De voorzitter
Mevrouw Vanwesenbeeck heeft het woord.
Daniëlle Vanwesenbeeck (Open Vld)
Minister, ik heb niet veel stem, dus als u het niet erg vindt, zal ik de vraag wat inkorten.
Ik wil even aansluiten op de presentatie van de Ombudsdienst waarbij is vermeld dat de Vlaamse overheid op de markt moet komen met rijpe digitale producten. In het kader daarvan heb ik een vraag over het e-loket.
In het Vlaams regeerakkoord is er een engagement dat ondernemers één digitaal punt zouden hebben voor al hun vergunningen, fiscaliteit en alles wat te maken heeft met het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) en Flanders Investment and Trade (FIT).
Minister, in uw laatste beleidsbrief had u aangekondigd dat een eerste versie van het digitaal loket in 2018 zou kunnen worden gelanceerd. Uit de presentatie van de administrateur-generaal van VLAIO, Bernard De Potter, bleek echter dat dit geen gemakkelijk proces is. Ik denk dat dit normaal is aangezien men moet praten met verschillende afdelingen. Ik heb ook begrepen dat het vooral moeilijk zou gaan op IT-vlak.
Ik was toch een beetje verrast door de uitspraak van de heer De Potter die terug te vinden is in het commissieverslag. Ik citeer: “Bernard De Potter antwoordt dat de proof of concept voor het e-loket ondertussen geslaagd is: er is nu een werkend e-loket voor maatregelen van FIT, VLAIO en van het Departement WSE. Dat is echter te beperkt om het nu al te ontsluiten voor bedrijven.”
Minister, wat is intussen de stand van zaken? Hoe zit het met de operationalisering van de eerste versie van het e-loket voor ondernemers?
Is er overleg tussen al die verschillende afdelingen? Ik heb begrepen dat het vooral bij de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) niet zo gemakkelijk gaat. Hoe verloopt de samenwerking tussen VLAIO en de verschillende andere betrokken entiteiten en agentschappen?
Welke specifieke bijkomende stappen zult u nog zetten om de realisatie van het e-loket tot een goed einde te brengen?
De voorzitter
Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters
Mevrouw Vanwesenbeeck, zoals aangegeven in van de beleidsbrief waarnaar u verwijst, zal er absoluut dit jaar een eerste versie van het e-loket beschikbaar zijn voor ondernemers.
Intussen hebben we de eerste versie afgerond, die wordt nu getest, met als aangesloten agentschappen het Agentschap Innoveren en Ondernemen, Flanders Investment and Trade, het Departement Werk en Sociale Economie (WSE) en SYNTRA Vlaanderen. We zullen dit openstellen voor ondernemers in 2018 zoals voorzien in mijn beleidsbrief. Zodra de testen afgelopen zijn en we de zekerheid hebben dat alles goed in elkaar zit, starten we. Ik besef dat het nog niet helemaal af is en dat er nog heel wat bij moet komen.
Dit is een belangrijke eerste stap die we afgerond hebben. We ontsluiten een basisset aan applicaties van deze agentschappen op een uniforme manier ten aanzien van ondernemers en we hebben bovendien een duidelijk voorbeeld van de meerwaarde om andere Vlaamse beleidsdomeinen enthousiast te krijgen om mee te stappen in het vervolg van dit project.
Deze eerste versie is een basisversie met een beperkt aantal agentschappen en applicaties. We moeten hier uiteraard op verder werken en ook de applicaties van andere agentschappen voor ondernemers verder ontsluiten, bijvoorbeeld de toepassingen met betrekking tot vergunningen van het Departement Omgeving. We gaan niet wachten tot we alles geïntegreerd hebben om een eerste versie te lanceren. Bij het lanceren van een dergelijke eerste versie is het belangrijk om feedback te krijgen van de gebruikers. Op die manier kunnen we zaken verbeteren en kunnen we nieuwe toepassingen opnemen.
We zijn vandaag uiteraard al volop bezig met de volgende stappen. De integratietrajecten zijn lopende met het Agentschap voor Natuur en Bos, het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, het Departement Cultuur, Jeugd en Media en het Departement Omgeving. Er worden ook gesprekken gevoerd met andere agentschappen en lokale besturen om een integratietraject met het e-loket op te starten.
De samenwerking met andere entiteiten is absoluut niet vanzelfsprekend. Elk beleidsdomein heeft zijn eigen IT-agenda die moet worden afgewerkt, en de capaciteit bij die verschillende andere agentschappen is sowieso schaars. Het nodige enthousiasme en de nodige bereidwilligheid creëren om mee te stappen in dit transversaal project is dan ook geen evidentie.
Naast de capaciteit en de bereidwilligheid is er nog een probleem, namelijk de technische uitdagingen. Verschillende applicaties zitten op een andere software-architectuur en het is niet eenvoudig om die met elkaar te doen corresponderen. We proberen de andere entiteiten zoveel mogelijk te ontzorgen door technische ondersteuning en middelen voor de integratie aan te bieden. We volgen dit van nabij op via tweewekelijkse kernwerkgroepen met de integrerende agentschappen waar de vooruitgang en knelpunten van de integratie besproken worden.
Zoals u merkt, doen wij alle inspanningen, zowel qua technische ondersteuning als financieel, om het e-loket uit te bouwen. De ambitie uit het regeerakkoord zal absoluut gerealiseerd worden. We lanceren, zoals voorzien, een eerste versie en werken verder aan de integratie van bijkomende applicaties in samenwerking met andere agentschappen en departementen. Telkens als er een versie klaar is, zal die worden opgenomen, dat lijkt me een goede manier van werken. Mijn excuses wanneer daarover verwarring bestond, we zitten op één lijn met ons agentschap, maar er was blijkbaar verwarring ontstaan door de verklaringen die hier in de commissie waren gedaan.
De voorzitter
Mevrouw Vanwesenbeeck heeft het woord.
Daniëlle Vanwesenbeeck (Open Vld)
Minister, ik ben vooral aangenaam verrast door uw antwoord. Ik had dat niet verwacht. Uw antwoord is sowieso positief. U hebt nagenoeg alle vragen beantwoord die ik nog bijkomende wilde stellen. Ik heb nog één vraag: kunt u daar een specifieke timing op plakken? Ik weet dat de timing samenhangt met die testfases, maar kunt u daarover al een indicatie geven?
Ik wil u verder ook vragen om proactief die rol te blijven spelen. Een van de redenen voor die vertraging is ook de bereidwilligheid. Dat heeft wellicht te maken met de verschillende culturen bij de agentschappen, maar ik vind dat persoonlijk geen reden om ergens vertraging in te roepen. We moeten die cultuur zien om te draaien.
De voorzitter
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
An Christiaens (CD&V)
Minister, u hebt inderdaad een heel positief antwoord gegeven. De bedoeling is om de eerste versie te lanceren en zeker niet verder af te wachten. Daarover bestond inderdaad wat verwarring.
U sprak over de integratietrajecten waarbij u de verschillende diensten opsomde. Wordt er ook gewerkt aan integratie met FIT en VLAIO?
We staan allemaal achter het ‘only once’-principe, maar hoe wordt dit momenteel nagestreefd bij VLAIO? En hoe verloopt de kruisbestuiving met de federale databanken?
De voorzitter
Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters
Mevrouw Vanwesenbeeck, ik kan weinig zeggen over de lancering. Zoals de ombudsman daarnet zei, lijkt het mij wel belangrijk dat we, als we het lanceren, er een vrij goed gevoel bij hebben. Het zal dan wellicht nog niet perfect lopen. Er zullen altijd kinderziekten zijn, maar we moeten ze wel beperken. Anders gezegd: als je op voorhand inentingen kunt geven, doe je dat het best ook. We zullen ervoor zorgen dat er zo weinig mogelijk kinderziekten zijn.
Wat de bereidwilligheid betreft, kan ik beginnen met te zeggen dat FIT bij de lancering zit. Het zijn mijn domeinen plus FIT. Mocht ik niet de minister van de twee geweest zijn, zouden ze niet alle twee bij de start zitten. Het vraagt altijd een andere manier van denken om daarop in te schakelen. U zegt terecht dat we dat moeten doen in het belang van de klant. Maar wij proberen ook een meerwaarde te tonen aan de diensten. Want de diensten die meewerken, zeggen ook: ‘What’s in it for me?’ Dat is dus niet zo evident. Voor de klant is het misschien allemaal evident, maar daarom niet – ‘what’s in it for me?’ – voor de dienst zelf. We proberen dat ook mee te krijgen. Maar met FIT, Werk en Sociale Economie (WSE) en EWI, hebben we voor de bedrijven al een zeer belangrijke eerste grote groep.
Dat daar natuurlijk het best nog – ik zeg maar wat – de vergunningen bij komen, lijkt mij wel goed te zijn. Maar dat moeten we dan stap voor stap in die verdere integratietrajecten doen.
Die omgevingsvergunning is zelf nog in de startfase. Er is daaraan een heel ICT-programma gekoppeld. Ik heb dat zelf vier of vijf jaar geleden nog in gang gezet. Het is niet altijd even evident om de applicaties op elkaar af te stemmen.
Mevrouw Christiaens, ik kan u niet zeggen hoe die ‘only once’ vandaag praktisch wordt toegepast. Ik weet niet hoe ze dat vandaag technisch toepassen. Wat ik wel weet, is dat we nu werken op onze Vlaamse integratie van een eenloketprincipe. De aspecten van het federale niveau nemen we nu zeker nog niet mee. Laat ons eerst gaan, vooraleer we beginnen te lopen. We zetten belangrijke stappen vooruit. Ook voor dat ‘only once’-principe zullen er samenwerkingsakkoorden moeten worden afgesloten.
Het belangrijkste is volgens mij wat ik ook in de beleidsbrief naar voren had geschoven: we starten ermee. En we moeten nu tonen dat dat werkt, met wat we doen in Vlaanderen. Nog niet alles is af en we hebben nog niet alles wat we willen. Maar we zien dat er wel vooruitgang is voor de ondernemingen.
Daniëlle Vanwesenbeeck (Open Vld)
Ik wil herhalen dat ik positief verrast ben. Ik had het antwoord dat u nu hebt gegeven, niet verwacht. Ik hoop dat we niet stilvallen. Het lijkt mij een goede beslissing om te zeggen: ‘Kijk, we gaan niet voor de volle 100 procent, maar we bouwen het terwijl we toch al een stukje kunnen lanceren en uit de feedback van ondernemers kunnen leren.’
We mogen niet stilvallen. We moeten zo veel mogelijk en zo snel mogelijk de agentschappen die nog niet instappen, betrekken.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.