Wat zijn biociden en welk soort producten zitten vervat onder de reglementering?
De hele reglementering rond biociden en het gebruik ervan roept bij menig landbouwer heel wat vragen op. Belle-Rosa Khoung begon haar toelichting dan ook met een definitie voor biociden en kaderde de betreffende reglementering. De Europese verordening bepaalt dat biociden alle stoffen of mengsels zijn, die uit één of meer werkzame stoffen bestaan en tot doel hebben schadelijk organismen onschadelijk te maken. Dit kan door de schadelijke organismen te vernietigen, af te schrikken of de schadelijke effecten ervan te voorkomen op een niet-fysieke of mechanische wijze. De verordening stelt ook dat stoffen die in eerste instantie niet vallen onder deze reglementering, toch als biociden beschouwd worden wanneer ze ingezet worden voor dezelfde doeleinden. Dus alle behandelingen met een biocidale werking als primair doel, worden beschouwd als biociden en vallen bijgevolg onder de reglementering.
Wat zijn de toepassingsgebieden en hoe herkent u biociden?
Biociden hebben zeer uiteenlopende toepassingen. Zo worden alle middelen die gebruikt worden voor desinfectie, conservering en plaagbestrijding, als biociden beschouwd. Dit breed toepassingsgebied maakt het voor de gebruiker niet altijd gemakkelijk om ze te herkennen. Alle producten die als biociden op de markt gebracht worden, moeten voorzien zijn van een vermelding dat het om een biocide gaat. Op onderstaande figuur zijn alle verplichte gegevens aangeduid die op het etiket moeten staan. Voor België moet dit etiket zowel in het Nederlands als in het Frans beschikbaar zijn op de verpakking. Het geeft nuttige informatie over het soort chemicaliën dat het product bevat, welke gevaren aan het product verbonden zijn en hoe het product veilig gebruikt kan worden.
Bron: FOD Volksgezondheid. Onderaan deze pagina vindt u de tekstuele versie bij deze afbeelding.
Welke biociden mogen we gebruiken en voor welke toepassingsgebieden?
Er mogen geen biociden op de markt gebracht en gebruikt worden zonder voorafgaande toelating. Alle toelatingen worden door de federale minister bevoegd voor leefmilieu uitgereikt via een toelatingsakte. De akte is het officieel document dat de voorwaarden bepaalt om een biocide in de handel te brengen. Zo wordt in de akte onder meer een uniek toelatingsnummer toegekend. Ook geeft de akte uitsluitsel of het gaat over een product uit het vrije of gesloten circuit. Alle aktes zijn digitaal raadpleegbaar op www.biocide.be.
Het gebruik van biociden in de landbouw
Uit een recente studie blijkt dat in de landbouw een achttal types van biociden worden gebruikt. Het gaat hier over zeer uiteenlopende toepassingen:
- ontsmettingsmiddelen voor menselijke hygiëne:
- producten zoals zeep of gels voor de ontsmetting van de handen;
- ontsmettingsmiddelen voor privaat, publiek of ander gebruik:
- Producten voor ontsmetting van oppervlakten en materialen die niet in direct contact komen met voedingsmiddelen of met dieren;
- ontsmettingsmiddel voor dierlijk gebruik:
- ontsmetting van dierverblijven;
- ontsmetting van dierenvervoersmiddelen;
- ontsmetting van materiaal voor het houden van dieren;
- voetbaden voor de bezoekers;
- voetbaden voor dieren;
- ontsmetting van doeken om de spenen schoon te maken;
- tepeldipmiddelen en tepelsprays (vóór het melken);
- ontsmettingsmiddelen voor oppervlakken en materialen die in contact komen met voedingsmiddelen:
- ontsmetting van melkapparatuur;
- ontsmetting van apparatuur voor drinkwater voor dieren;
- ontsmetting van de oppervlakten waar voedsel wordt bereid, behandeld, opgeslagen, vervoerd ...;
- bescherming van hout;
- producten voor bescherming van metselwerk;
- rodenticide:
- bestrijding van knaagdieren;
- insecticiden:
- lokaas of vloeibare insecticide;
- insecticide tegen larven gevonden in de mest.
Borderlines: de grijze zone tussen biociden- en andere wetgeving
De biocidenwetgeving sluit vaak nauw aan bij de wetgeving over:
- medische hulpmiddelen;
- (Dier)geneesmiddelen;
- gewasbeschermingsmiddelen;
- detergenten en andere reinigingsmiddelen;
- cosmetica.
Het statuut van dergelijke producten wordt geval per geval bekeken. Welke wetgeving er van toepassing is, wordt bepaald op basis van alle productkenmerken en het beoogde gebruiksdoel/claim. Bij twijfel kunt u contact nemen met de helpdesk op www.helpdeskbiocides.be.
Categorieën van gebruikers en de circuits
Biociden kunnen erkend zijn voor het vrije of het gesloten circuit. De indeling in vrij of gesloten circuit wordt bepaald door de gebruiksbestemming en de risico’s voor de gebruiker. Bepaalde biociden kunnen onder strikte voorwaarden bestemd zijn voor beide circuits. De toelatingsakte specificeert de gebruiker en vermeldt de na te leven voorwaarden.
De biociden waaraan minder risico’s verbonden zijn en waarvoor het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen niet vereist is, worden ingedeeld in het vrij circuit. Deze producten mogen gebruikt worden door particulieren.
De biociden die echter een groot risico vormen en dus te gevaarlijk zijn voor het grote publiek, worden ingedeeld in het gesloten circuit. Voorbeelden van grote risico’s zijn classificaties als zeer giftig, kankerverwekkend of mutageen. Ook als het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen vereist is, worden de producten in het gesloten circuit ingedeeld. Deze producten zijn enkel bestemd voor professioneel gebruik en de gebruikers moeten zich hiervoor laten registreren bij de FOD Volksgezondheid.
