De keurmeesters letten daarbij op de algemene toestand van het perceel, de risico’s voor mogelijke vermenging, de rasechtheid, de raszuiverheid, de aanwezigheid van zieke planten en van andere planten waarvan het zaad moeilijk te verwijderen is bij de verwerking.
Op basis van deze vaststellingen kan een teelt voorlopig aanvaard worden voor verdere certificering van het zaaizaad.
MEER INFO