De voorzitter
De heer Ronse heeft het woord.
Axel Ronse (N-VA)
Minister, voorzitter, de aanplakking van vergunningen op het terrein is een belangrijke kwestie. Wie een bouw- of verkavelingsvergunning aanvraagt, moet die aanplakken zodat de mensen tijdens het openbaar onderzoek bezwaren en een beroep kunnen indienen tegen de aanvraag.
Ik stelde hierover in maart 2016 al eens een vraag naar aanleiding van een interessant project in Roeselare. In de meeste gemeenten is het een verklaring op eer van de bouwmeester die er hangt. In Roeselare heeft men met bpost samengewerkt. De postbodes controleerden de aanplakking en of de vergunning bleef hangen. U antwoordde toen dat geen enkel systeem waterdicht kan zijn en noemde de piste met bpost interessant. Andere gemeenten werken met verklaringen op eer, maar uiteindelijk zal het toch altijd een feitenkwestie blijven.
Intussen zijn we een jaar verder en binnenkort start ook de omgevingsvergunning – dat hoop ik toch. In een recent artikel wordt een interessant overzicht gegeven van de regelgeving. Men verwees naar de noodzaak van de aanplakking.
Werd de problematiek van controle op het aanplakken van vergunningen en affiches voor openbaar onderzoek reeds verder onderzocht, mede in het licht van de inwerkingtreding van het Omgevingsdecreet? Is hierover overleg met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG)?
Denkt u dat een algemene uitrol van het samenwerkingsmodel tussen lokale besturen en bpost een oplossing kan bieden voor dit probleem?
De voorzitter
Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege
Het decreet betreffende de omgevingsvergunning regelt de bewijsvoering rond de bekendmaking van het openbaar onderzoek en van de uiteindelijke beslissing. Er staat niet uitdrukkelijk in hoe gemeenten moeten toekijken op de correcte bekendmaking. Het laat die vrijheid bewust open zodat de gemeenten zelf kunnen beslissen op welke manier zij de aanplakking wensen te controleren.
De verschillende keuzes, die ik in mijn antwoord op uw schriftelijke vraag al heb geschetst, blijven dus bestaan. Een verklaring op eer van de bouwheer, een of meerdere controles ter plaatse door de gemeente zelf of door het inschakelen van bpost of een andere dienstverlener, een combinatie van verschillende controlesystemen, dat kan allemaal. Het is aan de gemeente om daarover te oordelen.
Het samenwerkingsmodel met bpost is een van de oplossingen om naar een meer gerichte controle te gaan. Het is niet de enige oplossing. Gemeenten kunnen kiezen om met andere ondernemingen in zee te gaan, ik denk aan nutsbedrijven of andere, of met een plaatselijke landmeter of deurwaarder. Ze kunnen ook eigen personeel de baan opsturen.
Ik wil geen commerciële onderneming bevoordelen ten opzichte van een andere en kan en zal de samenwerking met bpost dus niet opleggen. Het is een heel mooi voorbeeld, maar wij kunnen dat niet afdwingen. Het behoort tot de bevoegdheid van de gemeente om daarover te oordelen. Het beste wat we kunnen doen is de goede praktijken van de lokale besturen uitwisselen en op die manier zorgen dat anderen geïnspireerd geraken om daarmee verder te gaan. Dat is zeker een van de mooie oplossingen voor een betere controle.
De voorzitter
De heer Ronse heeft het woord.
Axel Ronse (N-VA)
Ik heb deze vraag vooral gesteld omdat we in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) een belangrijke bepaling hebben ingeschreven, namelijk dat wie geen bezwaar indient tijdens een openbaar onderzoek, nadien ook geen beroep kan aantekenen. Daar staan ikzelf en mijn fractie heel erg achter. Het is goed dat we dat gedaan hebben. Nu moeten we er natuurlijk ook voor zorgen dat iedereen zeker de mogelijkheid krijgt om bezwaar aan te tekenen. Dat betekent dat de aanplakking er zeker moet zijn.
Het feit dat u vrij voluntaristisch antwoordt dat u de goede praktijken verder wilt onderzoeken en inspiratie wilt halen uit het voorbeeld van bpost, stemt me hoopvol.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.