Indien de veehouder voldoet aan de voorwaarden van jonge starter, zal hij pas rechten verliezen indien hij twee opeenvolgende jaren geen 70% gebruikt. In dat geval verliest de landbouwer het niet-gebruikte deel onder de 70% van het laatste jaar.
Indien de landbouwer minder dan 14 rechten benut, leidt dit tot een volledig en definitief verlies van alle premierechten voor zoogkoeien.
Voor de benutting van het aantal premierechten wordt rekening gehouden met het aantal moederdieren die gekalfd hebben op het bedrijf, zonder daarbij rekening te houden met administratieve (laattijdige meldingen) of controlevaststellingen. Moederdieren die twee keer gekalfd hebben tijdens het kalenderjaar of die een tweeling hebben voortgebracht, worden slecht één keer in rekening gebracht voor de benutting van de rechten.
Ook moederdieren die uitgesloten worden omwille van het ras of rastype, worden niet in rekening gebracht voor de benutting van de rechten.