Glyfosaat is het meest gebruikte bestrijdingsmiddel ter wereld en vooral bekend als hoofdbestanddeel van Roundup.
Binnen Europa is het al twee jaar voer voor discussie. Milieuorganisaties verzetten zich al jaren tegen het gebruik, omdat het schadelijk zou zijn voor mens en milieu. Midden december loopt de vergunning om glyfosaat op de markt te brengen af en is er een nieuwe vergunning nodig.
In 2015 concludeerde het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek, dat deel uitmaakt van de Wereldgezondheidsorganisatie, dat glyfosaat waarschijnlijk kankerverwekkend is voor de mens. Maar omdat het Europees voedselagentschap (EFSA) oordeelde dat daar niet genoeg bewijs voor bestaat en omdat het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) concludeerde dat de stof niet kankerverwekkend is, wilde de Europese Commissie alsnog een nieuwe vergunning verlenen voor tien jaar.
Op initiatief van de groene fractie in het Europees Parlement stemde gisteren een meerderheid tegen een verlenging van glyfosaat voor tien jaar, en wel vóór een uitdoofscenario: een volledig verbod binnen de vijf jaar voor de hele Europese landbouw. En een verbod, eind dit jaar al, voor privégebruik (wat in België nu al geldt) en in openbare ruimten waar kinderen komen.
Vandaag moeten de lidstaten hun beslissing bekendmaken. Een nieuwe goedkeuring voor de verkoop van glyfosaat voor tien jaar, zoals de Europese Commissie eigenlijk wil, vereist een gekwalificeerde meerderheid van 16 lidstaten die 65 procent van de bevolking van de EU vertegenwoordigen. Volgens Europese bronnen is de kans zeer klein dat die drempel gehaald wordt. Frankrijk, Italië en Oostenrijk stemmen zeker tegen. Duitsland onthoudt zich normaal.