Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten

 30 mei 2018 18:19 

Parlementaire vraag over de eventuele erkenning als ramp van het noodweer van de voorbije dagen


Actuele vraag over de eventuele erkenning als ramp van het noodweer van de voorbije dagen van Bart Dochy aan minister Geert Bourgeois

Bestanden beschikbaar voor download:
1 (216.4 Kb) 2 (50.1 Kb) 3 (214.7 Kb)
De voorzitter

De heer Dochy heeft het woord.

Bart Dochy (CD&V)

Voorzitter, beste collega’s, minister-president, we blijven een beetje in dezelfde sfeer. We lijken vandaag wel in woelige wateren en tijden te zijn terechtgekomen. Recent zijn er heel wat uitzonderlijke hoeveelheden neerslag geweest op bepaalde plaatsen, onder meer in West-Vlaanderen, in de omgeving van Oostende en Bredene, in Jabbeke, Zedelgem. Ook in Limburg zijn er een aantal calamiteiten geweest. Lanaken is aan bod geweest, een deel en een deelgemeente van Tongeren, Maasmechelen. Ook in Vlaams-Brabant zijn er calamiteiten geweest, en gisteren ook in Brecht en het noorden van Antwerpen, in Kapellen en omgeving.

Het is namelijk zo dat de mensen hetgeen is gebeurd als zeer uitzonderlijk aanzien. Dat is op zijn minst de perceptie. Minister-president, u hebt sinds 1 maart 2017 het nieuwe decreet ingevoerd met betrekking tot het al dan niet erkennen als algemene ramp en de voorwaarden daarvoor. Er zijn een aantal wijzigingen gekomen in de procedure. Er zijn ook een aantal normen gewijzigd. Het is nu 30 liter neerslag per uur, 65 liter op 24 uur om als uitzonderlijk te worden beschouwd. Er is echter ook een nieuw element in de procedure, namelijk het feit dat de gemeente de aanvraag binnen de zestig dagen moet doen om in aanmerking te komen, in elk geval voor een onderzoek met betrekking tot de vraag of het al dan niet een uitzonderlijke weersomstandigheid kende.

Minister-president, komt hetgeen de jongste dagen en weken is voorgevallen, in aanmerking voor een erkenning als algemene ramp?

De voorzitter

Minister-president Bourgeois heeft het woord.

Minister-president Geert Bourgeois

Mijnheer Dochy, u hebt zelf de procedure geschetst, en u kunt dus vermoeden dat het antwoord op uw vraag neen is. Het is nog te vroeg om te beslissen, want er is een hele procedure die wordt vereist. Het is inderdaad zo dat er heel hevige regenval is geweest. Ik heb proactief vorige maandag aan het Rampenfonds gevraagd om het advies in te winnen van het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI), want er moet een advies zijn van het KMI en van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) om te weten of aan de criteria is voldaan. Meer dan 30 liter regenval per vierkante meter gedurende 1 uur, meer dan 65 liter regenval op 1 vierkante meter gedurende 24 uur: dat zijn de criteria. Het KMI zal daar, zoals altijd, objectief advies over geven.

De steden en gemeenten hebben zestig dagen de tijd om een aanvraag in te dienen om te worden erkend. Als we die aanvragen hebben en de antwoorden hebben van het KMI, dan is het de Vlaamse Regering die beslist of aan de hand van die criteria de plotse regenval wordt erkend als een ramp, volgens de definitie die het Rampenfonds daaraan geeft. Dan hebben de mensen, maar dat is dan de verdere procedure, drie maanden de tijd om hun aanvraag in te dienen, en die zal nu dus inderdaad worden behandeld volgens de nieuwe procedure, die sneller zal gaan.

Deze Vlaamse Regering heeft al acht rampen erkend, maar dat was nog onder vigeur van de vroegere federale wetgeving. Nu zal er een behandeling zijn onder het nieuwe decreet. Ik heb dus echter niet gewacht. Ik heb het Rampenfonds gevraagd om nu al advies te vragen. Ik geloof dat we tot nu toe zeventien steden en gemeenten in kaart hebben gebracht die melding hebben gemaakt van zeer uitzonderlijke weeromstandigheden. De rest wordt nu geobjectiveerd, zoals altijd, met KMI en VMM, en dan kunnen we al dan niet tot erkenning overgaan.

Bart Dochy (CD&V)

Ik denk dat dat heel positief is. Er wordt inderdaad ook duidelijk nog eens herhaald ten overstaan van de gemeenten dat het initiatiefrecht nu bij hen ligt. Vroeger deed de gouverneur eigenlijk spontaan een bevraging van de gemeenten in een provincie wanneer er een calamiteit was, maar nu moeten de gemeenten eigenlijk binnen die strikte periode van zestig dagen hun aanvraag indienen.

Minister-president, er is nog een element. Er moet een minimale schade zijn. Dan is de vraag natuurlijk hoe dat wordt berekend. Wordt wat we de jongste weken hebben meegemaakt als één ramp beschouwd, of wordt iedere dag waarop er een uitzonderlijke weersomstandigheid zou zijn geweest, afzonderlijk beschouwd? Dat kan immers toch wel een belangrijk verschil maken in het kader van het halen van de criteria.

De voorzitter

De heer De Croo heeft het woord.

Herman De Croo (Open Vld)

Voorzitter, minister-president, ik ben gelukkig met uw antwoord, in die zin dat ik u enkele weken geleden een vraag had gesteld over oude dossiers en wij beterschap verwachten van de Vlaamse bevoegdheid ter zake.

Eén, het klopt dat je met objectieve criteria moet werken. Twee, er moet samenwerking zijn met de lokale besturen. Drie, er moet schade geweest zijn, binnen de vastgestelde normen.

Wat ik met aandacht zal volgen, met dank aan collega Dochy, is hoe wij, de Vlaamse Regering, in plenum bevoegd voor deze aangelegenheid van a tot z, dit in voorkomend geval zullen afhandelen. Ik zal dat met bijzondere aandacht volgen.

De voorzitter

De heer Cordy heeft het woord.

Paul Cordy (N-VA)

Zoals de minister-president terecht aanhaalde, werd de hele procedure vernieuwd en werkt ze ook. Dat bleek uit een schriftelijke vraag die onlangs daarover is gesteld. De procedure werkt en de dossiers worden op een normale manier en tijdig afgehandeld. 

We moeten inderdaad afwachten wat de adviezen zijn om te kunnen beslissen. Want het is toch wel belangrijk dat men, als er criteria worden vooropgesteld, zich daaraan houdt en binnen de adviezen kijkt of het effectief over een te erkennen ramp gaat of niet.

We kijken dus uit naar wat die adviezen zullen brengen en wat dat zou betekenen voor een eventuele erkenning van deze ramp.

Minister-president Geert Bourgeois

Voorzitter, de gemeenten moeten inderdaad alert zijn. Maar ik heb de indruk dat ze daarvan ook weet hebben. Een aantal gemeenten hebben nu al het Rampenfonds gecontacteerd. In tegenstelling tot vroeger is er nu inderdaad een termijn van 60 dagen. Ius vigilantibus scriptum. Er is een heel groot gebeuren. Iedereen weet dat. Je weet dat je niet een jaar moet wachten om een aanvraag in te dienen.

Zal dit geheel van diverse, zeer grote regenvallen in diverse gebieden als één ramp worden beschouwd? Het is nog te vroeg om dat te bekijken. U weet dat er in het verleden wel hele periodes tot een ramp werden uitgeroepen. Ik kan er nog niet op ingaan. Veel zal uiteraard afhangen van wat we binnenkrijgen. Een en ander wordt inderdaad geobjectiveerd.

Mijnheer De Croo, een aantal weken geleden hebben u en een aantal andere collega's inderdaad vragen gesteld. Maar dat betrof wel nog rampen die wij niet afhandelen. Het ging om rampen die niet alleen onder de federale wet vallen, maar ook onder de federale bevoegdheid en die moeten worden uitbetaald door de federale overheid.

Wij hebben zelf, onder vigeur van de federale wet, nu al acht rampen erkend. We hebben daarvan al meer dan 62 procent afgehandeld, voor ongeveer 72 miljoen euro. Dat tikt zeer, zeer zwaar aan. U weet ook – ik heb het al meegedeeld in de commissie – dat we in de regering hebben afgesproken – collega Schauvliege en ikzelf werken dat samen uit –dat we zullen werken aan een ander systeem, aan een algemene weersverzekering, ook voor de landbouw. We zullen de twee rampenfondsen in elkaar schuiven. We zullen daarin ook een bijdrage leveren vanwege de Vlaamse overheid, om het systeem efficiënt en betaalbaar te maken.

Mijnheer Cordy, het valt nu inderdaad af te wachten. Ik kan alleen maar zeggen dat wij de zaken zeer goed opvolgen. Ik heb proactief gevraagd om advies in te winnen bij het KMI. Maar we moeten de gemeenten en de steden de tijd geven om de aanvragen in te dienen. Ik hoop dat we tegen dan, als de aanvragen er zijn, voor al die steden en gemeenten het advies hebben van het KMI. Ik verwacht dat advies trouwens wellicht al eind volgende week. Maar ik heb wel nog geen zicht op de volledigheid van alle gemeenten of steden die daarop aanspraak zullen maken. We hebben er nu voorlopig zeventien in kaart gebracht. Dat kan nog aangroeien, het kan nog wijzigen.

Bart Dochy (CD&V)

Minister-president, u hebt in het verleden al bewezen dat die afhandeling, of in elk geval die beoordeling van de rampen die door Vlaanderen al dan niet worden goedgekeurd, vrij snel kan. U hebt op dat vlak een voorbeeld ten aanzien van de vroegere langdurigheid bij de federale erkenningen. Ik heb u daarvoor in het verleden reeds bedankt. Ik hoop in ieder geval dat ook hier vrij snel duidelijkheid kan komen, om te zien in welke mate mensen desgevallend, eventueel aanvullend op de verzekering, de brandpolis, een vergoeding zouden kunnen krijgen in het kader van deze ramp. (Applaus bij CD&V)

De voorzitter

De actuele vraag is afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer