De huidige droogte brengt boeren en tuinders in de problemen. Gewassen lijden onder de droogte en water aanvoeren wordt steeds moeilijker, nu de bekkens leeg raken en op heel wat plaatsen een oppompverbod bestaat. Minister Joke Schauvliege bekijkt of de droogte erkend kan worden als landbouwramp. Deze week wordt het rapport van het KMI over het uitzonderlijke karakter van de droogte verwacht. “Als dat ons vermoeden bevestigt, kan daarna het opmeten van de schade beginnen”, aldus de minister.
Ook op lange termijn is er nog heel wat werk aan de winkel volgens Schavliege. “De waterproblematiek komt heel snel op ons af. Vorig jaar was er veel te veel water, nu is er veel te weinig. Dat vergt een structurele aanpak. We beseffen dat en zijn ermee bezig. De subsidieprojecten van dit jaar bijvoorbeeld zijn al specifiek op die waterproblematiek gericht. Ook bufferbekkens blijven een belangrijke pijler van die structurele aanpak.”
De bestaande waterbekkens in de Westhoek, waar het overleg tussen Schauvliege en BB plaatsvond, zijn leeg. Boeren die alternatieven zoeken, moeten erg veel tijd en geld investeren in het redden van hun gewassen. Schauvliege: “Sinds maart is hier geen water meer gevallen en eigenlijk is het al sinds januari uitzonderlijk droog. We blijven verder hard werken aan oplossingen. Daarom stellen we een aparte watercoördinator aan, die samen met de landbouwers naar alternatieven zal zoeken.”
Eerder kondigde Schauvliege in het Vlaams Parlement al aan dat ze de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) als algemene coördinator van een droogteplan zou aanstellen.