Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 20 jun 2018 07:29 

Parlementaire vraag over de afhandeling van de dossiers van het Rampenfonds 2016


Vraag om uitleg over de afhandeling van de dossiers van het Rampenfonds 2016 van Lode Ceyssens aan minister Geert Bourgeois

De voorzitter

De heer Ceyssens heeft het woord.

Lode Ceyssens (CD&V)

Minister-president, we zijn 19 juni. In de afgelopen periode was het nogal droog. 2 jaar geleden tussen, 27 mei en 26 juni 2016, hadden we overvloedige regenval en overstromingen die door de Vlaamse Regering werden erkend als algemene ramp. Die erkenning leidde tot 6567 schadedossiers, grote en kleine. Hoewel de ramp al 2 jaar geleden is, laat de afhandeling van een deel van die dossiers nog steeds op zich wachten.

U beloofde dat alle schadevergoedingen voor het einde van het jaar uitgekeerd zouden zijn aan de slachtoffers. Tot nu toe is nog maar 52,4 procent afgehandeld: dat is nipt geslaagd, in deze examenperiode. Meer dan 18 procent van de dossiers moet nog worden opgestart. Dat baart mij zorgen. 

Eerder al kaartte ik hier de problematiek aan van een trage afhandeling van dossiers bij het Rampenfonds. Het personeelstekort bleek één oorzaak te zijn. Sinds 1 maart 2017 is er een nieuwe Vlaamse regelgeving van kracht over de werking van het Vlaams Rampenfonds. Daardoor zouden de procedures moeten vergemakkelijken, waardoor de dossiers sneller afgehandeld zouden kunnen worden. Bij die nieuwe regelgeving werden alle diensten, en dus ook alle middelen en personeelsleden, overgeheveld naar Vlaanderen. Vóór deze overheveling nam de provincie de afhandeling voor haar rekening. 

Minister-president, hoe komt het dat de afhandeling van de dossiers van het Rampenfonds 2016 niet sneller verloopt? Is er nog een personeelstekort voor de afhandeling van schadedossiers in het Rampenfonds? Welke afspraken zijn er destijds gemaakt om de overheveling van deze bevoegdheid naar het Vlaamse niveau vlot te laten verlopen ten voordele van de dossierafhandeling? Waar liggen vandaag de mogelijkheden voor een snelle afhandeling?

De voorzitter

Minister-president Bourgeois heeft het woord.

Minister-president Geert Bourgeois

Mijnheer Ceyssens, uw vraag verrast me een beetje. U vraagt hoofdzakelijk dingen die ik al niet 1 keer, niet 2 keer, niet 10 keer, maar heel veel keer beantwoord heb. Ik heb echt wel al de moeite gedaan. Ik heb 5 actuele vragen beantwoord, 6 vragen om uitleg en 26 schriftelijke vragen, ook deels van uw partij, waarin telkens opnieuw dezelfde uitleg aan bod komt, over de middelen die overgedragen zijn, over de mensen die overgedragen zijn, over de overgangsperiode die er geweest is, over de geldende wetgeving waaronder we het dossier afronden – want elk dossier waar u vragen over stelt, wordt nog afgehandeld onder vigeur van de federale wetgeving. Ik heb dat nu al niet 1 keer, niet 2 keer, niet 10 keer, maar zeer veel keren beantwoord. Ik zal me nu beperken tot de essentie.

Waar ik het fundamenteel mee oneens ben – dat is de teneur van uw vraag –, dat is dat er een te trage afhandeling zou zijn. Het tegendeel is waar, we hebben al het mogelijke gedaan om zo veel mogelijk nieuwe maatregelen te nemen, mensen aan te werven, middelen uit te trekken, om de afhandeling zo snel mogelijk te realiseren.

Voor de overgangsperiode – en dat is eigenlijk meteen het antwoord op uw derde vraag, als ik me niet vergis – en overheveling is er één afspraak gemaakt in een protocol waarbij de gewesten, hoewel het personeel nog niet overgedragen was, de medewerkers mochten aansturen. De inwerkingtreding van de zesde staatshervorming is op 1 juli 2014 gebeurd, en de medewerkers zijn pas overgedragen op 1 januari 2015. Tot 31 december blijven ze dus bij de federale overheid. De gewesten hebben in die overgangsperiode de medewerkers al aangestuurd voor die rampen die zich in 2014 voordeden en die wij hebben afgehandeld.

