik denk dat het extreem belangrijk is – en dat hebt u ook gedaan – dat het beleid in alle scherpte gebeurt. Ik weet dat veruit de meeste wildbeheerseenheden er exact hetzelfde over denken. Zij verdedigen dat beleid tegenover hun leden en proberen het af te dwingen met de middelen die zij daartoe hebben binnen hun organisatie. Ik kan alleen maar hopen dat we ons met z’n allen kunnen blijven inspannen om dit soort gruwelijkheden zoveel mogelijk te voorkomen en, als ze zich toch voordoen, adequaat te bestraffen.

De voorzitter

Minister Van den Heuvel heeft het woord.

Minister Koen Van den Heuvel

Collega’s, ik dank jullie voor jullie reacties. Jullie hebben een aantal bedenkingen en beschouwingen geuit.

Mijnheer Sanctorum, u had een vraag over de beschikbaarheid van de statistieken rond de afschot. U hebt het antwoord gehoord. Een aantal technische aspecten in de data werden opgevraagd door het ANB en het INBO. We verwachten dat de cijfers van 2017 zeker vóór de zomervakantie beschikbaar zullen worden gesteld.

De voorzitter

De heer Sanctorum heeft het woord.

Hermes Sanctorum-Vandevoorde (Onafhankelijke)

Wat dat laatste betreft, kijk ik uiteraard uit naar die cijfers.

Mijnheer Ceyssens, u sprak mij rechtstreeks aan. Ik heb de zin nog eens herlezen. Ik zie daar het probleem niet van in. Ik stelde gewoon dat het beleid om het dier te bestrijden, te bejagen bijzonder soepel is. Ik denk dat u het daarmee eens kunt zijn: dat is al soepel. En toch is er bij een aantal mensen de nood om nog een stap verder te gaan. Dat is ook gewoon een feit.

Ik ben trouwens heel tevreden, mijnheer Ceyssens en minister, dat jullie deze praktijken ten stelligste veroordelen. Ik hoop dat u die praktijken ook ten stelligste veroordeelt als u met jagers aan tafel zit. Ik vind dat prima. Ik kan, net zoals collega De Bruyn, inderdaad alleen maar vaststellen dat, zodra je iets publiekelijk zegt over de vos dat nog maar neigt naar een beschermingsmaatregel, je een hele hoop jagers over je heen krijgt, onder ander op Facebook, op de sociale media. Daarin word je duidelijk gemaakt dat die bezorgdheid over de vos eigenlijk misplaatst is. Het is dus zeker niet zo dat er vanuit de jachtsector een groot mededogen bestaat tegenover het dier. Dat is zeker niet het geval. Er kan gerust discussie bestaan over de precieze plaats van de vos in ons landschap. Maar ik krijg voornamelijk zeer harde reacties ten aanzien van dat dier. En dat vind ik totaal misplaatst. Ik ben blij dat zowel u als de minister die schandalige praktijken van die illegale vallen veroordeelt.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer