Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 27 feb 2018 17:33 

Polderbelasting en de rol van de belasting in het verhaal van natuurontwikkeling


Vraag om uitleg over de transparantie bij de heffing van polderbelasting en de rol van de belasting in het verhaal van natuurontwikkeling van Wilfried Vandaele aan minister Joke Schauvliege

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Voorzitter, minister, collega's, ik zal mijn vraag een beetje inkorten, want er is een treinstaking.

Recent was te horen dat een aantal polderbesturen voor het eerst aanslagbiljetten stuurden naar bewoners die voordien nooit eerder de belasting moesten betalen. Dat gebeurde minstens in een polder in het Antwerpse, in een in het Waasland en een aan de kust. Wie even googelt of oude krantenknipsels bij elkaar zoekt, ziet dat dit iets is wat af en toe aan de orde is: voorbeelden van verraste inwoners die op een gegeven moment polderbelasting moeten betalen en voorheen niet. Dat doet me de vraag stellen naar de transparantie van de werking en heffing door polders en wateringen in Vlaanderen.

Een tweede zaak die ik wil aankaarten, is het betalen van polderbelasting op terreinen die ofwel in beheer zijn van natuurbeherende verenigingen, ofwel van de Vlaamse overheid zelf, van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). Het gaat dan om Europees beschermde instandhoudingsdoelstellingsgebieden waarvoor Vlaanderen verplicht is de nodige maatregelen te nemen. Het betekent vaak dat er een zeker waterpeil moet worden gehandhaafd. Er zijn nogal wat discussies over. Het is ook vroeger al aan bod gekomen in parlementaire vragen.

Ik geef een voorbeeld uit mijn eigen achtertuin: Natuurpunt betaalt voor de 458 hectare van de Uitkerkse Polders een jaarlijkse polderbelasting van net geen 8000 euro. Ook het ANB betaalt, als ik het goed heb, een groot bedrag aan dat soort polderbelastingen. Dat is goed als die goed worden besteed en in dit geval ook bijdragen tot de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen want daarvoor hebben we die gebieden beschermd, maar dat is niet altijd zo. Er zijn telkens weer discussies over het waterpeil. Het gaat niet altijd over discussies tussen Natuur en Landbouw – wat vaak wel het geval is –, maar ook tussen bijvoorbeeld het polderbestuur en de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). In de Uitkerkse Polders zou er daarover, als ik goed ben ingelicht, ook wat wrijving zijn tussen die twee spelers.

Minister, nogal wat inwoners in een werkingsgebied van een polder krijgen plots een aanslagbiljet in gebieden waar dat de jaren voordien niet het geval was. Hebt u er zicht op of dat goed gebeurt of kan het beter? Moet men er op een andere manier over communiceren naar de bevolking? Zo ja, hoe kunt u dat bevorderen?

Als er wat misloopt, wie kan er die polderbesturen sanctioneren wanneer ze bijvoorbeeld onterecht belastingen zouden innen? Zijn er voorbeelden van waar dat in het verleden gebeurde, bijvoorbeeld in de periode van 2010 tot nu? Zijn er voorbeelden van waar die belasting werd aangevochten en eventueel werd rechtgetrokken?

Vindt u het logisch dat er voor eigendommen met bestemming natuur, aangekocht met aankoopsubsidies van het Vlaamse Gewest, en in eigendom of beheer van terreinbeherende verenigingen of van het gewest zelf, polderbelasting wordt betaald vooral daar waar er nogal wat wrijving is tussen de werking van een polderbestuur en de natuurdoelen die men in dat gebied probeert te halen?

De discussie is ook al in het verleden gevoerd. Er zijn al een aantal debatten geweest over kerntaken. Misschien kunnen we toch eens opnieuw de vraag stellen of, met name in natuurgebieden, het geen piste is dat de VMM het volledige waterpeilbeheer voor haar rekening zou nemen? Minister, is dat ook uw idee?

De voorzitter

Minister Schauvliege heeft het woord.

Minister Joke Schauvliege

Collega's, ik ga even in op de context en het wettelijke kader. Artikel 68 van de Polderwet bepaalt dat het de taak van de algemene vergadering van de polders en wateringen is om jaarlijks het kohier van de belastingen op te maken en vast te stellen. Daarna moet de deputatie van de provincie het kohier uitvoerbaar verklaren. Na ontvangst van het aanslagbiljet kan bezwaar worden ingediend bij de deputatie.

De polders en wateringen baseren zich voor het opmaken van hun kohier op de informatie aangeleverd door het kadaster. Sinds dit jaar bepaalt het kadaster de percelen gelegen binnen de omschrijving van een polder of watering op basis van de gedigitaliseerde grens op kaart.

Voorheen werd aan elk perceel afzonderlijk een B- of een W-code toegekend door het kadaster, maar door de gewijzigde werkwijze werd vastgesteld dat een aantal ingelanden plotseling voor het eerst een aanslagbiljet toegestuurd kregen. Deze wijziging is dus het gevolg van digitalisering bij het kadaster waarop de polders en wateringen zich baseren. Voor de vermeende foutief verstuurde aanslagbiljetten kunnen de ingelanden uiteraard gebruikmaken van de voorziene procedure. Ze kunnen bezwaar indienen bij de deputatie die kan oordelen of het inderdaad een foutief verstuurd aanslagbiljet was. Ik beschik niet over de cijfers van het aantal bezwaren dat het voorbije jaar is ingediend bij de verschillende provincies en hoeveel hiervan terecht zijn verklaard.

De polders krijgen hun bevoegdheid uit artikel 173 van de Grondwet. De basisbeginselen en de wijze van vestiging van de heffing zitten vervat in de artikelen 65 tot en met 76 van de Polderwet. Van belang voor de discussie hier is artikel 65 van de Polderwet. Daarin staat: “Op al de erven binnen het poldergebied kan een polderbelasting worden geheven op de grondslagen en volgens het onderscheid te bepalen bij het reglement. Dit reglement mag het aandeel in de polderbelasting differentieel onder de verschillende categorieën van erven vaststellen. In de mate waarin zij rechtstreeks profijt trekken uit de werken van de polder, zullen de gebouwen opgericht op de bovenbedoelde erven eveneens aan de polderbelasting kunnen onderworpen worden. De belastingvoet wordt jaarlijks door de algemene vergadering vastgesteld.” Het wettelijk uitgangspunt van de belasting ligt in het feit dat men voordeel haalt uit de werken die de polder verricht.

Over polderbelasting voor natuurreservaten is er al lang discussie. De bestaande rechtspraak van het Hof van Cassatie stelt dat de gronden die behoren tot het openbare staatsdomein of die afhangen van het privaat staatseigendom en volledig gebruikt worden voor een openbare dienst of een dienst van algemeen nut, vrij zijn van belasting ten behoeve van de polder omdat dergelijke gronden door hun bestemming of erfdienstbaarheid reeds bijdragen tot de invulling van de openbare taak. Ik beschik niet over de informatie over terreinbeherende natuurverenigingen die op grond van deze cassatierechtspraak reeds vrijstelling hebben gevraagd of gekregen. Het gaat immers niet om staatseigendom maar wel om private gronden. Maar we kunnen dat uiteraard navragen.

Sinds de inwerkingtreding van het decreet Integraal Waterbeleid in 2003 is de taak van de polders grondig gewijzigd. Hierbij werd zeer duidelijk bepaald dat het de taak is van de polderbesturen om binnen de grenzen van hun territoriale gebied de doelstellingen van het decreet betreffende het integraal waterbeleid te realiseren. Het verbeteren en het herstellen van aquatische ecosystemen en van rechtstreekse waterlichamen afhankelijk van terrestrische ecosystemen is een van deze doelstellingen. Ik merk in de praktijk ook dat heel wat polderbesturen hier de voorbije jaren werk van hebben gemaakt. Door alle waterbeheerders binnen en buiten natuurgebieden moet vanuit een integrale invalshoek voor een goede waterhuishouding worden gezorgd. Het is dan ook wenselijk dat er goede afspraken worden uitgewerkt met alle betrokkenen bij het waterbeheer, niet alleen tussen de waterbeheerders maar uiteraard ook de natuur- en landbouwsector. Ook de betrokken gemeenten mogen we zeker niet vergeten. Specifiek voor de Oudlandpolder zullen deze afspraken onderdeel moeten zijn van het raamakkoord waarover men op dit moment aan het onderhandelen is en dat in voorbereiding is.

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Minister, dank u wel. U zegt inderdaad dat de polders de waterhuishouding moeten bewaken. We weten dat het oorspronkelijk vooral en misschien zelfs uitsluitend voor landbouwdoelen was, maar u geeft terecht aan dat dat tegenwoordig in het kader van integraal waterbeleid ruimer gaat en dat we op die gebieden waar de natuurdoelen primeren, dat aspect de nodige aandacht moeten geven. Ik denk dat het daar op een aantal plaatsen schort en dat die reflex niet altijd wordt gemaakt dat het een ruimere doelstelling is dan alleen landbouwdoelen, maar dat in de gebieden waar wij natuur de voorrang geven, dat in het waterbeheer en met name in het peilbeheer, dat zo zou moeten spelen. Dan begrijp ik de redenering van sommige terreinbeherende verenigingen die zeggen dat in artikel 65 van de Polderwet staat dat er een heffing is voor wie voordeel haalt uit de werken van de polders, maar dat zij daar geen voordeel uit halen, integendeel. Ze rijden tegen hun kar en zij krijgen hun doelstellingen niet gerealiseerd omdat dat peil te laag wordt gezet, en ze moeten er dan ook nog eens voor betalen, en geen klein beetje. Ik noemde daarnet het bedrag van een deel van de Uitkerkse Polder, namelijk 8000 euro per jaar.

U zegt dat als alles goed gaat, de staatseigendommen vrijgesteld zijn. Dus als mij in het oor werd gefluisterd dat het ANB hier en daar betaalt, dan berust dat op een fout waarschijnlijk. Als wij onszelf ‘staat’ noemen, wat wij graag doen vanuit onze partij, zoals u weet, dan zijn dat dus staatseigendommen en dan zouden de terreinen van het ANB vrijgesteld moeten worden. Misschien is het nuttig om eens te kijken of dat inderdaad overal gebeurt, want dat zijn dan kosten die we beter niet maken.

U suggereerde ook eens te kijken naar die terreinen die eigendom zijn van natuurverenigingen die in opdracht van de Vlaamse overheid die terreinen beheren, wat in veel gevallen zo is. Ze worden ook aangekocht met subsidies van de Vlaamse overheid, u weet dat. De belangrijkste verenigingen die die terreinen beheren, hebben ook in hun statuten staan dat als zij er ooit de brui aan geven, die terreinen opnieuw volledig eigendom worden van de Vlaamse overheid.

In die context is het aangewezen om na te gaan of die dan ook geen vrijstelling behoeven, zoals de terreinen die staatseigendom zijn. Ik zou graag hebben dat we daar verder naar kijken om er een oplossing voor te zoeken die waarschijnlijk billijker is en er niet toe leidt dat mensen die dingen doen op het terrein die we hun zelf vragen en die we voor Europa moeten doen – dus zij helpen ons –, daarvoor worden gestraft.

De voorzitter

De heer Dochy heeft het woord.

Bart Dochy (CD&V)

Mijnheer Vandaele, ik had een wrang gevoel als u insinueert dat de polder slecht werkt, omdat ze mensen ten onrechte een aanslag zou bezorgen. De minister heeft correct geschetst waar het over gaat, namelijk een aanpassing in het kadaster, en – o ramp – de aangeleverde kaartlaag naar het kadaster werd dan ook wel doorgestuurd door de VMM zeker, die dus eigenlijk de basis vormde van de onterechte aanslagen. Het gaat vooral over de randen van de polder, waar zich problemen hebben voorgedaan. Ik heb gehoord dat nogal wat polders heel veel werk hebben moeten steken in het corrigeren van de grens om die terug juist te zetten, zelfs tot het opzoeken van oude kadastrale percelen, want de Polderwet is inderdaad niet van de jongste.

Ere wie ere toekomt, de polders hebben correct werk geleverd en hebben de fout door de digitalisering rechtgezet. Dat heeft heel wat werk en inspanning gekost. We mogen hun daarvoor dankbaar zijn. Door hun terreinkennis is dat ook vlot mogelijk geweest.

Er wordt gezegd: polders is waterbeheer en dat is evident. Sommigen hebben voordeel, sommigen hebben geen voordeel. Bepaalde natuurgebieden die afgezonderd of in elk geval aan de rand van bepaalde polders liggen, hebben wel de mogelijkheid om te werken met specifieke waterbeheerspeilen. Mijnheer Vandaele, ik neem aan dat u dan wel akkoord gaat dat die zeker wel betalen omdat er dan wel een voordeel wordt geboekt met betrekking tot het waterpeil dat wordt beheerd door de polder. Ik neem als voorbeeld de Meetkerkse Moeren, waar voor bepaalde delen een specifiek waterpeil wordt toegepast op vraag van en in overleg met de terreinbeherende vereniging in functie van de ontwikkeling van de natuurdoelen.

Als het gaat over de Uitkerkse Polder, die ligt natuurlijk midden in de grotere polder. Het is niet vanzelfsprekend om het waterpeil daar geïsoleerd te verhogen, ook al zou dat voor die natuurdoelstelling beter en gemakkelijker zijn. Het is ook vanzelfsprekend dat er dan wordt gekeken naar mogelijke effecten op de omliggende percelen. Net dat is het voorwerp van het gesprek en de studie die momenteel aan de gang zijn, en waarvoor de gouverneur van West-Vlaanderen vandaag het initiatief neemt om de partners samen te brengen om na te gaan hoe daar eventueel aanpassingen kunnen gebeuren.

Het gaat ook over de veiligheid en de omgeving van de ruimere polder. Wanneer men het waterpeil daar verhoogt, zullen de tussengetijdenbuffervolumes deels verminderen. Ook dat zijn belangrijke elementen om mee te nemen in het desgevallend aanpassen en het beoordelen of een aanpassing van het waterpeil opportuun is.

Tinne Rombouts (CD&V)

Collega, u spreekt over transparantie ten aanzien van polders en wateringen, dat er mogelijk zaken zijn die niet heel transparant zijn en dat mensen soms schrikken als ze ineens een aanslagbiljet krijgen als er bepaalde wijzigingen zijn. De minister heeft heel duidelijk verwezen naar wat mogelijk de aanleiding zou zijn. Ik wil daar nog wat verder in gaan: als er ook wijzigingen gebeuren aan grenzen of structuren, moeten wij als deel van de overheid toch in de spiegel durven te kijken en beseffen dat als we een openbaar onderzoek of wijzigingen doen, het soms heel moeilijk is om iedereen mee te krijgen in het verhaal en iedereen op de hoogte te brengen. Het is niet de eerste keer dat pas na de eerste spadesteek mensen beseffen wat er verandert of welke besluiten de overheid heeft genomen. Het is een uitdaging voor ons allemaal.

Ik ben dan ook voorzichtig om in deze zaak een ander openbaar bestuur erop te wijzen dat ze niet transparant zouden werken. Ik denk dat ze worden gecontroleerd op alle wettelijkheden waaraan ze moeten voldoen.

Ik heb er wat moeite mee dat er wordt gezegd dat een polderbestuur niet zou werken in het kader van integraal waterbeleid, maar vanuit een of andere invalshoek. Omgekeerd wordt er misschien te weinig rekening gehouden met natuurbehoud en wordt er duidelijk gevraagd om met een partner daar meer aandacht voor te hebben. Ik heb een beetje het gevoel dat we links of rechts springen, en daarom vraag ik heel duidelijk dat het integraal waterbeleid moet worden nagestreefd door een polder of een watering. Minister, ik meen dat u dat daarnet duidelijk zo hebt gesteld.

Ik was wel even verward toen daarnet werd gesuggereerd dat de minister zou hebben gesuggereerd dat de terreinbeherende verenigingen misschien zouden worden aangezien als een staatseigendom. Ik dacht duidelijk te hebben begrepen dat terreinbeherende verenigingen privéterrein beheren en dat andere eigendommen van de overheid zijn. Dan gaat het effectief over eigendomsrecht, en dat is toch wel verschillend bij terreinbeherende verenigingen, wat wordt aangezien als privéterrein.

Ik hoop dat iedereen zich als aangelande mee inzet in het integraal waterbeleid, en dat het niet is omdat de discussie op het terrein soms moeilijk is, dat men zich zomaar kan terugtrekken. Dan weet ik niet waar je ergens nog een rechte lijn kunt trekken. Het is nu eenmaal de verplichting, maar ook de kracht om dit lokaal te bediscussiëren. Minister, ik wil graag de bevestiging horen dat u enerzijds staatsdomeinen hebt, maar anderzijds aankopen ondersteunt, en als ze geen eigendom zijn van de overheid, dat ze niet onder het staatsdomein vallen, maar onder privéterrein.

De voorzitter

Minister Schauvliege heeft het woord.

Minister Joke Schauvliege

Misschien een aantal zaken toch nog eens heel uitdrukkelijk herhalen. Eerst en vooral, de integrale benadering is van belang. Ik hoor hier soms vragen of ik voorrang aan dit of dat wil geven. Het lijkt me heel belangrijk dat we de nadruk moeten blijven leggen op die integrale benadering. Dat is de taak die is opgelegd en daarover moet worden gewaakt. Ik vind dat, als er bepaalde lokale knelpunten zijn, zoals in het specifieke dossier waarop uw vraag ongetwijfeld is gebaseerd, mijnheer Vandaele, we moeten proberen die op te lossen. Daarom vind ik het goed dat er in dat specifieke geval ook een bemiddelaar is aangesteld om tot een oplossing te komen. Ik vind dat heel belangrijk, om die tegenstellingen niet op te kloppen, maar te zoeken naar oplossingen.

