“Oogstbare landschappen zijn landschappen waar biomassastromen worden verzameld om ze waar mogelijk opnieuw een productiefunctie te geven”, zegt Ann-Sophie Debergh van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). “Snoeihout en andere houtige reststromen worden vandaag vooral verbrand. In de toekomst zoeken we meer hoogwaardige toepassingen voor hout en maaisel. Zo loopt er een proefproject om bermmaaisel tot karton te verwerken. Een hoogwaardige valorisatie van biomassareststromen kan bovendien lokaal voor jobs zorgen.”
Uitdagingen in Vlaanderen
De biomassa uit oogstbare landschappen goed benutten vraagt wel wat inspanningen. Zeker in Vlaanderen, waar het landschap erg versnipperd is en de volumes daardoor niet zo groot zijn. De verzamelde biomassa is bovendien heel divers. “Er is veel samenwerking nodig om de hoeveelheden en de kwaliteit te kunnen bieden die nodig zijn voor hoogwaardige valorisatie”, weet Ann-Sophie Debergh. “Om voldoende grote volumes te verzamelen, moeten we stromen van verschillende locaties samenbrengen. Het oogsten, de logistiek, de verwerking en de nabehandeling hebben ook elk hun technische uitdagingen. Al die eisen maken een succesvolle en rendabele samenwerking niet vanzelfsprekend.”
Concrete adviezen
In 2013 richtte het IPO de themagroep Oogstbare Landschappen op. Die had als taak om de kansen en uitdagingen van de lokale valorisatie van biomassa uit het landschap te onderzoeken. De groep bestond uit een ruime groep betrokken actoren: terreinbeheerders zoals Natuurpunt, Regionale Landschappen, De Vlaamse Waterweg nv en het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), maar ook de Bosgroepen, het agrobeheercentrum Eco², tal van Vlaamse en lokale overheden, kennis- en onderzoeksinstellingen, sociale-economieorganisaties, adviesbureaus en bedrijven die zich bezighouden met de valorisatie van biomassa. Hun onderzoek resulteerde in 2017 in enkele welomschreven beleidsaanbevelingen om de valorisatie van biomassa makkelijker te maken.
• Platform ‘Oogstbare Landschappen’. Bij de valorisatie van biomassa zijn steevast veel partijen betrokken. Het is belangrijk dat zij elkaar vinden en kennis uit lopende en afgeronde projecten kunnen delen. Ann-Sophie Debergh: “Een goede samenwerking is belangrijk om tot een hoogwaardige valorisatie te komen. Dat kan bijvoorbeeld via een platform waarop alle betrokkenen elkaar kunnen vinden en kennis kunnen delen. De VLM en het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) hebben alvast samen hun schouders gezet onder die aanbeveling. Op donderdag 26 april organiseerden we een eerste net-werkevent rond oogstbare landschappen. Meer dan zeventig aanwezigen wisselden informatie uit en praatten over mogelijke knelpunten.” In de nabije toekomst worden nog meer initiatieven gepland.
• Ruimte om te experimenteren. De valorisatie van biomassa is pionierswerk. De partners botsen daardoor vaak op de grenzen van beleid en wetgeving, die nog niet op het ‘oogsten’ van landschappen zijn afgestemd. Op dat vlak is er nood aan experimenteerruimte. Ann-Sophie Debergh: “Beleidsmakers hoeven de regels niet meteen aan te passen, maar ze kunnen wel uitzonderingen toestaan binnen het kader van een specifiek project. Afhankelijk van de projectresultaten kunnen het lokale beleid en de wetgeving nadien worden bijgestuurd.”
• Betere monitoring van stromen. Oogstbare landschappen efficiënt beheren vraagt een strikte opvolging. Ann-Sophie Debergh: “Een goede planning van het beheer is cruciaal. Wanneer wordt wat geoogst, welke hoeveelheden komen er vrij, waar gaan die naartoe? Daar hebben we nu te weinig zicht op. Die informatie kunnen we bijvoorbeeld verzamelen via weegbonnen en verwerkingsattesten. Met digitale beheerplannen kunnen we informatie veel makkelijker samenbrengen en delen met andere partners. Pas als alle informatie overzichtelijk wordt gebundeld, kunnen we optimaal samenwerken.”
• Samenwerking stimuleren. Aanbieders, logistieke partners en verwerkers van biomassa kunnen onderling samenwerken via lokale en regionale samenwerkingsverbanden. Ann-Sophie Debergh: “In gebieden waar er veel potentieel is op het vlak van biomassareststromen, kan het nuttig zijn om neutrale gebiedscoördinatoren aan te stellen. Zij kunnen partners rond de tafel brengen en diverse samenwerkingen mee op poten helpen zetten.”
In de praktijk
De jongste jaren werden al heel wat projecten rond biomassa uit het landschap opgestart. Zo werken De Vlaamse Waterweg nv, AWV en Natuurpunt samen aan een PIO-project (Programma Innovatieve Overheids-opdrachten) om berm- en natuurmaaisel tot karton en grafisch papier te verwerken. Inspiratie en bruikbare technieken haalden ze uit het Nederlandse project ‘Van berm tot bladzijde’, dat verwerkt grasmaaisel van Rijkswaterstaat gebruikt om kartonnen eierdoosjes en andere producten te maken. Het Vlaamse project richt zich meer op bermmaaisel dan op natuurmaaisel en gaat de uitdaging aan om ook vervuild gras hoogwaardig te valoriseren.
“Een ander innovatief project is het biomassaplein in Houthalen-Helchteren, dat begin 2018 werd opgestart”, vertelt Ann-Sophie Debergh. “Op het biomassaplein worden houtsnippers van verschillende locaties verzameld, behandeld en verwerkt, zodat houtsnipperinstallaties er biomassa kunnen afnemen van goede kwaliteit en in grotere hoeveelheden. De komende jaren wordt ook de vraag naar andere biomassastromen onder de loep genomen.” Het Limburgse biomassaplein is de eerste operationele biomassahub in Vlaanderen. Het is een initiatief van Regionaal Landschap Lage Kempen, de provincie Limburg, afvalverwerker Bionerga en klimaatbedrijf Nuhma.
Meer informatie
IPO-advies oogstbare landschappen