200 hectare
Het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) beschikt over zo’n 200 hectare proefveld (waarvan een deel biologisch) voor zijn landbouwkundige onderzoeksprojecten en voor de normale exploitatie van zijn proefboerderij. Filip De Brouwer (ILVO): ‘Net als elke landbouwer puzzelt ILVO elk jaar een teeltplan ineen, op basis van de behoeften en rekening houdend met de gewassen die er in het verleden stonden. En elk jaar opnieuw worden er bij ons véél gegevens verzameld en bijgehouden door de individuele onderzoekers. Zeker met de inzet van precisielandbouw groeit die stroom aan data (van de gebruikte tractoren, machines, drones, bodemscans, …) exponentieel.’
Zolang de gegevens verspreid zitten is de exacte invloed van elke factor of handeling uit het verleden op de huidige veldprestatie niet ten volle te bestuderen. Met het bodempaspoort wil ILVO dus een bredere (lange termijn) kijk krijgen op de natuurlijke processen op zijn proefvelden.
Bart Vandecasteele (ILVO): ‘We weten al langer dat de historiek van het bodembeheer een sterke impact kan hebben op de bodemconditie van nu. Wat je op één moment in één jaar meet qua chemische bodemsamenstelling en nutriëntenbalans is vaak niet genoeg om te verklaren waarom de bodem die of die bepaalde opbrengst en ziekte- of stressgevoeligheid bij de gewassen geeft. De momentfoto volstaat al zeker niet om de oorzaak en remediëring van een ruimtelijke variabiliteit te vinden.’
“Stel dat er seizoenen geleden in te natte omstandigheden is geoogst, waardoor de ondergrond verdichtte, daar draag je nog jaren later de gevolgen van. Blind bij bemesten om de ondermaatse gewasopbrengst te verhogen brengt dan geen duurzame oplossing. Via een bodempaspoort kan je de achterliggende diagnose sneller en preciezer stellen en de juiste maatregelen treffen. Vanuit het bodempaspoort kan je zelfs voorspellen welk risico een bodem in de toekomst loopt.”
Stapsgewijs naar automatisering
De eerste stap is een digitale module waarin bodemanalyses, bodemscans, historiek van percelen en gewassen terechtkomen. ILVO zet meteen een multidisciplinair team in: bodemspecialisten, datamanagers, beeld- en data-analisten, GIS-experts, gewas- en klimaatspecialisten.
Greet Ruysschaert (ILVO): ‘Het is wetenschappelijk een interessante oefening. Hoe zet je zo’n uitgebreid dataplatform op poten? Welke data blijken nuttig en welke niet? Op welke basis nemen we beslissingen voor het concrete bodembeheer? Hoe geven we diverse gebruikers toegang?’
Jurgen Vangeyte (ILVO): ‘Tegelijk is dit een gelegenheid om bruggen te slaan naar andere datahubs zoals vb. het Geoloket van het Vlaams departement Landbouw, SNapp van de VLM, satellietbeelden of de Farm Management Systemen (FMS).’
(nvdr Daarin worden tractorgegevens bijgehouden -hoeveel bemest, waar gereden etc.- en daaruit worden in de precisielandbouw al specifieke taakkaarten en rijpadplannen getrokken.)
ILVO reikt de hand naar administraties en organisaties om mee na te denken over het concept van het bodempaspoort en de praktische uitwerking. De ILVO gronden kunnen op die bijkomende manier een testsite worden voor de Vlaamse landbouwsector.
Meerwaarde? Economisch, ecologisch, klimaat verbeterend, nuttig voor sector & beleid…
Het is al meerdere jaren een ILVO-credo: een goede gewasopbrengst start met een gezonde bodem. De realisatie van dat statement wordt urgenter, want van de 21ste eeuwse landbouwer vraagt men dat hij én economisch en sociaal duurzaam, én met minder input, toch liefst méér en een kwalitatievere opbrengst behaalt. Door het bodempaspoort in het leven te roepen wil ILVO als pionier tonen wat je kan bereiken met een slimmer, kennis-gebaseerd bodembeheer.
Jeroen De Waegemaeker (ILVO): ‘We verwachten een klimaat- en een ecologische meerwaarde. Denk aan koolstofopslag (mitigatie) en waterbuffering (adaptatie). Wat werkte precies bevorderlijk voor de opbouw van koolstof of voor de waterbuffercapaciteit? Zulke vragen vergen analyses uit een ordelijk digitaal logboek per perceel.’
De hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) in 2020 ten slotte vormt volgens ILVO een opportuniteit om bodem op de politieke agenda te plaatsen.
Kristiaan Van Laecke (ILVO): ‘De Europese Commissie wil een ambitieuzer vergroeningsbeleid en geeft voortaan meer vrijheid aan de lidstaten. Bij ons kan bodemkwaliteit dus een rol gaan spelen. Een gezonde bodem maakt planten weerbaarder tegen ziektes en plagen en levert belangrijke ecosysteemdiensten zoals het beter draineren en vasthouden van water, habitat bieden voor bodemorganismen, enz.. Wie als boer investeert in een gezonde bodem creëert een win-win voor landbouw, maatschappij en natuur. Daar mag hij best voor beloond worden. In die zin zou het bodempaspoort zelfs een beleidstool kunnen worden voor een meer duurzame (Europese) landbouw.’