|
24 okt 2018 |
18:28 |
|
EU-strijd tegen wegwerpplastic toont groeiende invloed groene politiek
De aanpak van wegwerpplastic toont aan dat de groene beweging ook op Europees niveau steeds meer haar stempel drukt op het verloop van politieke discussies en de uiteindelijke beleidskeuzes. Dat is de reactie van Europees parlementslid Bart Staes (Groen) als respons op de goedkeuring door het Europees Parlement van verdergaande maatregelen omtrent het tegengaan van wegwerpplastic, zoals rietjes, bordjes en bestek, die onder andere de plastic soep creëert.
|
Staes: “Ieder kind weet zo langzamerhand dat plastic zeer slecht is voor ons milieu en het klimaat. Productie van de plastic pellets - basis grondstof voor plastic producten - is energie intensief en vervuilend door het gebruik van bepaalde chemische stoffen. De productie van plastic staat voor 6% van het totale aardolieverbruik en dus ook voor CO2 uitstoot als het plasticafval verbrand wordt.”
Staes: “Liefst 31% van het plastic wordt vandaag verbrand of eindigt op een stort. Hoewel veel plastic afval simpelweg niet geschikt is voor recycling - we moeten inzetten op afval voorkomen - moet er wel meer gerecycled worden. Vandaag bestaat slechts 6% van de totale vraag in EU naar plastic uit gerecycleerd plastic.”
Staes: “Enorme hoeveelheden komen in het milieu terecht, zie de groeiende plastic soep. Naar schatting komt er elke minuut een ton plastic in ’s werelds oceanen terecht. Vanuit Europa gaat het in totaal om 500 miljoen kilo per jaar. Dat afval verandert langzaam in microplastics, die overal ook in dieren en in de voedselketen terecht komen.”
“Ook de industrie weet dat allemaal, maar toch produceren ze steeds meer plastic. Vaak om maar één keer te gebruiken en dan weg te gooien. Volgens schattingen verdubbelt de komende twintig jaar de productie – als we niks doen. Daarom is de scherpe stellingname van het Europees parlement vandaag een overwinning voor een duurzamere planeet,” aldus Staes.
Groene druk
Zoals het Europees Parlement eerder al deed rond de CO2-uitstoot van wagens en lichte vrachtwagens is ook het voorstel van de Europese Commissie rond wegwerpplastic verder aangescherpt. Staes: “Het voorstel van de Commissie was goed, maar kon gewoon beter. Ook al omdat wij zien dat er onder de burgers veel draagvlak is voor het bestrijden van de plasticsoep en andere overlast door wegwerpplastic. Dat momentum en het groeiend bewustzijn zetten we om in beleid.”
Staes: “Een aantal jaar geleden was het ondenkbaar dat de EU zo´n palet aan concrete maatregelen op specifieke plastic producten alleen al zou bediscussiëren. In 2014 probeerde de Europese Commissie nog een aanpak van de vermindering van plastic boodschappenzakjes tegen te houden onder het mom van ‘teveel bureaucratie’. Maar juist de enorm positieve reacties bij veel burgers toen de plastic zakjes verboden werden, heeft er toe bijgedragen dat meer Europese politici beginnen te beseffen dat het juist dit soort regels zijn die mensen van Europa willen zien. Europese maatregelen die het belang van mens en milieu dienen in plaats van die van multinationals.”
De stemming van vandaag heeft een verbod op plastic wegwerpartikelen als rietjes en ander plastic eetgerei een flinke stap dichterbij gebracht. Naast specifieke verboden gaat het bijvoorbeeld ook om reductieverplichtingen en het laten betalen van de kosten van het opruimen van plastic afval door de producenten. Staes: “Met haast chirurgische precisie worden er maatregelen ingevoerd om ervoor te zorgen dat de top-tien van plastic producten die het meest op de Europese stranden worden aangetroffen, voortaan niet of minder snel in het milieu terechtkomen. Dit is niet hét ultieme panacee, maar de start van een ecologische opkuisactie en het herstel van de enorme vervuiling die we de afgelopen eeuw hebben gecreëerd.”
Naast wegwerpplastic gaat de nieuwe wetgeving ook in op het probleem van de ‘spooknetten’. Staes: “De Europese visserijsector gaat bijzonder slordig om met zijn - grotendeels van plastic gemaakte - visnetten. Maar liefst een derde van de netten komt niet terug aan land. Ze blijven in zee drijven en vangen of verstikken nog steeds vis en andere zeedieren. Het Europees Parlement wil hier concretere actie tegen zien. Zo moeten de EU-landen bijvoorbeeld een statiegeldsysteem voor visnetten invoeren.”
De EU-landen moeten nog een gezamenlijke positie innemen op het wetsvoorstel, hoogstwaarschijnlijk gebeurt dat op woensdag 31 oktober. Daarna zullen op 6 november de onderhandelingen tussen de drie EU-instellingen over de uiteindelijke Europese wetstekst van start gaan. De verwachting is dat de nieuwe maatregelen in 2021 van kracht kunnen gaan.
|
|
|
|