|
02 dec 2017 |
12:47 |
|
Aardappeltelers op zoek naar alternatieven en zekerheden
Deze week hielden we een rondvraag bij een aantal Belgische aardappeltelers met routine in dit vak.
Daaruit bleek dat 2/3 van deze akkerbouwers alternatieven willen inbouwen die meer zekerheid bieden omtrent de financiële saldi.
|
“Het kan niet dat om de drie jaar een schokkende verliessituatie optreedt en dat vervolgens minstens 2 productiejaren nodig zijn om dit verlies opnieuw weg te werken.”
“De telers moeten een koers kunnen varen waardoor, elk in zijn specialisatie, het financieel rendement meer regelmaat kent."
Het zoeken en evalueren van alternatieven is minder eenvoudig als bij een babbel tussen pot en pint meestal wordt geconcludeerd.
Grootvaders en ook ons vader waren al op zoek.
Intussen is de industrie de hoofdrolspeler geworden, en vanuit die hoek worden de laatste tien jaar geen cadeaus gedaan.
Binnen de teelt zelf zijn er twee grote verschuivingen, nl,. meer bioaardappelen voor de versmarkt en mogelijks ook voor de industrie en de komst van phytopthoraresistente cultivars.
De teelt moet ‘telervriendelijk’ worden met meer weerstand tegen de klimaatwissel.
Onze noorderburen spreken van een versnelde transitie naar robuuste aardappelvariëteiten.
Deze evolutie zal uiteraard meer kansen bieden voor de bioteelt maar ook de gangbare aardappelvelden zullen daarbij een aanzienlijk voordeel verwerven.
Er is momenteel sprake van het convenant tussen de selectiebedrijven om zo snel als mogelijk dit type robuuste rassen op de rassenlijsten te plaatsen.
Een rustige evaluatie laat ons besluiten dat binnen twee tot vijf jaar deze stap inderdaad kan gezet worden.
De bioaardappel zal een meerwaarde per kilo behouden en als daarenboven ook de productie egaler en hoger kan afsluiten, zijn de bedrijven die hun verkoop richten op de consument, of op gespecialiseerde aankopers van bioproducten, een stap vooruit.
Of deze overschakeling er komt of niet, de bioteelt zal verder uitbreiding kennen, zeker voor de versmarkt en voor de schilbedrijven.
Grote vraag blijft dan nog of de industrie (sneller) zal overschakelen en biofriet bovenaan in het verkoopskader plaatsen.
De telers denken dat de marktevolutie het antwoord kan geven. De industrie wil vooral de garantie op een hoge hectare productie aan eindproduct en op een regelmatige kwaliteit.
Nieuwe kandidaat-rassen, zoals Connect en Ivetta, worden nauwlettend gevolgd door de grote spelers.
Frietfabrieken wijzen erop dat ook bij gangbare rassen de phytopthoraresistentie voor de teler voordeel kan brengen.
Voorbeeld her is het ras Levante, die ongetwijfeld het niveau van de gangbare rassen benadert in opbrengst.
Vergeten we ook niet dat Carolus toenemende marktkansen krijgt.
Let wel, naast phytopthoraresistente is er ook de gevoeligheid voor nematoden. Er is sprake van de brede Ro-nematoderesistentie. Georgina is op dat vlak een robuuste consumptieaardappel. Er is wel meer op komst.
De vooruitgang in de selectie is evenwel maar één benadering om meer stabiliteit voor de telers te brengen. Het opmaken van evenwichtige productiecontracten, waarin de boer vergoed wordt voor zijn teelttechnische inzet, is het tweede belangrijk punt. Daarover hebben we het volgende week.
Luc Busschaert - Landbouwexpert
|
|
|
|