Van de overgedragen personeelsleden waren er 3,4 vte-dossierbehandelaars waarvan 1 permanent onbeschikbaar, ook dit heb ik al herhaaldelijk meegedeeld. Dus dat waren 2,4 dossierbehandelaars op het moment van de overdracht. Alle rampen die wij tot nu toe behandelen, worden afgehandeld onder de federale wetgeving. Ons decreet is maar in werking getreden op 1 maart 2017. Alle erkende rampen situeren zich voor die periode.

Ook de middelen waren zeer beperkt. We hebben 11 miljoen euro gekregen voor het Rampenfonds en 1,7 miljoen euro voor het Landbouwrampenfonds. U weet dat dit totaal onvoldoende was om de rampen waarmee wij werden geconfronteerd, het hoofd te bieden.

Vooral die zeer langdurige overvloedige regenval – u herinnert zich die allemaal – en de overstromingen tussen 27 mei en 26 juni, uiteindelijk erkend als één grote ramp, met 6000 schadedossiers, heeft natuurlijk zeer zwaar gewogen op de afhandeling. Daarnaast waren er voor 2016 nog 3 andere erkende rampen: de windhoos en de rukwinden van 23 juni, met 465 dossiers, de hagel van 23 juni, met 50 dossiers, en de overvloedige regenval van 23 juli, met 96 dossiers. Dat geeft in totaal voor 2016 alleen al 6567 ingediende dossiers.

Er zijn ook vroeger al rampen erkend die we hebben afgehandeld. Ik kom daar straks op terug. Hiermee geconfronteerd, heb ik vastgesteld dat we te weinig mensen en te weinig middelen hadden. In het najaar van 2016 heb ik maatregelen genomen om dit te remediëren.

Het team van het Vlaams Rampenfonds is versterkt met tien extra dossierbehandelaars. We hebben die mensen niet bijkomend aangeworven. Dat is gebeurd door middel van interne verschuivingen in de Vlaamse overheid. Die mensen zijn allemaal een beetje gespreid in de tijd effectief in dienst getreden. Ze zijn natuurlijk niet allemaal tegelijkertijd in het voorjaar van 2017 overgekomen. Ze moesten uiteraard nog een opleiding volgen, maar dat was op zich geen probleem. De afhandeling kon immers pas op dat ogenblik of een beetje later starten. Ik zal straks de precieze data geven.

Met betrekking tot het budget is een zeer grote inspanning moeten worden geleverd. Ik heb het budget in de begroting voor 2017 met 57,8 miljoen euro verhoogd. In 2018 is het budget nog eens met 33,736 miljoen euro verhoogd.

We vallen nog altijd onder het federale systeem. De schadelijders konden tot 31 januari 2017 een aanvraag indienen voor de eerste ramp en tussen 16 en 30 april 2017 een aanvraag indienen voor de drie overige rampen. We waren op tijd met de aanwerving van de bijkomende mensen. Zij zijn allemaal in het voorjaar in dienst getreden en het grootse gedeelte van de dossiers is pas tegen het einde van de termijnen ingediend. Dat is blijkbaar altijd het geval. Voor de grootste ramp was dat 31 januari 2017 en voor de andere rampen was dat 30 april 2017. Dit betekent dat de afhandeling van de rampen de facto pas in het voorjaar van 2017 van start is gegaan. Die afhandeling is gestaag versneld, maar valt nog steeds onder de federale procedure, die ik tot den treure heb toegelicht.

Het begint met een ontvangstbevestiging. Het dossier wordt onderzocht op volledigheid. Indien nodig, worden bijkomende stukken gevraagd. Er wordt een expert aangesteld voor de tegensprekelijke vaststellingen. Nadat het expertiseverslag is nagelezen, wordt het aan de getroffenen bezorgd met de vraag of ze al dan niet akkoord gaan. Als ze niet akkoord gaan, ontstaat natuurlijk een discussie. Indien de schadelijders niet akkoord gaan met het deskundigenverslag, volgt eventueel een tweede expertise. Finaal moet het vergoedingsbesluit ter ondertekening aan de provinciegouverneur worden voorgelegd. Dan komt het dossier terug en wordt aan het Vlaams Fonds voor de Lastendelging een betalingsorder gegeven.

Dit moet voor elk van de meer dan 6500 dossiers gebeuren. De manuele afhandeling zorgt voor een complexe administratie. Met het nieuwe decreet hebben we gezorgd voor een snellere en eenvoudigere afhandeling. De doelstelling is en blijft alle dossiers in verband met de vier rampen in 2016 tegen eind 2018 af te werken.

Ik moet hier uiteraard een voetnoot bij plaatsen. Dit geldt voor alle dossiers die op een normaal tempo kunnen worden behandeld, waar geen betwistingen over ontstaan, waarvoor geen bijkomende stukken moeten worden gevraagd, waarvoor geen tweede expertise volgt en in verband waarmee geen procedure wordt gestart omdat het bedrag niet wordt aanvaard.

Over de afhandeling tot en met de betalingsorder hebben de diensten me gezegd dat het lukt met de mensen die er nu zijn en met het tempo waaraan ze nu kunnen werken. Ze zullen elk dossier afhandelen zoals we hebben afgesproken. Op mijn vraag volgt het Vlaams Rampenfonds die evolutie zeer nauwgezet op. Ik zal even de cijfers overlopen.

Op 1 juni 2018 was 87 procent van de ingediende dossiers voor de 4 erkende rampen in 2016 in behandeling genomen. Dat waren 5688 dossiers. Slechts 13 procent, 879 dossiers, moest nog worden behandeld. Dat gebeurt volgens het principe ‘first in, first out’. Alleen voor de fruittelers is een afwijking uitgewerkt. Het gaat om ongeveer 200 dossiers, waarvan er 190 zijn afgewerkt en betaald. Er is altijd een klein gedeelte van de dossiers waarover betwisting bestaat en waarover een bijkomende discussie ontstaat. Op dat vlak is uitgevoerd wat is afgesproken. Van de 5688 opgestarte dossiers zijn er al 3869 volledig afgewerkt. Dat is 68 procent van de opgestarte dossiers en 59 procent van het totaal aantal ingediende dossiers. Er is al voor 60,3 miljoen euro aan schadevergoedingen betaald.

De oude wetgeving is toegepast, maar de behandeling verloopt toch sneller dan tot nu toe met de federale administratie het geval was. De vijf erkende rampen in 2014 en 2015 waarvoor wij verantwoordelijk zijn, zijn volledig afgehandeld. De federale overheid heeft een aantal rampen van voor de bevoegdheidsoverdracht nog niet afgehandeld. Op enkele betwistingen na zijn alle rampen uit 2014 en 2015 volledig afgehandeld. Er zijn me actuele vragen gesteld over de afhandeling van de dossiers in verband met de Pinksterstorm. Die dossiers vallen onder de federale bevoegdheid. Wij hebben daar niets mee te maken. Onze rampendossiers uit 2014 zijn wel afgehandeld.

Naar mijn mening is er in dit stadium van de dossierbehandeling geen noodzaak aan bijkomende aanwervingen. De tien mensen die in het voorjaar van 2017 in dienst zijn getreden, zijn opgeleid en werken nu aan een gestaag tempo. Hierdoor kan het Vlaams Rampenfonds stellen voldoende personeel te hebben. Natuurlijk weten we het nooit zeker en moeten we hopen dat er niet te veel grote rampen op ons afkomen. We kunnen niets voorspellen, maar volgens mij is de personeelsbezetting voldoende.

Nieuwe rampen zullen worden erkend op basis van de Vlaamse regelgeving. We hebben de criteria veranderd, de procedure sneller laten verlopen, voor een efficiëntere dossierbehandeling gezorgd, we werken parallel aan de digitalisering van de procedure bij het Vlaams Rampenfonds. Ook dit heb ik al meegedeeld. Momenteel is dat volop in uitvoering. Het digitale dossieropvolgingssysteem zit in een testfase en zal normaliter, zonder grote tegenslagen, in september van dit jaar operationeel zijn.

De volgende prioriteit ligt dan bij het e-loket, zodat na een erkenning als ramp de schadelijders hun dossier kunnen indienen op digitale wijze. Uiteraard kunnen ze hun dossier nog altijd op de klassieke, manuele manier indienen. Niemand is verplicht om dat digitaal te doen. Volgens de huidige timing zou het digitaal loket in het najaar van dit jaar in testfase kunnen gaan met de bedoeling het begin 2019 effectief in dienst te laten treden.

De voorzitter

De heer Ceyssens heeft het woord.

