De peiling voor de vakoverschrijdende eindtermen burgerzin en burgerschapseducatie werd begin maart 2016 afgenomen in de derde graad van het secundair onderwijs. Er werden 4113 leerlingen bevraagd verspreid over 166 scholen over heel Vlaanderen.
Het peilingsonderzoek beoogt twee zaken. Ten eerste wil het de prestaties van leerlingen voor een bepaald leergebied of vak in kaart brengen en onderzoeken welke factoren een invloed hebben op die prestaties. Op die manier krijgen we een goed beeld van de sterktes en zwaktes van het Vlaams onderwijs. Daarnaast moet het scholen informeren over hun leerlingenprestaties zodat ook daar, op schoolniveau, aan de onderwijskwaliteit kan worden gewerkt. De scholen krijgen een feedbackrapport waarin hun resultaten vergeleken worden met die van soortgelijke scholen.
De resultaten voor de vakoverschrijdende eindtermen (VOET’en) burgerzin en burgerschapseducatie zijn goed. 8 op 10 van de leerlingen behaalt de eindtermen. Het meten van burgerzin en burgerschapseducatie werd opgedeeld in drie toetsen, met name ‘socio-economisch en duurzaam handelen’, ‘relaties en cultuur’ en ‘democratisch handelen’. Het is de eerste maal dat vakoverschrijdende eindtermen werden gepeild.
Enkele vaststellingen:
· Bijna alle leerlingen vinden dat mannen en vrouwen evenveel betaald moeten worden als ze dezelfde job doen, dat scholen leerlingen moeten leren om mensen van alle etnische groepen te respecteren, dat etnische groepen gelijke kansen op een goede job moeten krijgen en dat holebi’s dezelfde rechten en vrijheden moeten hebben als hetero’s.
· Leerlingen hebben het meeste vertrouwen in scholen, rechtbanken en de Verenigde Naties. Ze hebben het minst vertrouwen in (sociale) media en politieke partijen. Opvallend is dat aso-leerlingen in bijna alle instellingen meer vertrouwen hebben dan tso, kso en bso leerlingen.
· Jongeren zijn heel milieubewust en vinden ‘sorteren’ en ‘twee keer nadenken voor je iets nieuws koopt’ belangrijk. Ook het licht uitdoen wanneer je een ruimte verlaat, hoort hierbij.
· Het schoolklimaat wordt door de meeste leerlingen als positief ervaren. Bijna alle leerlingen vinden dat leerkrachten hen op een eerlijke manier behandelen. Meer dan vier vijfde geeft aan dat ze goed kunnen opschieten met hun leerkrachten en dat deze geïnteresseerd zijn in hun welzijn. Ook ervaren de meeste leerlingen dat het klasklimaat open is voor discussies.
Hoewel het onderwijs in Vlaanderen het dus zeer goed doet wat burgerzin en burgerschapseducatie betreft, valt het op dat er niet alleen verschillen zijn tussen de onderwijsvormen aso, tso, kso en bso maar ook tussen jongens en meisjes. Zo presteren jongens beter op de drie toetsen dan meisjes en behalen bijna alle leerlingen uit het aso en tso, kso de eindtermen in tegenstelling tot leerlingen uit het bso die minder goed scoren. Ook jongeren met een andere thuistaal doen het minder goed dan kinderen die thuis enkel Nederlands spreken. Het cultureel kapitaal, een stimulerend thuisklimaat en de interesse in politieke en sociale onderwerpen van de ouders hangen sterk samen met het bereiken van de eindtermen socio-economisch en duurzaam handelen, relaties en cultuur en democratisch handelen, Dit maakt dat niet alleen de school, maar ook de ouders een belangrijk rol spelen in het burgerschapseducatieproces.
Burgerzin wordt in bijna alle scholen in de eerste plaats gegeven door leerkrachten van humane vakken als vakoverschrijdende activiteit of project Een veel voorkomende werkvorm bij burgerschapseducatie is het bespreken van de actualiteit en het zoeken naar en analyseren van informatie uit verschillende internetbronnen.
Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits: “De resultaten van de eerste peiling van de vakoverschrijdende eindtermen burgerzin en burgerschapseducatie zijn goed. Jongeren hebben veel vertrouwen in onze scholen en hun leerkrachten. Ze dragen gelijkheid hoog in het vaandel en vinden duurzaam handelen waaronder sorteren zeer belangrijk. Alvast een hoopgevend signaal voor elke leerkracht en schooldirectie die hier dagelijks met veel passie aan meewerkt en als positief rolmodel impact hebben in de burgerschapsvorming van onze jeugd.”