Verplichtingen als verkoper en gebruiker van producten uit het gesloten circuit
Hieronder vindt u een schematisch overzicht van uw verplichtingen als verkoper of gebruiker van biociden die erkend zijn voor het gesloten circuit:
VERKOPER
- moet zich registreren zodra hij/zij een biocide heeft verkocht of aangekocht die tot het gesloten circuit behoort
- moet voor 31 december aangifte doen van de hoeveelheid biociden die hij/zij in het afgelopen jaar verkocht heeft
- moet tijdens de verkoop elke klant inlichten over de verplichtingen die verbonden zijn aan de biocide die de verkoper te koop aanbiedt
- moet op de verkoopfactuur en het kasticket vermelden “Dit product is een biocide ingedeeld in het gesloten circuit.”
- moet op de hoogte zijn van de verplichtingen die bepaald zijn in de toelatingsakte van de biocide (verplichtingen inzake opslag, vervoer, opleiding,…).
GEBRUIKER
- is verplicht om jaarlijks voor 31 december zijn/haar statuut als geregistreerd gebruiker te bevestigen via het online registratiesysteem. Deze registratieverplichting geldt vanaf 31 december 2018.
- moet op de hoogte zijn van en voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de toelatingsakte van de biocide.
Elke verkoper of gebruiker is volledig verantwoordelijk voor de aangiftes van zijn/haar eigen transacties.
U kunt een persoonlijk account aanmaken en u online registreren via www.health.belgium.be/nl/gesloten-circuit. U vindt daar ook een vereenvoudigde registratiehandleiding.
Te onthouden
Een landbouwer die biociden wil gebruiken moet zich daarvoor vanaf 31 december 2018 laten registreren als gebruiker.
Twijfelt u of een bepaald product al dan niet een biocide is en onder welk circuit het valt, vraag dan info aan uw leverancier of raadpleeg de biociden helpdesk.
Volg de reglementering en toepassingsgebieden regelmatig op, want als verkoper/gebruiker/veehouder bent u zélf verantwoordelijk voor het gebruik!
Het etiket vermeldt verplicht en op leesbare en onuitwisbare manier de volgende gegevens:
- de naam van het biocide;
- de persoonlijke gegevens van de toelatingshouder;
- de identiteit van elke werkzame stof en de concentratie ervan in metrieke eenheden (bijvoorbeeld: Permethrine, 2,2 g/l);
- het toelatings- of kennisgevingsnummer (XXXXB of BE20XX-XXXX of NOTIFXXX of XX//IP) = toegelaten in België;
- de gebruikerscategorieën (groot publiek, professionelen) waarvoor het biocide bestemd is ;
- de gevarenpictogrammen, de gevarenaanduidingen (H-zinnen), de veiligheidsaanbevelingen (P-zinnen) en de waarschuwingszinnen (gevaar of opgelet);
- eventuele nanomaterialen die aanwezig zijn in het product en de eventuele risico’s die daaraan zijn verbonden, alsook de term « nano » tussen haakjes achter elke vermelding van nanomaterialen;
- de toepassingen waarvoor het biocide is toegelaten;
- de zin «Voor gebruik de bijgevoegde gebruiksaanwijzing lezen» en, indien van toepassing, de waarschuwingen voor kwetsbare groepen, indien bij het product een bijsluiter wordt meegeleverd;
- Aanwijzingen voor het verlenen van eerste hulp, met vermelding van het telefoonnummer van het Antigifcentrum.
- Als de biocide micro-organismen bevat, de etiketteringsvoorschriften van de EU inzake de bescherming van werknemers tegen de risico’s bij blootstelling aan biologische agentia op het werk (Richtlijn 2000/54/CE)
Voor onderstaande vermelde punten, mag de informatie, indien de afmetingen of de functie van het product dit vereisen, vermeld worden op de verpakking of op een bij de verpakking horende bijsluiter:
- het type formulering/preparaat (vloeibaar, korrels, poeder, …);
- de gebruiksinstructies, de toepassingsfrequentie en de dosering, uitgedrukt in metrieke eenheden op een voor de gebruiker begrijpelijke wijze, voor elk in de toelating vermeld gebruik;
- aanwijzingen in verband met de mogelijke ongewenste, directe of indirecte bijwerkingen en de aanwijzingen voor het verlenen van eerste hulp;
- instructies voor een veilige verwijdering van het biocide en zijn verpakking, zo nodig met een verbod op hergebruik van de verpakking;
- het lotnummer of de lotaanduiding van het preparaat en de vervaldatum onder normale opslagomstandigheden;
- waar van toepassing, de tijd die verstrijkt voordat de biocidewerking optreedt, de in acht te nemen periode tussen twee opeenvolgende behandelingen met het biocide of tussen een behandeling en het eerstvolgende gebruik van het behandelde product of de eerstvolgende betreding door mens of dier van de ruimte waar het biocide is gebruikt, met inbegrip van bijzonderheden betreffende decontaminatiemiddelen en -maatregelen, en hoelang de behandelde ruimten moeten worden geventileerd; aanwijzingen in verband met een correcte reiniging van het materiaal; aanwijzingen in verband met de voorzorgsmaatregelen die moeten genomen worden tijdens het gebruik en het transport;
- indien van toepassing, informatie over specifieke gevaren voor het milieu, in het bijzonder in verband met de bescherming van niet-doelorganismen en het vermijden van waterverontreiniging;