|
19 dec 2017 |
11:39 |
|
Aandeel innoverende bedrijven in land- en tuinbouw ligt hoog
Ongeveer de helft van de Vlaamse landbouwbedrijven heeft de voorbije twee jaar geïnnoveerd. Het percentage is het hoogst in de tuinbouw (56%) en het laagst in de akkerbouw (37%). Innoverende bedrijven hebben gemiddeld een jongere bedrijfsleider en een grotere economische omvang. Dat blijkt uit een enquête waaraan 527 deelnemers van het Landbouwmonitoringsnetwerk (LMN) in het najaar van 2017 deelnamen.
|
In de enquête is sprake van vier soorten innovaties:
• Procesinnovaties zijn goed voor meer dan de helft (56%) van de verbeteringen, bv. aankoop van nieuwe, betere machines, de uitrusting van bedrijfsgebouwen, computersturing, automatisatie en precisietoepassingen.
• In 20% van de gevallen gaat het om vermarktingsinnovaties, bv. een ander of nieuw afzetkanaal (hoeveverkoop, webshop, automaten), de ontwikkeling van nieuwe verpakkingen, de vernieuwing van de afspraken met de afnemer en de start van verbredingsactiviteiten op het bedrijf.
• 16% van de beschreven innovaties zijn organisatorische innovaties, bv. de aanwerving van extra arbeidskrachten, de instap van gezinsleden in het bedrijf, de verbetering van de arbeidsorganisatie of de aanpassing van de juridische structuur van het bedrijf.
• 9% van de verbeteringen zijn productinnovaties, bv. keuze voor nieuwe of verbeterde cultivars en rassen, de ontwikkeling van een nieuwe verwerkingsactiviteit of de ontwikkeling van nieuwe producten.
Opmerkelijk gegeven: het vooral gaat om vernieuwingen binnen de huidige bedrijfsvoering. Bij de product- en procesinnovaties gaat het doorgaans om vernieuwingen die beschikbaar zijn op de markt. Slechts in een beperkt aantal gevallen gaat het om innovaties die zelf ontwikkeld werden en/of die tot een grote verschuiving in de bedrijfsvoering leiden. Toch zijn er ook bedrijfsleiders die ervoor kiezen om hun bedrijfsvoering aan te passen door naar biologische landbouw over te stappen of een bedrijfstak af te stoten of toe te voegen.
De resultaten onderstrepen de nood aan een divers palet van beleidsinstrumenten omwille van de verschillende noden van de bedrijven op het vlak van innovatie en vernieuwingen. Binnen het plattelandsontwikkelingsprogramma PDPO III kregen al 27 projecten subsidies, waarvan 21 projecten voor procesinnovaties, vier voor productinnovaties, één project voor marktinnovatie en één project voor organisatorische innovatie. Daarnaast is er ook het Europees Innovatie Partnerschap (EIP). Dat subsidieert operationele groepen of samenwerkingsverbanden tussen praktijk en onderzoek die samen een innovatief idee uitwerken.
|
|
|
|