Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 19 apr 2018 09:14 

Expertenpanels van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen (FWO)


Vraag om uitleg over de werking van de expertenpanels van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen (FWO)
van Bart Van Malderen aan minister Philippe Muyters

De voorzitter

De heer Van Malderen heeft het woord.

Bart Van Malderen (sp·a)

Minister, we stellen hier bij tijd en wijle vragen over het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) omdat we uiteraard bijzonder geïnteresseerd zijn in fundamenteel en strategisch wetenschappelijk onderzoek. Ik denk dat we die interesse en ambitie delen.

Uiteraard is het FWO het kanaal bij uitstek voor ondersteuning zoals pre- en postdoctorale mandaten, individuele kredieten en onderzoeksprojecten. Het is uiteraard een eigenschap van het FWO om bottom-up te werken en excellentie na te streven. Een cruciale rol daarbij is weggelegd voor de expertenpanels.

Wanneer men de aanvraagprocedure bekijkt, dan ziet men dat zij echt een sleutelrol spelen in heel het beoordelingsproces van die bottom-up komende aanvragen. Onderzoekers moeten zelf tien externe referenten voordragen. De aanvraag wordt vervolgens aan die referenten voorgelegd. De FWO-expertenpanels buigen zich dan over de aanvragen en brengen verslag uit aan de raad van bestuur. Die raad van bestuur neemt finaal de beslissing. En uiteraard kunnen de onderzoekers nadien feedback vragen over deze beslissing.

Er zijn dertig gewone panels, onderverdeeld per specifiek vakgebied en er is één interdisciplinair expertenpanel. In deze panels zetelen ongeveer zestien experten, het gaat dus over een behoorlijke groep mensen.

Een deel van die experten is verbonden aan een Vlaamse universiteit. Het is dus mogelijk dat onderzoekers geld vragen aan een panel waarin ze zelf zetelen.

Uit een onderzoek van Apache blijkt dat er expertenpanels zijn waar 40, 50, 60 en zelfs tot 70 procent van de middelen naar een vorm van eigen onderzoek gaat. Een aantal expertenpanels zou vooral geld geven aan vragen uit hun eigen kring. Dat roept natuurlijk een aantal vragen en reacties op bij onderzoekers. ‘The heart of the matter’ is natuurlijk de samenstelling van die panels. Het systeem is duidelijk voor verbetering vatbaar. Er was eerder al een hervorming van de toewijzingsprocedure aangekondigd, eigenlijk gaat die evaluatie al 8 jaar terug. Maar nu wordt er gezegd dat die hervorming van start gaat in 2019. Dat betekent dat de lopende aanvragen eigenlijk nog volgens het oude systeem zullen worden afgehandeld, wat toch wel voor wat zure oprispingen zorgt. Bovendien verloopt er behoorlijk wat tijd tussen de vaststelling dat er iets kan worden verbeterd en de reële vaststelling.

Een deel van de frustratie die mensen uiten, zit ook bij het nog fundamentelere debat over de slaagpercentages. Het FWO vraagt in zijn aanvraag redelijk veel aan degenen die een aanvraag willen doen. Daar kruipt heel wat tijd in, mensen investeren daar veel energie in. Vaak lijkt het al dan niet toegekend krijgen van een beurs een beetje op een loterij. Ik zeg niet dat het zo is, maar dat is wel de perceptie. Wanneer dan blijkt – en dan stel ik me in de plaats van degene die daardoor gefrustreerd is – dat die loterij voor een deel wordt aangestuurd door degene die zelf een aanvraag doet, dan is dat een verklaring voor de emotionaliteit van een aantal uitlatingen in de pers.

We moeten daar heldere oplossingen voor naar voren schuiven waarbij geloofwaardigheid bijzonder belangrijk is.

Minister, hoe reageert u op de resultaten van het onderzoek van Apache, met name de vaststelling dat in sommige gevallen 70 procent van de toekenningen gebeuren voor eigen aanvragen?

Op welke manier zult u ervoor zorgen, liefst zo snel mogelijk, dat deze problematiek wordt aangepakt?

Welke oplossingen onderzoekt u om het percentage slaagkansen voor indieners te vergroten?

De voorzitter

Minister Muyters heeft het woord.

Minister Philippe Muyters

Mijnheer Van Malderen, ik wil verwijzen naar de vraag die uw partijgenote, mevrouw Soens, vorige week in deze commissie heeft gesteld over mijn reactie op de problematiek waarvan sprake was in de kranten. We hebben het daarbij ook gehad over het slaagpercentage. Wat dat betreft, wil ik dan ook verwijzen naar het commissieverslag.

U zegt dat de hervorming van de panels ruim acht jaar geleden werd opgezet en u vraagt zich af waarom dit dan nog niet wordt toegepast voor de oproepen van het afgelopen voorjaar. Ik wil heel duidelijk zeggen dat de beslissing over deze hervorming niet acht jaar geleden is genomen en dat zij dus ook nog niet is ingezet. Die hervorming is op mijn expliciete vraag opgestart in 2017.

De beslissing over de fundamentele hervormingen die vandaag worden geïmplementeerd, waaronder het verbod voor panelleden om projecten aan te vragen bij panels waarin ze zelf zetelen en vele andere constructieve maatregelen – zoals maximaal twee projecten per aanvragen, de opdeling van junior- en seniorprojecten, de wijziging van de panelsamenstelling enzovoort – werd na het nodige stakeholdersoverleg principieel genomen op de raad van bestuur van 31 mei 2017. Sindsdien werken we samen met het FWO volop aan de implementatie van dat besluit door de aanpassing van de interne reglementen en de nodige aanpassingen van de besluiten.

Zoals u weet, werkt het FWO met oproepen. De beslissingen waarnaar u verwijst in uw vraag en waar deze wijzigingen nog niet op toegepast worden, zijn oproepen die geopend werden in het najaar van 2017. U zult mij vergeven dat ik deze fundamentele hervormingen waarover in mei 2017 een besluit is genomen, bij de opening van de oproepen in het najaar 2017 nog niet samen met het FWO vertaald heb in alle nodige aanpassingen.

Ik kan u echter garanderen dat voor de oproepen van mandaten en projecten die we openen in 2018, de hervormingen wel volledig zullen zijn geïmplementeerd. Binnen minder dan een jaar na de principiële beslissing zal de uitwerking gerealiseerd zijn.

De hervormingen van acht jaar geleden waar u naar verwijst, zijn de aanpassingen die destijds gebeurd zijn aan de panelsamenstelling waarbij de eerste stappen werden gezet richting internationalisatie van de panels die destijds nog nagenoeg volledig uit Belgische of Nederlandse experten bestonden. De huidige hervormingen zijn een nieuw en, zoals u net gehoord hebt, diepgaander initiatief dat ik heb opgestart om tegemoet te komen aan de bemerkingen uit het veld. Ik vind het belangrijk om dit even helder te stellen.

Ik denk dat mijn reactie bijzonder duidelijk. De hervorming die nu we doorvoeren, maakt dat de percentages waarvan sprake in het artikel in de toekomst zeker niet meer mogelijk zullen zijn aangezien de panelleden geen projecten meer zullen kunnen indienen in panels waarin ze zelf zetelen. In het nieuwe besluit staat letterlijk dat panelleden geen projecten meer mogen aanvragen, ik denk niet dat ik veel duidelijker kan zijn. Dit besluit zal van toepassing zijn op de nieuwe oproepen voor mandaten en projecten die opengesteld worden in 2018.

De voorzitter

De heer Van Malderen heeft het woord.

Bart Van Malderen (sp·a)

Minister, u mag zich gerust op de borst kloppen dat u ‘the next step’ neemt in een proces. Wanneer we teruggaan in de tijd, zult u merken dat effectief een aantal evaluaties en vaststellingen aan de basis lagen om een aantal jaren geleden die internationalisering door te voeren. Dat had toen ook verschillende doelen waaronder die internationalisering an sich en het verbreden van de pool van beoordeelaars om die excellentie op tal van domeinen te kunnen garanderen, en het tegengaan van de schijn van eigenbelang. Dit gaat een stap verder. Ik wil u gerust dat krediet geven, maar ik begrijp ook wel de frustratie op het terrein dat tussen stap 1 en stap 2 een aantal jaren zijn gepasseerd.

Ik stel met genoegen vast dat het de ambitie is om dat besluit relatief snel te implementeren. Ik begrijp dat er tussen A en B een aantal wijzigingen van reglementen moeten gebeuren en dat we geen ‘stop-and-go’ kunnen doen en gedurende die overgangsperiode geen beurzen toekennen in afwachting van nieuwe panels. Dat zou ook wel wat deining veroorzaken, vrees ik. Ik zal nog eens in mijn schriftelijke vraag moeten bekijken hoe dat voor de verschillende panels praktisch zal worden geregeld en hoe dat zal worden geïmplementeerd.

Wat me opvalt, is dat wanneer men in detail gaat kijken naar percentages, daar bijna een tweejaarlijkse cyclus in zit waarbij men het ene jaar 0 procent en het andere jaar heel hoge percentages aan financiering van eigen projecten doet. Wanneer je dat bij elkaar legt, stel je wel vast dat er panels zijn die structureel meer, vergeef me het woord, want ik gebruik dat niet graag, aan zelfbediening doen dan andere. En daar zou ik in een overgangsfase aan het FWO willen vragen om daar bedachtzaam voor te zijn. Er zitten volgens mij wel degelijk verschillen binnen die cyclus. Wanneer men een wat langere sequens neemt, dan ziet men dat sommige panels blijkbaar meer vatbaar zijn voor het toekennen van middelen aan eigen projecten dan andere.