Het klopt dat er een Cassatie-uitspraak is geweest over dat openbaar nut of die algemene dienstverlening, maar dat is specifiek, zoals ik ook heb gezegd, gericht op het openbaar domein. Daar kan een knelpunt zitten. Men kan navragen vanuit Natuurpunt of men daar al dan niet onder valt, maar volgens mij zit daar wel een knelpunt wat die private eigendom betreft.

Wat ik vooral belangrijker vind, is dat men probeert, als er specifieke problemen zijn, om die op het terrein in samenspraak met alle actoren op te lossen. Dat is volgens mij ook de enige juiste manier om ervoor te zorgen dat de integrale benadering van het waterbeleid lokaal ook goed wordt uitgevoerd. Als men vanuit Landbouw of Natuur aan de polders vraagt om bepaalde handelingen te stellen, dan doet men natuurlijk al wel een beroep op die polders. Als men vraagt om het waterpeil aan te passen, dan is dat al een dienstverlening richting die actoren. Ik denk dat men dus voorzichtig moet zijn met het op verschillende manieren benaderen daarvan, maar ik ben er zeker van dat ook daar waar het specifieke dossier knel zit – de Uitkerkse Polder –, men daar lokaal toch ook zeker uit zou moeten kunnen geraken en dat tot een goed einde brengen, met de bemiddelaar, die de gouverneur is. Ik denk dat dat vooral de boodschap is die we moeten verspreiden.

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Voorzitter, ik vraag hier ook niet de afschaffing van de polders en wateringen. We hebben die discussie een aantal jaren geleden gevoerd en we hebben met zijn allen besloten om die in stand te houden, om ze een beetje aan te passen. We hebben zelfs een nieuwe bijgemaakt, als ik me goed herinner. Collega Dochy, dat zij terreinkennis hebben, dat weten we. Ze hebben zeker hun nut. Dat betekent echter ook niet dat we daar geen vragen over mogen stellen. Als ik collega Dochy en collega Rombouts hoor, dan gaan de stekels omhoog zodra een vraag wordt gesteld over de polders en wateringen. (Opmerkingen van Bart Dochy)

‘Het zou weleens kunnen dat die kaarten verdorie van het kadaster komen en door de VMM – of all people – zijn doorgegeven. Hoe durft u daar dan een vraag over te stellen, Vandaele?’ Collega’s, wij stellen altijd vragen over kaarten. Ik kan me daarvan nog voorbeelden uit het recente verleden voor de geest halen. We stellen vragen over kaarten, los van wie die heeft gemaakt of waar die uit komen, en over heffingen en over wie wel en wie niet voor water en voor drinkwater en voor energie... Als het echter over de polder gaat, dan mogen er geen vragen worden gesteld. ‘Wat denk je wel?’ Kom, jullie beseffen toch zelf wel hoe vreemd dat overkomt. Ik hoop dat jullie dat toch zelf beseffen.

Minister, ik vind het verhaal van de terreinbeherende verenigingen en de staatseigendom nog altijd interessant. U leek me ter zake toch een opening te laten, refererend aan de Cassatierechtspraak. Collega Rombouts krijgt onmiddellijk de kriebels als ze dat hoort, want ze zegt dat het toch nooit de bedoeling is geweest om die vrij te stellen. Ik weet het niet. Ik denk dat we daar toch eens naar kunnen kijken, collega. Anders zijn dat allemaal vestzak-broekzakoperaties waar niemand iets aan heeft.

Dat die polderheffing een nut heeft, dat weten we. Alles moet worden betaald, ook het beheer van die waterpeilen ter plekke. Ik vind echter in elk geval dat we van elke heffing, of die nu van de polder is of van iets anders, altijd wel moeten weten of die aanslagen terecht zijn, en dat moet transparant zijn. Als ik echt naar mezelf kijk, grootgrondbezitter zijnde, natuurlijk, dan weet ik ook niet op welke percelen, ook van mijn ouders enzovoort, er wordt betaald en op welke niet. Elk jaar is dat weer een vraagteken. Nu, ik besteed er ook geen tijd aan om dat uit te zoeken. Misschien zou ik dat eens moeten doen, maar het is dus niet helder. (Opmerkingen van Bart Dochy)

Collega Dochy, wij komen dan nog een beetje uit de boerenstiel, als ik dat van mezelf mag zeggen, maar mensen die bijvoorbeeld in zo’n zone komen wonen en nooit van een polderbelasting hebben gehoord, die vallen echt wel uit de lucht als ze dat binnenkrijgen. Zelfs als je hier in het parlement spreekt van de polderbelasting, dan zijn er collega’s die daar nog nooit van hebben gehoord, omdat dat natuurlijk niet overal in Vlaanderen bestaat. Een beetje transparantie, wat uitleg daarbij kan dus zeker geen kwaad.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer