FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970, artikel 6bis, ingevoegd bij de wet van 22 december 2003 en gewijzigd bij de wetten van 13 juli 2006 en 23 november 2017;
Gelet op de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, artikel 3quater, ingevoegd bij de wet van 19 oktober 1998;
Gelet op het voorstel van de Wetenschappelijke Raad van 23 mei 2017;
Gelet op het advies van het beheerscomité voor de beroepsziekten van Fedris, gegeven op 11 oktober 2017;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 november 2017;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 19 december 2017;
Gelet op het advies 62.737/1 van de Raad van State, gegeven op 25 januari 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK I. - Algemene Bepalingen
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder :
1° " Fedris " : het Federaal agentschap voor beroepsrisico's;
2° "de betrokkene" : de werknemer in de zin van artikel 2 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;
3° "het begeleidingstraject": het traject bedoeld in artikel 5 dat tot doel heeft om een tenlasteneming aan te bieden om het behoud van het werk of de snelle werkhervatting te bevorderen;
4° "burn-outbegeleider" : een deskundige geselecteerd door Fedris op basis van criteria goedgekeurd door het beheerscomité en die het begeleidingstraject coördineert;
5° "de begeleider van individuele sessies" : een deskundige geselecteerd door Fedris op basis van criteria goedgekeurd door het beheerscomité en die bepaalde aspecten van het begeleidingstraject moet verzekeren;
6° "het beheerscomité" : het beheerscomité voor de beroepsziekten van Fedris;
7° "de preventiedienst" : de dienst voor preventie en bescherming op het werk van de betrokken onderneming, bevoegd voor het gezondheidstoezicht, ongeacht of het om een interne dan wel om een externe dienst gaat.
HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art. 2. De betrokkene die van de voordelen van het begeleidingstraject wil genieten, moet zich overeenkomstig artikel 7 kandidaat stellen voor dit traject.
Art. 3. De betrokkene moet :
1° tewerkgesteld zijn
ofwel in de sector financiële dienstverlening, exclusief verzekeringen en pensioenfondsen (sectie K 64 van NACE BEL 2008),
ofwel in de sector ziekenhuizen of verpleeginstellingen met huisvesting ( sectie Q86.1 et Q87.1 van NACE BEL 2008);
2° bedreigd worden door of in een vroeg stadium getroffen zijn door een syndroom van professionele uitputting ten gevolge van een arbeidsgerelateerd psychosociaal risico;
3° nog steeds aan het werk zijn of arbeidsongeschikt sedert minder dan 2 maand.
Art. 4. Het pilootproject beoogt minimum 300 betrokkenen en is van toepassing voor maximum 1000 betrokkenen aangenomen na bevestiging van de diagnose.
HOOFDSTUK III. - Het begeleidingstraject
Art. 5. § 1. Het begeleidingstraject omvat :
1° eén of twee sessies van bevestiging van de diagnose bij een burn-out begeleider;
2° een begeleiding door de burn-outbegeleider die de volgende sessies bevat :
a) twee tot vier sessies van "Stress en werkkliniek";
b) één tot twee sessies van professionele heroriëntatie indien noodzakelijk;
c) één tot twee opvolgingssessies bij het einde van het traject;
3° drie individuele psycho-educatieve sessies die verzekerd kunnen worden door de burn-outbegeleider of de begeleider individuele sessies;
4° maximum zeven facultatieve sessies van begeleiding via een psycho-lichamelijke en/of cognitief -gedragstherapeutische benadering door de begeleider individuele sessies.
§ 2. De sessies bedoeld in paragraaf 1, 2°, a) houden meer bepaald een voorbereiding in van de betrokkene door de burn-outbegeleider op een contact met zijn professionele omgeving dat moet leiden tot een multidisciplinaire vergadering die toelaat om de arbeidssituatie te bespreken.
De burn-outbegeleider wordt belast met het initiatief voor deze vergadering en neemt contact op met de preventiedienst van de betrokkene.
Art. 6. Fedris neemt de kosten ten laste van :
1° één of twee sessies om tot een diepgaande diagnose te komen voor een bedrag van 60 euro per sessie;
2° twee tot vier "Stress en werkkliniek" sessies voor een bedrag van 60 euro per sessie;
3° drie tot tien individuele sessies van het type psycho-educatief, psycho-emotioneel en cognitief gedragstherapeutisch voor een bedrag van 60 euro per sessie;
4° een multidisciplinaire vergadering, met inbegrip van de voorbereiding van de vergadering, de vergadering zelf binnen de onderneming en de redactie van een omstandig verslag waarvan het beheerscomité het model bepaalt, voor een bedrag van maximaal 650 euro, op voorlegging van een factuur en het omstandig verslag aan Fedris;
5° één of twee sessies ter opvolging, coördinatie of evaluatie van het begeleidingstraject voor een bedrag van 60 euro per sessie;
6° één of twee sessies van professionele heroriëntatie indien noodzakelijk voor een bedrag van 60 euro per sessie;
7° een eindverslag voor een bedrag van 60 euro;
8° de kosten voor de verplaatsingen tussen de verblijfplaats van de betrokkene en de plaats van de sessie. Het bedrag van de kilometervergoeding is, ongeacht het gebruikte vervoermiddel, gelijk aan het bedrag vastgesteld met toepassing van artikel 13 van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten. Deze vergoeding wordt toegekend tot maximum 1000 kilometer voor het geheel van het begeleidingstraject.
De bedragen bedoeld in het eerste lid, 1° tot 7° worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.
Art. 7. Om gebruik te maken van het begeleidingstraject moet de betrokkene een aanvraag tot bevestiging van de diagnose indienen bij Fedris door middel van een formulier waarvan het model bepaald wordt door het beheerscomité.
Dit formulier wordt gedateerd en ondertekend door de betrokkene en door de behandelend arts, of de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer of de preventieadviseur psychosociale aspecten.
Art. 8. Uiterlijk binnen de maand na de ontvangst van de aanvraag bedoeld in artikel 7, onderzoekt Fedris of de betrokkene in aanmerking komt voor het begeleidingstraject en notificeert zijn beslissing met betrekking tot het uitvoeren van een diepgaande diagnose.
Als de beslissing positief is, leidt Fedris de betrokkene toe naar een burn-outbegeleider om de diepgaande diagnose uit te voeren. De betrokkene kiest die begeleider uit een lijst van begeleiders die vooraf werden geselecteerd door Fedris.
Na de diagnose stuurt de burn-outbegeleider een diagnoseverslag naar Fedris.
Indien de diagnose wordt bevestigd, moet dit verslag vergezeld worden van een aanvraag tot tenlastenneming door middel van een formulier waarvan het model bepaald wordt door het beheerscomité.
Na verificatie van de ontvangen documenten verzendt Fedris een beslissing tot tenlasteneming aan de betrokkene en de burn-outbegeleider.
Indien de diagnose niet wordt bevestigd, stelt de burn-outbegeleider in het diagnoseverslag een gepaste heroriëntatie voor en notificeert Fedris aan de betrokkene een beslissing dat hij niet kan genieten van een tenlasteneming door Fedris in het kader van dit pilootproject.
Art. 9. Fedris geeft de behandelend arts, de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, de preventieadviseur psychosociale aspecten en, als de arbeidsongeschiktheid voortduurt na de periode van gewaarborgd loon, de adviserend-arts van de verzekeringsinstelling kennis van de aanvraag en de elementen opgenomen in de artikelen 7 en 8.
Art. 10. Op het einde van het begeleidingstraject stuurt de burn-outbegeleider een eindverslag naar Fedris opgesteld op basis van een model bepaald door het beheerscomité.
Dit eindverslag wordt meegedeeld aan de betrokkene, de behandelend arts, de preventieadviseur- arbeidsgeneesheer, de preventieadviseur psychosociale aspecten en, als de arbeidsongeschiktheid voortduurt na de periode van gewaarborgd loon, aan de adviserend-arts van de verzekeringsintelling.
Art. 11. Fedris selecteert de burn-outbegeleiders en de begeleiders van individuele sessies en sluit met hen een overeenkomst af waarin de modaliteiten van de samenwerking worden bepaald.
Fedris kan een einde stellen aan de samenwerking indien de modaliteiten niet worden nageleefd.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 12. Een evaluatie van dit pilootproject wordt na twee jaar uitgevoerd.
Art. 13. Het pilootproject gaat ten laatste van start op 1 november 2018.
Art. 14. De minister bevoegd voor sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 februari 2018.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
M. DE BLOCK