Lode Ceyssens (CD&V)

Minister-president, u begint met te zeggen dat u hierover al veel vragen hebt gehad, en tot vervelens toe. Diegenen die schadedossiers hebben ingediend, hebben ook tot vervelens toe aan sommigen onder ons de vraag gesteld hoe het zit. Het is onze taak als volksvertegenwoordigers om over dergelijke dossiers te blijven vragen naar een stand van zaken.

In uw antwoord hoor ik dat het aantal afgehandelde dossiers ondertussen is gestegen naar 68 procent. Op 23 mei ging het over 52,4 procent. Dus dat is merkelijk gestegen. U spreekt over 59 procent uitbetaald voor een bedrag van … Zijn die 59 procent van de dossiers allemaal wel of niet volledig uitbetaald? Is dat het volledige bedrag, of zitten daar nog dossiers tussen die deels zijn uitbetaald?

Het stelt me gerust dat u uw engagement blijft herhalen dat de dossiers tegen het einde van dit jaar afgehandeld moeten zijn. Dat kan uiteraard niet voor dossiers waar betwisting over bestaat. Dat is vrij duidelijk. Maar is er een zicht op het aantal dossiers waarover momenteel een betwisting is, en over welk bedrag dat gaat? Alle begrip als u daar vandaag geen antwoord op kunt geven. In dat geval wil ik mijn vraag herhalen in de vorm van een schriftelijke vraag.

De voorzitter

De heer Bertels heeft het woord.

Jan Bertels (sp·a)

Minister-president, u hebt gelijk dat we over deze materie al meermaals van gedachten hebben gewisseld. Onlangs deden we dat nog naar aanleiding van de cijfers van de begrotingscontrole. De werking van het Rampenfonds en de informatiestroom die we als volksvertegenwoordigers krijgen, stemt niet altijd overeen met de ‘geruststellende gedachte’ die u probeert weer te geven.

We krijgen effectief vele vragen van burgers die zich afvragen hoe het komt dat hun dossier van een ramp in 2016 onder de federale wetgeving nog altijd niet is uitbetaald. Ze hebben dat al ingediend uiterlijk in januari 2017 en nu is er nog steeds geen of geen volledige betaling op komst. De vraag die we bij de begrotingscontrole hebben gesteld, is dat er toch nog achterstand is. U zegt dat dat niet zo is, dat er geen extra middelen nodig zijn. Dat hebt u toen letterlijk gezegd: geen extra middelen nodig, we zitten op schema. Dat woord hebt u toen gebruikt, zo staat het in ieder geval in het verslag.

Minister-president, met de nieuwe cijfers die u geeft over de stand van zaken van 1 juni – een maand later dan wat we hebben gehoord tijdens de begrotingscontrole –, zit u nog steeds op schema, ook inzake uitgaven naar aanleiding van de 60 miljoen euro die u al hebt uitgegeven? Het was me niet duidelijk of dat op een of op twee begrotingsjaren sloeg. Riskeren we dus toch niet opnieuw een tekort aan middelen te hebben in het Rampenfonds om alle dossiers af te handelen voor eind 2018 voor rampen van 2016, zoals u probeert te zeggen?

De voorzitter

Minister-president Bourgeois heeft het woord.

Minister-president Geert Bourgeois

Ik denk niet dat ik het woord ‘tot vervelens toe’ heb gebruikt. Wat ik beklemtoon, collega's, is dat ik niet één, niet vijf, niet tien keer, maar al diverse keren de procedure heb uitgelegd over het verschil tussen de federale en de nieuwe wetgeving, hoeveel middelen en mensen er zijn overgedragen, hoeveel bijkomende mensen we hebben aangeworven, hoeveel bijkomende middelen we daarin hebben gestopt.

Uiteraard is het logisch dat ik vragen krijg over de stand van zaken. Eigenlijk krijg ik die bijna maandelijks. Uiteraard verschilt het cijfer nu opnieuw. Ik heb de cijfers van 1 juni, en die verschillen van het cijfer dat we bij de begrotingscontrole hebben besproken. Daar heb ik ook geen probleem mee, dat daar telkens vragen over komen. Dat zijn gewoon vaststaande feiten over het aantal dossiers die op dat moment zijn afgewerkt.

Collega Ceyssens, als ik vragen krijg over hoeveel procent normaal in betwisting blijft, dan durf ik daar niet zomaar op te antwoorden. Als ik zie dat voor 2014 er 382 ingediende aanvragen en 381 afgewerkte aanvragen waren, dan moet er nog 1 worden afgewerkt. Er zijn er nog een paar in betaling gesteld die dan bij het Vlaams fonds zitten waar de betalingen moeten gebeuren, als ik het goed heb. Dat wisselt per situatie. Ik heb er geen idee van, dat moet ik eens vragen aan de dienst. Dat kunt u eventueel met een schriftelijke vraag doen. Ik weet niet hoeveel procent dat normaal is. Is dat 5 procent, is dat 10 procent, is dat minder? Ik durf dat niet te zeggen. Er zijn altijd dossiers die niet afgewerkt zijn, omdat ze worden betwist, omdat de expertise wordt betwist of omdat het dossier later volledig is aangekomen enzovoort. Als het niet volledig is, vraagt de dienst om het dossier aan te vullen.

Ik betwist met de meeste klem dat er vertragingen zijn. Ik heb gezegd dat men voor die eerste ramp tot 31 januari 2017 een dossier kon indienen. Het grootste deel van de dossiers – dat is telkens blijkbaar zo, dat geldt ook voor belastingaangiften, alhoewel de mensen er hier belang bij hebben om dat sneller te doen – komt hier later binnen. Men hanteert het principe ‘first in, first out’ (fifo), waar niet van afgeweken wordt. Voor de tweede ramp was het uiteraard nog eens later.

Die termijnen worden allemaal verkort met de nieuwe procedure. Alles is in gang gegaan zoals dat moet gebeuren.

Wat de uitsplitsing betreft van de bedragen, op het ene begrotingsjaar en op het andere, kan ik u niet zeggen, maar in alle geval slaat dat op twee begrotingsjaren. Ik heb u daarnet het juiste cijfer gegeven. Voor het ene begrotingsjaar 57,8 miljoen euro, en dan 33,736 miljoen euro. Als we aan 60 miljoen euro zitten, ga ik ervan uit dat dit op twee begrotingsjaren betrekking heeft. Dat zal wel zo zijn. Ik kan dat eventueel nog eens verfijnen.

Voor de rampen van 2014 is er al 6,661 miljoen euro betaald en voor 2015 al 874.000 euro. Voor de tweede ramp van 2015 is dat 4,359 miljoen euro. Voor de derde ramp van 2015 is er 41.000 euro uitbetaald. Dit zijn allemaal afgeronde bedragen. Voor de eerste ramp van 2016 is er al 53,136 miljoen euro betaald, voor de tweede 7,74 miljoen euro, voor de derde 1,539 miljoen euro en voor de laatste 68.000 euro.

De middelen zijn er, de mensen ook, alles verloopt zoals het moet. Ik heb geen bijkomende mensen nodig. Als zou blijken dat die middelen niet volstaan, moet de regering ingrijpen. Maar ik herinner me de discussie bij de begroting. Er is gezegd dat er onvoldoende geld zal zijn, ook door uw partij. We zouden niet kunnen betalen. Ik heb u gezegd dat we afgesproken hadden dat er voldoende middelen zouden zijn, en die zijn er ook.

Zoals ik al zei, er is nu met een zeer moeilijke opstart met veel te weinig mensen, met de onvermijdelijke eerste problemen die er komen na een bevoegdheidsoverdracht, een dienst geïnstalleerd die aan een gestadig tempo werkt, en zorgt dat alles afgehandeld is. En dat mensen zeggen dat alles sneller mag gaan, dat kan ik me voorstellen. Maar voor één ramp kunnen we geen zestig extra mensen aanwerven voor een periode van drie maanden om dat allemaal af te werken. Bestuursmatig gaat dat niet. Wij werken veel sneller af dan vroeger gebeurde op federaal vlak. De diensten zijn ook versterkt. De mensen weten het, wie eerst ingediend heeft, is al uitbetaald, wie laatst heeft ingediend, wordt later betaald. Dat is nu eenmaal de regel. Je kunt de zaken niet harder aanpakken dan nu het geval is. Alle middelen zijn al ingebracht om dat te doen op een correcte manier.

Lode Ceyssens (CD&V)

Minister, wij blijven hopen dat de dossiers inderdaad afgehandeld zijn tegen eind dit jaar. Misschien zullen we te gepasten tijde nog eens het lef hebben om daar een vraag over in te dienen. Over de betwiste zaken zou ik graag een schriftelijke vraag stellen om te zien of er indicaties zijn over hoeveel dat zal gaan.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer