Een groep Europese wetenschappers onderzocht die veerkracht van tarwe, het belangrijkste Europese graangewas, en stelde vast dat de huidige aanpak onvoldoende rekening houdt met de klimaatverandering. Integendeel: in de voorbije vijftien jaar is die veerkracht in sommige landen nog verder afgenomen.
De onderzoekers baseren zich op gegevens van duizenden oogsten in negen Europese landen. Ze keken daarbij telkens hoe de varianten reageerden op het weer, en welke varianten het beste bestand bleken tegen extreem weer. Vooral hevige neerslag bleek voor veel varianten een probleem.
Tarwe is een belangrijk onderdeel van het Europese dieet en het is dus belangrijk om klimaatbestendige varianten achter de hand te houden, stellen de wetenschappers.
Regen, droogte, hitte of een koudegolf, met name tijdens het groeiseizoen, kunnen de oogsten aanzienlijke schade toebrengen. Vooral erg natte omstandigheden en overvloedige neerslag blijken een probleem. Opvallend is ook dat hitte een grotere uitdaging vormt dan droogte in het vinden van de meest klimaatbestendige varianten.
Het volstaat niet om te zoeken naar de variant die de hoogste kans heeft om het op lange termijn goed te doen, stellen de onderzoekers. De toenemende variabiliteit betekent net dat er moet ingezet worden op verschillende gewassen.
Ze pleiten ook voor bewustmaking bij de boeren om meer te diversifiëren en gewassen te kiezen die beter bestand zijn tegen de klimaatverandering en extreem weer. Ook moet er meer onderzoek komen naar de gewassen en kweekprogramma’s voor nieuwe varianten.