De voorzitter
Mevrouw Remen heeft het woord.
Grete Remen (N-VA)
Minister, collega’s, alle Vlaamse gezinnen samen gooien elk jaar 240.000 ton voedsel weg. Dat komt neer op 400 euro per jaar per gezin en op iets minder dan 90 kilo per jaar per gezin. Dat blijkt uit een onlangs gepubliceerd onderzoek van u, minister.
De nulmeting van 2015, waarop de Ketenroadmap Voedselverlies gebaseerd is, hield het nog op een vork van 42 tot 61 kilo per gezin per jaar, wat neerkomt op een totaal van minimum 116.000 ton en maximum 168.000 ton eten. 240.000 ton is dus nog veel meer dan de meest pessimistische inschatting van toen. We staan er dus slechter voor dan eerst werd gedacht. We maken ook geen vooruitgang, wat nog meer economische en milieuschade tot gevolg heeft. Bovendien is het ook weinig ethisch om zo weinig stil te staan bij wat we ongebruikt weggooien in tijden van onevenwichtige verdeling van voedsel op onze planeet. Toch blijft het uw ambitie en die van de Vlaamse Regering om de voedselverspilling in de hele keten terug te dringen met 15 procent tegen 2020. Maar is dat parcours met de huidige acties nog wel te lopen?
Daarom heb ik de volgende vragen, minister.
We verspillen dus meer voedsel dan eerst gedacht. In 2019 is er een tussentijdse monitoring van de acties voor het terugdringen van voedselverspilling van onder meer de Ketenroadmap Voedselverlies. Acht u het nodig om nu al bijkomende maatregelen te nemen? Zo ja, welke maatregelen plant u?
In april had ik het in deze commissie al over het voorstel van uw Nederlandse collega, minister Schouten. Zij wil de ‘tenminste houdbaar tot’-datum afschaffen om zo het onnodig weggooien van voedsel te vermijden. U stond positief tegenover dat voorstel maar de bevoegdheid is federaal. Zult u, gezien de acute problematiek van voedselverspilling in Vlaanderen, overleg plegen en samenwerken met uw federale collega om voedselverspilling aan te pakken? Zult u daarbij het hervormen van de ‘tenminste houdbaar tot’-datum bespreken?
Het valt ook niet te ontkennen dat ons goedkope voedsel en de superpromoties in de grootwarenhuizen die resulteren in gratis producten, bijdragen aan onze verspillingsmaatschappij. Acht u het wenselijk dat er initiatieven voor een eerlijke prijs voor ons voedsel worden genomen om voedselverspilling tegen te gaan?
De voorzitter
Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege
Mevrouw Remen, we zijn vorige week bij de bespreking van de beleidsbrief ook ingegaan op dit onderwerp. Ik zal nog eens herhalen wat ik toen heb gezegd.
Met de nieuwe studie ‘Voedselverlies en consumentengedrag bij Vlaamse huishoudens’ wordt voor het eerst het voedselverlies bij Vlaamse huishoudens volledig in kaart gebracht. Vroeger ging het vaak om een fractie. Het gaat dus ook over voedselverlies dat via andere kanalen wordt ingezameld.
Uit die studie blijkt dat alle Vlaamse huishoudens samen verantwoordelijk zijn voor 240.000 ton voedselverlies, zowel vast als vloeibaar. Dit komt neer op 88 kilogram per huishouden per jaar en op 37 kilogram per persoon. De fractie die daarbinnen wordt weggegooid via het restafval, komt overeen met de resultaten van de sorteeranalyses. De nulmeting van het Ketenplatform Voedselverlies is het officiële referentiecijfer over voedselverlies in Vlaanderen.
In het kader van de Roadmap Voedselverlies onderneemt de Vlaamse overheid samen met haar ketenpartners continu actie op verschillende plaatsen in de agrovoedingsketen. Momenteel wordt inderdaad ook de tussentijdse meting voor 2019 voorbereid. De nieuwe cijfers voor huishoudens zullen daarin geïntegreerd worden.
Wij staan ook in nauw contact met internationale experten. Op basis van de nieuwe studie, die naast een volledige meting ook peilt naar de drempels en motivatoren die invloed hebben op voedselverlies, en internationale inzichten en onderzoek wordt de komende maanden nagegaan of bijkomende acties nodig zijn.
In het volgende halfjaar zal het departement Omgeving al verdere stappen zetten in het vertalen en verspreiden van de inzichten van de nieuwe studie en van internationale wetenschappelijke inzichten voor actoren in het veld.
Begin 2019 start ook de uitbereiding van groente-, fruit- en tuinafval (gft) met keukenafval in de gft-regio’s. Dit wordt ondersteund met sensibiliseringsacties.
De toepassing van houdbaarheidsdata, de manier waarop deze door consumenten wordt gebruikt en het effect ervan op voedselverlies vormen een erg complexe materie. De Europese Commissie is daarmee bezig en gaat na hoe dit kan worden aangepast.
Voeding heeft niet alleen een economisch maar ook een groot maatschappelijk belang. Ik vind het belangrijk dat burgers ook intrinsiek een grote waarde hechten aan voedingsproducten. De prijsstelling van voedingsproducten valt echter buiten mijn bevoegdheid. De waarde die mensen hechten aan voeding wordt niet alleen bepaald door de prijs maar ook door de manier waarop ze ermee omgaan en de mate waarin ze zich ermee verbonden voelen. Men zal minder geneigd zijn een zelf geteelde courgette of tomaat weg te gooien.
Daarom ondersteun ik, naast de acties in de Ketenroadmap Voedselverlies, ook educatieve projecten binnen Milieuzorg Op School. Ook de ondersteuning van het Aanspreekpunt Lokale Voedselstrategie, dat wij hebben opgericht om in de gemeenten de lokale voedselstrategie te bepalen, draagt daartoe bij.
De voorzitter
Mevrouw Remen heeft het woord.
Grete Remen (N-VA)
Minister, er zijn heel wat acties en ik twijfel zeker niet aan uw goede bedoelingen om de voedselverspilling te verminderen. Dat zijn goede acties ten aanzien van de consument, maar er zijn ook duidelijke regels en wetgeving nodig. Ik weet dat het niet alleen onze bevoegdheid is. Om die reden dring ik ook aan op overleg met het federale en Europese niveau.
Met Nederland is Vlaanderen de grootste voedselverspiller van Europa. Het lijkt me dan ook nuttig om nog eens samen te zitten met Nederland, zeker voor wat die houdbaarheidsdatum betreft. Niet alleen zou die moeten worden afgeschaft voor een aantal producten, er bestaat al een lijst van producten waar die datum niet voor dient, maar misschien kan die lijst worden uitgebreid of kan de houdbaarheidsdatum van een aantal producten worden verlengd. We hebben het daar al eerder over gehad. De universiteit van Wageningen heeft een studie uitgevoerd waaruit blijkt dat de voedselverspilling onmiddellijk met 13 procent zou dalen. Minister, u zegt dat dit een complexe materie is maar misschien moet Vlaanderen dit probleem samen met Nederland op de Europese agenda plaatsen.
Het verschil tussen ‘tenminste houdbaar tot’ en ‘tenminste bruikbaar tot’ wordt goed uitgelegd op www.voedselverlies.be maar 20 procent van de consumenten kent nog altijd niet het verschil tussen beide.
Ik weet ook dat wij niet kunnen inspelen op de prijs van onze voeding maar bijvoorbeeld Frankrijk heeft een voedingswet waarbij gratis voeding wordt verboden. Ook ‘1 plus 1’-promoties worden wettelijk verboden om overconsumptie tegen te gaan en omdat de waarde van het voedsel en de prijs die we daarvoor betalen, te ver uit elkaar liggen.
Ons voedsel is te goedkoop, we beseffen niet langer de waarde ervan. Hierover zouden meer sensibiliseringsacties moeten worden gevoerd. Zo zou de vraag kunnen worden gesteld wat de ecologische voetafdruk is van ons eten, van bepaalde voeding, hoe dat voedsel wordt geproduceerd, vanwaar dat afkomstig is enzovoort. De universiteit van Wageningen is bezig met een studie daarover. We moeten dus het warm water niet opnieuw uitvinden maar het zou wel interessant zijn om de consument bewust te maken van de prijs van voedsel. Ik betreur dan ook de enquête van Test Aankoop van deze week waar de retailwinnaars met de laagste prijzen werden bekendgemaakt. Die ratrace naar de bodemprijs is weer ingezet. We beseffen de prijs en de waarde van ons eten niet en Test Aankoop bewijst daarmee noch de retailers, noch de consument een dienst. Want wat zit er achter die laagste prijs? Wat is een billijke prijs en wie betaalt de rekening? Dat zijn vragen die we ons toch moeten stellen. De race naar de bodemprijs is een heel slecht mechanisme doorheen de hele keten, dat de prijzenoorlog tussen de distributeurs en de overproductie alleen maar in de hand werkt.
Minister, ik roep u op om een sensibiliseringsactie te voeren voor de consument over het verschil tussen de prijs en de waarde van een product.
De voorzitter
Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege
Mevrouw Remen, ik ben het met u eens dat we de sensibilisering moeten verderzetten en versterken. Dat is geen enkel probleem, ook op Europees vlak, inzake die labeling.
Ik wil toch een kleine nuance aanbrengen wanneer u zegt dat wij samen met Nederland het meeste voedsel verspillen. Het zou ook kunnen dat Nederland en Vlaanderen de enige regio’s zijn die dat in kaart brengen en meten. Er zijn veel landen waar dit niet wordt gemonitord en men dus niet weet wat er wordt weggegooid. Het is niet omdat wij alles in kaart brengen dat wij het meeste verspillen.
De voorzitter
Mevrouw Remen heeft het woord.
Grete Remen (N-VA)
Minister, meten is weten. Als we weten wat we dagelijks verspillen per persoon en per gezin, dan moeten we daar ook echt iets aan doen. Vandaar nogmaals mijn nobele oproep om overleg te plegen met de andere collega’s die daarmee bezig zijn.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.