Minister, erkent u die vaststelling? Wat is de oorzaak volgens u, zowel van die cyclus als van die verschillen? En bent u bereid om het FWO erop te wijzen om bij de beoordeling van lopende projecten bijzonder aandachtig te zijn om de schijn van zelfbediening tegen te gaan?

De voorzitter

De heer Diependaele heeft het woord.

Matthias Diependaele (N-VA)

Mijnheer Van Malderen, u zult me niet kwalijk nemen dat ik erop wijs dat dit thema ook tijdens de vorige legislatuur onder minister Lieten aan bod is gekomen, maar dat het pas grondig is aangepakt op het moment dat minister Muyters op het departement zat.

We moeten altijd, hoe dan ook, het excellentiecriterium vooropstellen, dat lijkt me evident. En dan zijn er twee zaken die moeten worden bekeken. De eerste is het slaagpercentage. Dat percentage stijgt intussen, we hebben daar de cijfers van gezien. Er is stelselmatig een groeitraject. Dat wordt trouwens erkend in de pers, ook door mensen die dit vanuit een kritische hoek benaderen.

Ten tweede moet de schijn van partijdigheid worden weggenomen. Ook daar zijn heel wat ingrijpende maatregelen genomen. Wat evengoed kan schaden, is een sfeer van verdachtmaking. Er zullen altijd ontgoochelden zijn, er zullen altijd mensen zijn die daar veel tijd en werk in hebben gestopt, maar die het niet hebben gehaald. Dat er inderdaad een evaluatie is van het project waar zij zelf zeer hard in geloven maar anderen niet, die toetsing zal men altijd hebben, die ontgoochelden zal men altijd hebben, maar we mogen ons daar natuurlijk niet op baseren om een sfeer van verdachtmaking te creëren. Dat tast de geloofwaardigheid van onze instellingen aan en dat zou zeer onterecht zijn.

De voorzitter

Minister Muyters heeft het woord.

Minister Philippe Muyters

Mijnheer Van Malderen, uiteraard zal ik aan het FWO vragen dat zij zoals altijd maximaal op excellentie inzetten en op die manier elke schijn van zelfbediening wegnemen.

U zegt dat dit een aantal jaar heeft geduurd, maar ik wil u erop wijzen dat de raad van bestuur van het FWO in mei dermate grondige hervormingen heeft goedgekeurd dat dit effectief de nodige tijd vraagt. Het is daar dat het moet worden goedgekeurd, het zal ook worden goedgekeurd door een wijziging van de interne reglementen. Ik vind het toch belangrijk dat daar een draagvlak voor wordt gecreëerd. We hebben heel hard moeten werken en het heeft niet zo lang geduurd om een dergelijk grondige hervorming door te voeren. Ik herinner me dat ik ooit alle rectoren bij mij op het kabinet had gevraagd en dat zij me ronduit zeiden dat het me nooit zou lukken om deze hervorming door te voeren. Intussen is ze goedgekeurd op 31 mei 2017.

En ja, ik zal me fier op de borst kloppen wanneer de excellentie nog meer dan in het verleden ervoor zal zorgen dat we zeer goede doctoraten, postdoctoraten enzovoort zullen hebben.

De voorzitter

De heer Van Malderen heeft het woord.

Bart Van Malderen (sp·a)

Mijnheer Diependaele, dat zal een beetje afhangen van wie naar het onderwerp kijkt, maar ik zie hier eigenlijk vooral een continuüm. Ik heb het snel nog even opgezocht. In 2011 is er een doorlichting geweest en in 2012 is er een beleidsplan 2012-2016 gemaakt waar die internationalisering is ingeschreven waarnaar verwezen is.

Minister, ik gun u, voor wat het waard is, alle realisaties die u doet, maar in essentie zie ik hier vooral een tweede trap die is ingezet en die ook logisch is. Maar wanneer men de sequens bekijkt, dan zit daar acht jaar op. U bent minister sinds midden 2014, dus op zijn minst heeft dit zijn tijd nodig gehad. Maar goed, voor mij is dat geen probleem wanneer dat grondig gebeurt.

We zijn niet dieper ingegaan op mijn vraag over excellentie, u hebt in dat kader terecht verwezen naar de vraag van mevrouw Soens, maar we moeten inderdaad excellentie vooropstellen, daar ben ik het mee eens. Een slaagpercentage van een derde wordt eigenlijk wel ook internationaal aanvaard als een standaardnorm om op een gerede manier tegen mensen te kunnen zeggen dat hun dossier is behandeld en dat hun inzet wordt gevalideerd. We zijn daar niet hé. Ik weet dat daar vorige week op geantwoord is. U zult dan ook begrijpen dat we dit zullen blijven herhalen.

Ik wil u nog danken om het signaal te geven aan het FWO.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer