Derde toegangspoort hoger onderwijs
Om nog meer jongeren de stap naar het hoger onderwijs te laten zetten, worden de graduaatsopleidingen vanaf het academiejaar 2019-2020 een derde toegangspoort tot het hoger onderwijs. Momenteel zijn er 14.000 cursisten ingeschreven in graduaatsopleidingen in de Centra voor Volwassenenonderwijs. Die opleidingen bereiden voor op een beroep. Momenteel zijn het voornamelijk volwassenen die ze volgen. De bedoeling is dat meer jongeren na het secundair onderwijs die opleidingen gaan volgen, met een dubbel perspectief: goede voorbereiding op een job en voorbereiden op een verdere studieloopbaan. Deze opleidingen worden integraal onderdeel van het hoger onderwijs. Zo zullen de hogescholen naast professionele bachelors ook graduaatsdiploma’s kunnen uitreiken.
Bekende opleidingen daarbij zijn de graduaten boekhouden, informatica of orthopedagogie. Die opleidingen worden omgevormd tot graduaatsopleidingen aan de hogescholen en worden aangevuld met nieuwe arbeidsmarktgerichte opleidingen. In de technologische en sociale sector is er grote vraag naar dergelijke opleidingen. Een voltijds traject zal anderhalf tot twee jaar duren, waarvan minstens een derde op de werkvloer gebeurt. Zo introduceren we het concept duaal leren ook in het hoger onderwijs en sluiten de opleidingen veel sterker aan op de arbeidsmarkt.
Alle studenten zullen in de toekomst aanspraak kunnen maken op een studiebeurs. Vandaag is het zo dat cursisten die een specifieke lerarenopleiding (SLO) of een graduaatsopleiding volgen aan een centrum voor volwassenenonderwijs geen aanspraak kunnen maken op een studiebeurs. Door het overhevelen van de graduaatsopleidingen en de SLO’s naar het hoger onderwijs, kan elke student aanspraak maken op een studiebeurs. Daarnaast stijgen ook de middelen voor studentenvoorzieningen.
Lerarenopleiding versterken
Tegelijkertijd versterken we de lerarenopleidingen. We starten daarbij niet van een wit blad, de huidige lerarenopleidingen zijn kwalitatief al sterk, wat goed is wordt behouden en versterken waar nodig. Dat doen we via verschillende maatregelen.
De weg naar het leraarschap wordt verbreed. Wie leraar wil worden zal vanaf het academiejaar 2019-2020 de opleiding altijd aan de hogeschool of universiteit volgen. Die graduaats-, bachelor en masteropleidingen zullen zo georganiseerd worden dat ook zij-instromers daar terecht kunnen voor hun opleiding. Dat zal mogelijk blijven op de locaties waar momenteel Centra voor Volwassenenonderwijs leraren opleiden. Voor experten uit het werkveld (bv: bakker, schrijnwerker, …) die minimaal drie jaar beroepservaring hebben, komt er een educatieve graduaatsopleiding aan hogescholen. Dat traject start op basis van hun beroepservaring en zal leiden tot een diploma binnen het vernieuwde hoger beroepsonderwijs. Wie al een diploma en een professionele loopbaan achter de rug heeft, krijgt toegang tot verkorte bachelor- en mastertrajecten zodat ze in één jaar ook het diploma van leraar kunnen behalen. Deze opleidingen vervangen de huidige specifieke lerarenopleidingen, die vanaf 2019-2020 verdwijnen.
De professionele bachelors kleuteronderwijs, lager onderwijs en secundair onderwijs aan de hogescholen blijven bestaan. Zij zetten net als de nieuwe educatieve graduaats- en masteropleidingen in op een inhoudelijke versterking: klasmanagement, grootstedelijkheid, taalvaardigheid, meertaligheid en diversiteit worden sterker benadrukt. Voor de versterking van de toekomstige lerarenopleidingen werd in 2018 al meer dan 1 miljoen euro vrijgemaakt.
Daarnaast komen er vanaf 2019-2020 nieuwe educatieve graduaats- en masteropleidingen. Op die manier kunnen studenten ook aan de universiteit of in de kunsten meteen kiezen voor het lerarenberoep. In hun academische bachelor krijgen studenten een stevige vakinhoudelijke basis en kunnen ze kiezen voor een pakket educatieve keuzevakken waarna ze onmiddellijk doorstromen naar een educatieve master. In die educatieve master wordt verder ingezet op vakkennis en kiezen ze dan twee vakdidactieken. Daarin leren studenten hoe ze les geven binnen hun vakgebied. Op die manier zorgen we ervoor dat leraren niet enkel vakinhoudelijk maar ook vakdidactische vaardigheden opbouwen. Die vakdidactiek wordt decretaal verankerd. De nieuwe opleidingen zullen een toets nieuwe opleiding krijgen, om te zien of ze voldoende kwalitatief zijn. Ook voor bestaande opleidingen wordt een kwaliteitscheck voorzien.
Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits: ”We zetten vandaag een belangrijke stap in de verdere democratisering van ons hoger onderwijs. Met de graduaatsopleidingen zorgen we voor een derde toegangspoort om een diploma hoger onderwijs te halen. Tegelijkertijd versterken we de lerarenopleidingen. Daar worden de leraren van de toekomst opgeleid. Vlaanderen heeft nood aan veel en sterke leraren. Met de educatieve masters zorgen we ervoor dat een 18-jarige naast een lerarenopleiding aan de hogeschool nu ook voor een lerarenopleiding aan de universiteit kan kiezen. Maar ook trajecten voor zij-instromers, die later de keuze voor het lerarenberoep maken, blijven bestaan en worden versterkt.”