Knolcyperus blijft een zorgenkind op de Vlaamse percelen. Jaar na jaar blijkt dit hardnekkige onkruid verder uit te breiden. Jaarlijks komen er nieuwe percelen bij. Vaak is de oorzaak te zoeken in overdracht van een besmet naar een onbesmet perceel. De knolletjes worden dan via de aanklevende grond aan grondbewerkings- of pootmachines verspreid.
Hiernaast ziet men nog steeds uitbreiding op reeds besmette percelen doordat er onvoldoende aandacht is voor bestrijding van knolcyperus. Op dit moment is, of wordt, op heel wat maispercelen een onkruidbestrijding uitgevoerd. Het loont de moeite om enkele dagen na behandeling de percelen te gaan controleren. Wanneer er geen specifiek herbicideschema tegen knolcyperus werd toegepast zal deze er nog groen of wat vergeeld bijstaan terwijl de andere onkruiden wel aan het afsterven zijn. Neem bij twijfel contact op met LCV of je adviseur. Als de mogelijkheid nog bestaat, is in mais een behandeling met een combinatie van mesotrione (Callisto, Lumica) met pyridaat (Onyx) of bentazon (laatste jaar) (Basagran, Troy) aangewezen, eventueel pleksgewijs. Is het groeistadium van de maïs reeds te ver gevorderd om nog te behandelen, neem voorzorgsmaatregelen om verdere besmetting te voorkomen en plan alvast de bestrijding voor volgend seizoen in. Zo kan je een besmet perceel niet in seizoenspacht voor aardappelen geven. Immers: als een perceel in cultuur(seizoens) pacht gegeven wordt, moet er tussen verpachter en pachter een ondertekende verklaring zijn dat het perceel vrij is van knolcyperus.
Lees meer over knolcyperus op www.lcvvzw.be:
A2016_7: Knolcyperusnieuws
A2017_8: Onkruidbeheersing maïs LCV advies 2017
|