In België is amper 7 % van de geconsumeerde vis eigen productie, wat het land sterk afhankelijk maakt van de import van visproducten. Daarnaast is er meer vraag naar voedsel dat duurzaam gekweekt wordt. Recent maakte KU Leuven een SWOT-analyse voor de Vlaamse en Nederlandse aquacultuursector. Daaruit blijkt dat ondernemingen in die regio nood hebben aan innovatie in de productieprocessen om zich internationaal te kunnen onderscheiden in de productie, verwerking en handel van hoogwaardige nicheproducten.
Kansen voor duurzame viskweek benutten
Industriële synergie kan een oplossing bieden. Er zit dus toekomst in de samenwerking tussen meerdere kleine bedrijven. Ervaring en expertise delen, verschillende teelten integreren, reststromen optimaal benutten en productiekosten verlagen kunnen zorgen voor een hogere economische rendabiliteit in de sector.
Duurzame viskweek kan bijvoorbeeld via aquaponics, de combinatie van vis- en groenteteelt. Bij een ideale samenwerking gebruikt een glastuinbouwer het restwater van de viskweker, regenwater dat aangereikt is met nutriënten uit de uitwerpselen van de vissen. Maar ook energie-uitwisseling via warmtekrachtkoppelingen is een mogelijkheid. “In Nederland is er veel glastuinbouw. Dat schept kansen voor samenwerkingen met viskwekers”, klinkt het bij Jouke Heringa van HZ University of Applied Sciences.
Inzetten op verschillende thema’s en internationale samenwerking
De uitdagingen in de aquacultuursector vormen de basis voor het onderzoek in het Interreg-project Aquavlan2. Via samenwerking en individuele begeleiding willen de projectpartners starters helpen om succesvol op de markt te komen. Momenteel werken ze aan literatuur- en haalbaarheidsstudies, (rassen)proeven, pilootopstellingen, inventarisaties en (labo)onderzoeken in vier thema’s: (1) kringlopen in de zoetwateraquacultuur sluiten, (2) kringlopen in de maricultuur sluiten, (3) grondsmaak in de aquatische producten vermijden en (4) nieuwe voeders voor schelpdieren en vissen ontwikkelen.
Op 17 mei verzamelden onderzoekers en ondernemers bij HZ University of Applied Sciences om de eerste resultaten van het onderzoek te ontdekken. “We willen onze kennis en gezamenlijke ervaringen regelmatig delen met de Vlaamse en Nederlandse aquacultuursector. Tijdens de verdere looptijd van het project volgen er nog drie grensoverschrijdende bijeenkomsten en per onderzoeksthema bieden we nog een aantal specifieke workshops aan”, vertelt projectleidster Leen Ervinck van Inagro. De eerstvolgende workshop kadert in het onderzoek naar nieuwe voeders en vindt plaats op 29 mei in Dendermonde.
Start-ups krijgen individueel ondersteuning
Via een vouchersysteem in Aquavlan2 kunnen (startende) ondernemers rekenen op ondersteuning bij de uitvoering van hun businessmodel. Tijdens de laatste selectieronde in april keurde het vouchercomité twee nieuwe aanvragen goed. De Nederlandse start-up Manatee en het Vlaamse Z-Farm krijgen zo een duwtje in de rug bij de zoektocht naar nieuwe aquacultuurproducten.
Manatee wil zeewiersoorten regionaal en duurzaam kweken en beschikbaar maken voor een breed publiek. De ondernemers, die nog relatief weinig ervaring hebben met zeewierkweek, zullen hun kennis uitbreiden en experimenteren met verschillende zeewiersoorten en kweektechnieken.
In Z-Farm werken de Vlaamse bedrijven Bert Sercu bvba, Krechonologies, Madegro en het Nederlandse bedrijf Kobresia samen om de afvalwaterstromen van de kweek van tropische witpootgarnalen en Yellowtail Kingfish te gebruiken als voedingsbron voor tropische zeewiersoorten. Het voucheronderzoek moet duidelijk maken of (en hoe) dat mogelijk is.
Ondernemers met een bedrijfsspecifieke vraag kunnen nog altijd een voucheraanvraag indienen.
De volgende keuringsronde vindt plaats in oktober 2018. “We hopen veel ondernemers een duwtje in de rug te geven met dit systeem”, benadrukt Stefan Teerlinck, coördinator van het vouchersysteem.
|