Die cijfers zijn moeilijk te rijmen met de vijf pv’s voor varkensslachthuizen waarvan eerder sprake was, inclusief twee pv’s voor het Exportslachthuis in Tielt. Het kabinet Weyts verduidelijkt dat het merendeel van die 168 geregistreerde pv’s niet zozeer tegen het slachthuis zelf is opgesteld, maar tegen de transporteur of de veehouder.
Het Voedselagentschap controleert de slachthuizen via zogenaamde dierenartsen met opdracht (DMO). Zij werken ter plekke checklists af met betrekking tot dierenwelzijn die gebaseerd zijn op de Europese verordening inzake 'de bescherming van dieren bij het doden'. Bij ernstige overtredingen vullen deze dierenartsen een formulier in dat aan de Inspectiedienst Dierenwelzijn bezorgd wordt. Aangezien een dier na aankomst in het slachthuis de inrichting niet levend mag verlaten, worden er nooit dieren in beslag genomen.
"In 2015 ontving de Inspectiedienst Dierenwelzijn 464 meldingen, waarvan 461 van DMO's, één van het FAVV en twee van burgers. Deze meldingen resulteerden in 91 pv's. In 2016 ging het om 448 meldingen, die allen afkomstig waren van DMO's en werden 168 pv's en zeven waarschuwingen opgelegd", aldus Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben Weyts. Persagentschap Belga kopte op basis van dit antwoord dat de dierenwelzijnsinspectie 168 pv’s oplegde aan slachthuizen. Dat klopt niet omdat, zo verduidelijkt het kabinet Weyts op vraag van VILT, een belangrijk deel van die pv’s over de transportomstandigheden gaat en dus niet zozeer het slachthuis viseren, maar eerder de vervoeder en/of de veehouder.
Voor FEBEV, de federatie van de Belgische slachthuizen, herleidt dit de problematiek tot zijn ware proporties. "In verhouding tot het aantal geslachte dieren geven vijf pv's aan het adres van varkensslachthuizen aan dat het dierenwelzijnsprobleem dat men eerst vermoedde in de sector genuanceerd dient te worden", zegt FEBEV-bestuurder Michael Gore. Tezelfdertijd roept het volgens hem de vraag op of de inspectiediensten wel alles capteren.
Gore verklaart zich nader: "Slachthuizen die bij ontvangst van de dieren inbreuken vaststellen, communiceren dat proactief aan de betrokken transporteurs en veehouders met de bijbehorende vraag om actie te ondernemen. Dat is informatie die bij de bevoegde overheidsdienst niet boven water komt als de dierenarts met opdracht daar geen melding van maakt. In het geval van het Exportslachthuis van Tielt ging het in de maanden voor de publicatie van de undercoverbeelden om tientallen klachten die het slachthuis overmaakte aan de kwekers van de varkens."